Als we de grote, lege ruimte in Theater Rotterdam binnenkomen, krijgen we eerst een vouwblad uitgereikt. ‘Find a place in space, alone, to read this text’, zo staat er op het omslag. Geliefden en boezemvrienden zullen elkaar de komende drie uren moeten loslaten. Ieder zoekt een plek en gaat lezen. Staand, zittend of languit liggend – wat we zelf het prettigst vinden. Wie dat wil kan een vouwkrukje pakken, of een glas water inschenken.

Zo begint Dying Together, de nieuwste van Lotte van den Berg, die afgelopen vrijdag in première ging in de schouwburg van Theater Rotterdam. De voertaal is Engels. Haar werk, Building Conversation uit 2013 voorop, is wereldwijd im Frage, zij omringt zich altijd met begeleiders van allerlei nationaliteiten en ook in Nederland is haar publiek toenemend divers, dwars tegen het oprukkende populistische nationalisme in.

Zelf zoekt Van den Berg eveneens haar space, ergens tussen ons in, net als de leden van haar internationale team. Samen wachten zij geduldig tot wij zijn uitgelezen. De tekst begint met drie voorbeelden die escaleren in hun betekenis voor wat Van den Berg vanavond met ons wil doen. In Griekenland, zo lees ik, vlucht een groep mensen weg van een bosbrand, totdat zij de rand van een ravijn bereiken. Het vuur haalt hen in. Later worden zij gevonden. Levend verbrand, in innige omhelzing met elkaar. ‘This is called togetherness.’

Een man brengt zijn bomgordel tot ontploffing in een dichte mensenmenigte. De explosie doordringt de lichamen van de mensen om hem heen met fragmenten van zijn eigen lijf. ‘This too is a form of togetherness.’ Een andere man en zijn drie kinderen komen om tijdens een klimtocht in de bergen. De moeder blijft alleen achter. ‘She died together with them, but is still alive.’

Goeiemorgen. En dat is dan nog maar de voorbereiding. De tekst sluit af met een vraag: ‘Can looking at the way we die together give us new perspectives on the way we live together?’ Het is Van den Berg ten voeten uit. Nooit zal ze ons iets opleggen. Haar doel is altijd samen met ons iets te onderzoeken, en samen te zien waar we uitkomen. Haar enige autoriteit is dat zij, ook weer samen met anderen, een spel met regels heeft bedacht. ‘We have developed a practice’, zegt ze als we klaar zijn met lezen, ‘and we want to share that with you.’

Zij vraagt ons de betrokkenen te representeren bij drie casussen van gezamenlijk sterven. Drie, omdat zij dat het minimum acht om ons het proces, haar practice, een beetje in de vingers te laten krijgen. Tijdens de eerste maken we kennis, in de tweede passen we toe, in de derde begint er iets van een routine te ontstaan. De eerste casus is de Germanwings-crash in 2015 in de Franse Alpen. De copiloot pleegde zelfmoord door zijn toestel moedwillig tegen een bergtop aan te vliegen, en vermoordde daarmee nog 149 anderen.

Eén begeleider leest kaartjes voor met een paar gegevens van een aantal individuele betrokkenen bij de ramp. Een ander loopt naar een van ons en leest de tekst opnieuw voor. ‘Do you want to represent this person?’ Als we ja zeggen, positioneert ze ons op een andere plek in de ruimte. ‘This is where you begin.’ We mogen zelf weten hoe lang we daar blijven, en in welke houding.

Zo ontstaat wat Van den Berg een constellation noemt. Geleidelijk vullen de representanten de ruimte met een organisch gegroeid ‘sterrenstelsel’, iedere voorstelling en iedere casus een andere. Sommigen blijven alleen, anderen vormen groepjes. Als dat proces is voltooid, vraagt zij ons om ons in te leven in vier momenten: kort vóór de ramp, tijdens de inslag, een maand na dato, en honderd jaar later, wanneer alle betrokkenen zijn overleden en hun lichamen en de meegesleurde materialen onherkenbaar in miljarden deeltjes over de aarde zijn verspreid.

Van den Berg mag dan extreem democratisch te werk gaan, de opbouw van Dying Together verraadt haar raffinement en vakmanschap als maker. Bij de vliegramp bleven de gevolgen nog beperkt tot de passagiers en hun nabestaanden. Nou ja, niet helemaal. Op de berg sneuvelden ook dieren, planten en stenen, zo benadrukt zij. Zelfs het vliegtuig is een slachtoffer: een van ons representeert de cockpitdeur die de copiloot op slot had gedaan.

De tweede casus grijpt al veel verder om zich heen. In 2013 kapseisde een boot vol vluchtelingen in de Middellandse Zee, vlakbij het Italiaanse eilandje Lampedusa, tegen wil en dank de poort naar Europa. Driehonderdzestig mensen kwamen om, 155 overleefden. Tijdens onze representaties en meditaties over de vier momenten dringen de duizelingwekkende vertakkingen tot ons door. Naar de achterblijvers in de Afrikaanse dorpen – alle inwoners, niet alleen familieleden van de immigranten. Naar het morele bankroet van Europa, waar iedereen gelijk zou zijn voor de wet en iedereen in vrijheid mag leven. Iedereen, behalve arme Noord-Afrikanen.

De derde casus gaat nog veel verder. De aanslagen in Parijs in 2015 kostten niet alleen 130 mensen dáár het leven. Zij leidden ook tot een serie bombardementen op Syrië door een internationale coalitie van de rijkste en machtigste westerse landen, als altijd aangevoerd door de Verenigde Staten. Officieel als vergelding tegen Islamitische Staat, dat de aanslagen opeiste. Maar er kwamen ook talloze Syrische burgers bij om, die er niets mee te maken hadden.

Zelf representeer ik een man die dient in de Syrische luchtmacht. Ik voel mij buitengesloten. Miskend. De internationale massamedia maken er een heilige oorlog tegen IS van, vanwege de slachtoffers in Parijs. Hallo! Mag ik ook een stem krijgen? Die oorlog woedt in mijn land ja, ver weg van Frankrijk! Het zijn mijn familieleden, vrienden en buren die al jaren hevig lijden! Onder hun eigen, extreem brute regering, onder IS en de ‘vrijere’ islamitische rebellen die elkaar op mijn grondgebied bevechten, en onder de westerse, Turkse en Russische grootmachten die zich om hun eigen redenen in het conflict hebben gemengd.

Wat weten de anderen in de ruimte eigenlijk van mij? Ik mag dan een Syrische militair zijn – in hun ogen ongetwijfeld een handlanger van de duivel Assad. Maar misschien had ik geen andere keus dan dienst te nemen, omdat anders mijn naasten zouden worden gemarteld, gevangengezet of zelfs gedood. En mag ik alsjeblieft mijn eigen land, mijn eigen huis, mijn eigen mensen helpen verdedigen tegen het zooitje ongeregeld dat van Syrië bezit heeft genomen?

Van den Berg vraagt ons to represent. Niet om onze personages te spelen. Wij moeten ook alle betrokkenen representeren. Daders én slachtoffers. Dat blijkt niet mee te vallen. Het meisje van vijftien, dat vlak voor vertrek van de Germanwings-vlucht haar ouders had bericht dat ze zo uitkeek naar het weerzien met hen – haar willen we allemaal wel representeren. Maar een van ons weigert dat voor de copiloot te doen.

Dat mag. De regels van Dying Together laten ons veel vrijheid. Tijdens het nagesprek blijkt dat de meesten van ons zich sterk hebben geïdentificeerd met hun personages. Maar niet allemaal. Mijn metgezel, een Palestijnse vriend uit Oost-Jeruzalem die alles weet van gezamenlijk sterven, representeert een van de schutters in Parijs, een doodgewone buschauffeur, echtgenoot en vader. ‘Hij moordde niet uit vrije wil’, houdt hij ons voor. ‘De echte daders zijn degenen die hem hebben opgehitst, die zijn brein hebben vergiftigd.’

Met haar opdracht tot ‘neutrale’ representatie leidt Van den Berg ons met zacht-dwingende hand naar een ruimte waar wij ons kunnen inleven zonder meteen te oordelen. Of we die opdracht nou aannemen of afslaan. Want ook de weigeraars zet zij aan tot nadenken: waarom staat die dader mij zo tegen?

Als Syrische luchtmachtman begin ik rond te lopen door de ruimte, op zoek naar erkenning. Plotseling sta ik tegenover een man die mij indringend aankijkt. Ik kijk nog veel indringender terug, totdat hij zijn ogen afwendt en weer verder loopt. Het voelt als een kleine overwinning. Vooral voor die Syriër die ik voor eventjes representeer. Maar ook voor mijzelf. Want Dying Together brengt een groep vreemden, willekeurige schouwburgbezoekers, dichter tot de abstracte doden en daders uit het grote wereldnieuws.

En, daardoor, tot elkaar.

Foto: Salih Kilis


Luister hier naar de podcastrecensie van Dying Together voor De Theaterpodcast.