Vertrouwdheid met een werk of een maker kan onthutsend snel leiden tot een blasé, been there, done that soort-van-houding. Dat overkwam me een tijdje terug tijdens Odisseia van Companhia Hiato, een Braziliaans ensemble dat ik al jaren volg – ik deed er verslag van in Theatermaker. Zou me hetzelfde gebeuren tijdens het tweede en laatste deel van DYING TOGETHER van Lotte van den Berg? Dat vroeg ik me enigszins bezorgd af voorafgaand aan de première in het Duitse Bochum op vrijdag 4 oktober.

Bijna op de kop af een jaar geleden recenseerde ik op deze plek deel één, dat achteraf Humans is gedoopt. Beide delen zijn geen voorstellingen in de klassieke zin. Zoals al Van den Bergs werk – Building conversation bijvoorbeeld, uit 2013, waarmee ze nog steeds toert – is DYING TOGETHER een practice, een zorgvuldig doordacht en doorgeëxerceerd groepsritueel, gedurende drieëneenhalf uur gezamenlijk uitgevoerd door Van den Berg zelf, haar team van zo’n twintig mannen en vrouwen uit alle denkbare landen, en maximaal tachtig man publiek. Deel twee heet Earth, en beleeft dinsdag 5 november zijn Nederlandse première in Theater Rotterdam.

De voertaal is Engels, in welke taalgemeenschap het ritueel ook staat. De begeleidende documentatie bij Humans verwoordde de opzet van het project als volgt: ‘Can looking at the way we die together give us new perspectives on the way we live together?Humans draait om drie waargebeurde casussen van gezamenlijk sterven: de piloot van Germanwings die in 2015 zijn Airbus tegen een berg te pletter vloog en zo 149 anderen meenam in zijn zelfmoord, een boot vol vluchtelingen die in 2013 kapseisde in de Middellandse Zee met 360 slachtoffers, en de aanslagen in Parijs in 2015, waarbij 130 doden vielen.

Van den Berg vraagt haar publiek diverse spelers in deze drama’s te ‘representeren’ door ons in te leven in hun geestelijke staat op het moment van de ramp. Meestal representeren we mensen, maar soms ook dingen: de cockpitdeur van de Airbus, een boom op de berg die door het neerstortende vliegtuig is verpulverd. Behalve naar eigen inzicht bewegen door de speelruimte hoeven we verder niets te zeggen of te doen. Van den Berg dwingt de deelnemers in haar practices nooit in een bepaalde richting. Haar subtiele, maar onontkoombare dramaturgie is er louter op gericht dat wij ons leren in te leven in de mensen en voorwerpen die door de calamiteit in de casus zijn geraakt.

De dramaturgie zit verstopt in de volgorde waarin ze ons haar casussen voorschotelt. De drie in Humans lopen op in hun olievlekwerking. De vliegramp beperkte zich nog tot bemanning, passagiers en hun nabestaanden, en het gesteente en de levende organismen op de berg waar de Airbus tegenaan vloog. Het ongeluk met de boot trof ook de Afrikaanse dorpen die de migranten hadden verlaten. Evenals ons Europeanen – zo trots op onze ‘normen en waarden’, maar te beroerd om een paar honderdduizend Afrikaanse vluchtelingen op te nemen. De aanslagen op Bataclan en andere locaties in Parijs kostten zelfs mensen het leven die er helemaal niets mee te maken hadden, in een land ver weg. Zij leidden namelijk tot vergeldingsbombardementen op doelen in Syrië door een coalitie van Westerse landen onder leiding van de VS, waarbij ook veel totaal onschuldige Syrische burgers omkwamen.

In Earth is de escalatie van de drie casussen een andere. Deel twee – de naam zegt het al – gaat over het sterven van Moeder Aarde, al is dat dan in gang gezet door de mens. In de eerste casus – de uitbraak van de gekke-koeienziekte in het Verenigd Koninkrijk zo’n dertig jaar geleden – ligt de nadruk nog op ons. Het waren onze kinderen die stierven na het eten van besmet rundvlees, en de koeien zelf waren eveneens onze schepselen: producten van de industriële landbouw met al zijn onvoorziene gevolgen.

In de tweede casus, het uitsterven van het regenwoud in het Amazone-gebied, is de vermoorde natuur al veel nadrukkelijker aanwezig. De menselijke slachtoffers in het verhaal, de oorspronkelijke inwoners van het gebied, leven ook veel meer in eerbied voor, en harmonie met die natuur. In de derde casus zijn de rollen volledig omgedraaid. Hij gaat over een man die zelfmoord pleegde in het Japanse Aokigahara-bos, aan de voet van de berg Fuji, en wiens lichaam pas maanden later werd gevonden, vrijwel volledig vergaan op een paar tanden en één sneaker na. De man blijkt lang de enige niet. Het bewuste bos is een van de populairste plekken voor zelfdoding in Japan. Hebben de slachtoffers zichzelf gedood, of hebben de omringende bomen en die magische berg hen daartoe aangezet?

Het eerste wat mij opvalt aan Earth in Bochum, is de totaal andere houding van de deelnemers. Tijdens Humans in Rotterdam, een jaar geleden, bleven wij bijna schuchter door de ruimte bewegen. Wij voerden hoofdzakelijk de representaties uit waartoe Van den Berg en haar team ons uitnodigden. Als individuen, die zich bewust bleven van het grijze gebied tussen wat wij aan persoonlijke bagage meenamen naar het theater, en de nieuwe rol die daar van ons werd gevraagd.

Duitsers zijn veel fanatiekere theatergangers dan wij Nederlanders, geholpen door de grotere prominentie van theater in hun levens. Zij zijn meer vertrouwd met de canon, met de teksten die zij op school en in de schouwburg van kindsbeen af hebben meegekregen, met de praktijk ook van het podium. De Bochumers stortten zich op Earth. Zij Acteerden veel meer zelf, met een hoofdletter A, van meet af aan. Schuchterheid was aan hen geen moment besteed. Zij speelden de sneuvelende woudreuzen, de Amazone-indianen die hun habitat proberen te verdedigen en de paramilitaire ‘beveiligers’ die de industriële sojaplanters inzetten om hen daarvan af te houden, desnoods met de dood als gevolg. Met volle overgave.

Het contrast werd des te groter door de fundamenteel andere dramaturgie die Van den Berg in Earth hanteert. In deel twee van DYING TOGETHER legt zij veel meer nadruk op de nietigheid van de mens tegenover de natuur. Of, omgekeerd misschien eerder, op het overweldigende karakter van de vernietiging van die natuur door de mens. Tijdens de Amazone-casus vraagt haar team de deelnemers binnen een paar minuten om tientallen bomen te representeren. De cascade aan verzoeken, en door de ruimte bewegende participanten, overweldigt ons. Als individuen raken wij de kluts kwijt. We weten niet meer wie wat representeert, clusteren met tientallen tezamen op een paar plekken in de ruimte. Verward om ons heen kijkend, en tegelijk – we zijn hier in Duitsland – nog steeds met volle overgave Acterend.

Op mij had het een fundamenteel ander effect dan Humans. Op een zeker moment representeerde ik glyfosaat, het werkzame bestanddeel van Roundup, de pesticide waarmee multinational Monsanto al decennia lang de aarde vergiftigt, en waarvan we nog steeds niet goed weten welke schade hij aanricht – behalve dan dat Roundup nauwelijks minder lang werkzaam blijft dan het radioactieve afval van kerncentrales. Ik ging steeds stiekem achter andere representanten staan, als de sluipmoordenaar die Roundup vermoedelijk is.

Tegelijkertijd bleef ik mij een nietig partikel voelen. Een anonieme pion in een megacarrousel van dood en verderf, waarin geen enkele speler meer enige individuele verantwoordelijkheid draagt, waarin niets of niemand meer het verschil kan maken tussen goed en slecht. Humans onderging ik als een healing, ook als ik een ‘slechterik’ representeerde – in mijn geval een militair van de Syrische luchtmacht. De inleving in een ander individu had iets balsemends. Earth peperde mij eens te meer, zij het veel heftiger, het gevoel in van totale machteloosheid dat het huidige wereldnieuws regelmatig opwekt.

Als alle koraalriffen op aarde al druk aan het afsterven zijn, en er tegelijkertijd in India en China zowat iedere dag een nieuwe steenkoolcentrale in bedrijf wordt genomen; als Donald Trump de Koerden verraadt aan een land dat tevens onze Navo-partner is, en wij sowieso de wil en de soldaten missen om als buffer tussen Turken en Koerden te fungeren – wat voor actie moet of kun je als eenling dan nog ondernemen?

Mijn huiver dat ik blasé zou reageren, voor been there, done that, bleek totaal misplaatst. Earth was voor mij een onthutsende ervaring, slechts enigszins verlicht door het nagesprek dat Van den Berg altijd met haar deelnemers voert, en waarin ik weer een beetje mijn individuele eigenwaarde kon terugvinden, door mijn belevenissen met de anderen te delen, en soms samen met hen hartelijk om elkaars verhalen te lachen – voor mij een bitter noodzakelijke verademing.

Pas daar, tijdens dat nagesprek, toonden die Duitsers iets van schuchterheid over hun rol in Earth. Volle overgave, gevolgd door meer intieme zelfreflectie: misschien is dat wel de enige juiste weg voor deelname aan DYING TOGETHER / Earth. Het maakt mij nieuwsgierig naar hoe Rotterdammers zich zullen opstellen, tijdens de Nederlandse première op 5 november.

Foto: Salih Kilic