Dacht artistiek leider Ted Brandsen van Het Nationale Ballet aan Diaghilev toen hij voor het programma Dutch Doubles kunstenaars uit de mode, fotografie, muziek en beeldende kunst aan choreografen koppelde? Op het eerste gezicht zeker een interessant concept en met klinkende namen als Rineke Dijkstra en Viktor en Rolf vast ook een publiekstrekker. Want wie wordt daar nu niet nieuwsgierig van?

Dutch Doubles opent met de choreografie Roulette van Juan Arques in samenwerking met beeldend kunstenaar Krijn de Koning. Zijn ontwerp, een kleurig, kubistisch bouwwerk, neemt een prominente plek op het podium. Terwijl de slagwerkers van Slagwerkgroep Den Haag hoog boven de dansers uittorenen op de daken van deze stad, worden de twee composities van Michael Gordon en David Lang afgewisseld met strijkkwartetten van Jacob ter Veldhuis die vanuit de orkestbak klinken.

Mocht het decor met de ruimte die het inneemt op het eerste oog een obstakel kunnen vormen voor de dansers, het is vooral de muziek die tijdens de eerste helft van Roulette de aansluiting met de dans mist. Dat springt met name in het oog als in het tweede deel op de swingende percussie van Lang de boel op scherp wordt zet. Ogenschijnlijk ad random is aan het begin van Roulette een vrouw uit het publiek gekozen om mee te dansen op het podium, maar haar tenue, haar loop erheen en de wijze waarop zij haar hoge hakken uittrekt, verraden meteen dat zij geen willekeurige toeschouwer is. Daarmee wordt ook duidelijk dat choreograaf Arques de toeschouwers slechts op het verkeerde been wil zetten, maar echt uitdagen en daarmee het risico op ontregeling gaat hij uit de weg. Roulette is te vol en nog te weinig in evenwicht om echt te overtuigen. Dat is jammer want de choreograaf heeft prachtig bewegingsmateriaal in huis.

Het pareltje van de avond is Romance, de samenwerking van Ton Simons en fotografe Rineke Dijkstra. Dijkstra maakte een film van de momenten die dansers Erica Horwood en Peter Leung vlak voor en na het dansen van hun duet doormaken. En zoals zij in haar wereldberoemde foto’s meteen een blik geeft in de ziel van de personen die zij vastlegt, en je al snel verwantschap voelt met onbekende en uiteenlopende personen, komt de kwetsbaarheid van de dansers nu eens heel dichtbij. Het duet dat Simons maakte op muziek van Mozart strekt zich uit over een uitgelichte witte baan voor op het toneel. Het voetje van Horwood dat even steunt op de enkel van het andere been dat op een spitz steunt. Subtiele details, prachtige lijnen, Simons en Dijkstra zijn een sterke match.

In de live muziek van harpist Remy van Kesteren vond Hans van Manen – hij stelde zelf aan Brandsen voor om met de harpist te werken – een extra uitdaging. Hoe Van Manen de onnavolgbare muzikale structuren in Dances with harps met zijn dans bedwingt is interessant om te zien in de duetten. Geen eenvoudige opgave, maar welbesteed aan de choreograaf die precies weet te manoeuvreren op de intrigerende composities en onverwachte tempowisselingen van de harp. Van Manen maakte hiervan een paar duetten waarin hij complexe man-vrouwverhoudingen belicht. Daardoor valt des te meer op hoe spontaan de mannen swingen, armen in de lucht worden gegooid en zwierig wordt gedraaid en gesprongen, zodra de vrouwen van het toneel verdwenen zijn. Multi-interpretabel misschien, maar de vreugdevolle mannenonderonsjes komen bekend voor, en komen er in relatie tot de grondigheid waarmee de duetten te lijf zijn gegaan, bekaaider af.

Waarom voormalig NDT-er Jorma Elo na tien jaar in het buitenland in Nederland juist bij Het Nationale Ballet is terecht gekomen, wekt geen verbazing. Al lardeert hij zijn idioom met tal van onverwachte toevoegingen, zoals een been dat zwaait als een pendule of armen die kronkelen, zijn benadering in Shape is klassiek. Op muziek van Beethoven wordt een groot ensemble in hoog tempo over het toneel gejaagd. Het leidt tot een druk en vol ballet waarin de betekenis van het toneelbeeld en de kostuums van Viktor & Rolf verloren gaan.

Tutu’s, stijf als ufo’s om het middel, vierkant, half rond, of met een hoek uit de cirkel, geven een strak beeld dat ook terugkomt in de witte lichtprojecties op de vloer. Tegen het grijsblauwe achterdoek schittert het wit van de tutu’s als helder Hollands licht, al doorklieven de geometrische patronen van de kostuums elke diepere gedachte daaraan. Waar Elo en het ontwerpersduo samen naar op zoek zijn gegaan, komt helaas te weinig  naar voren in de choreografie, maar misschien zegt de titel Shape het al allemaal.

Dutch Doubles, de inzet van Het Nationale Ballet is met dit programma hoog. De valkuil van een geënsceneerde samenwerking is in sommige choreografieën duidelijk zichtbaar. Maar ook als de samenwerking minder goed uit de verf komt, maken de dansers dat ruimschoots goed, zij geven het programma op meerdere momenten van de avond glans.

Foto: Angela Sterling