Dubbel leven opent met een videoclip van de hoogtepunten uit Gerard Alderliefstes carrière. We zien hem gepassioneerd zingen en gitaarspelen met prominenten uit de muziek- en showwereld. Paul de Leeuw, Cor Bakker en Ramses Shaffy. Faam uit het verleden. Een gewaagde opening, want zo’n protserig begin doet verwachtingen rijzen.

‘Let op, ik ben een grote’, zegt de artiest als het ware. Een verwachting die Gerard Alderliefste niet waarmaakt. Met zijn band misschien succesvol, maar in zijn eerste solovoorstelling in het theater schiet Alderliefste als verhalenverteller tekort. Een conclusie die je als publiek eigenlijk liever niet wilt toegeven, omdat zijn charme en passie je wel voor zijn persoon innemen.

Op zondag optreden met de band, op maandag gesprekken met heroïnejunks. Alderliefste is de helft van de week verslavingsarts, de andere helft muzikant. Op de middelbare school had hij de keuze tussen zijn passie voor muziek, het vak Frans of de biologie. Zijn docent had gezegd dat slechts één procent van de conservatoriumstudenten uiteindelijk uitvoerend muzikant wordt, dus het werd geneeskunde. Eenmaal basisarts moet hij weer een keuze maken voor een specialisme. Daar had hij geen zin in. Hij schreef zich in bij een uitzendbureau, werd geplaatst bij een verslavingskliniek en werkt daar vandaag nog.

Het thema dat Alderliefste aansnijdt is op zich interessant. We moeten in onze carrière keuzes maken, of voor het een, of voor het ander. Dat muziek en verslavingszorg zich gerust binnen een mens kunnen verenigen is voor de omgeving van Alderliefste soms moeilijk te begrijpen: ‘Zeker omdat er in de muziekwereld ook veel drugs gebruikt wordt?’ Alderliefste legt uit dat de hunkering naar drugs en die naar muziek in de basis hetzelfde is: ‘Ik kan gewoon niet zonder.’

Een interessant thema, dat door een gebrekkige behandeling echter in het water valt. Tijdens de voorstelling bedient Alderliefste zich van YouTube-filmpjes van grappige reclames – vaders die hun vallende kind met acrobatische behendigheid opvangen, een vrouw die na alcohol tien keer zo mooi lijkt. Leuke filmpjes, maar het zijn de grappen van anderen. Zijn eigen grappen zijn een stuk flauwer. Over een huisartsencongres op Ibiza waar artsen te veel drinken: ‘Artsen zonder grenzen.’ En waar een van de artsen nota bene ziek wordt: ‘Wat ben je dan voor arts?’ De grapjes worden vergezeld van foto’s van plezier makende collega’s. Had Alderliefste deze grappen op een bedrijfsfeest gemaakt, dan had je misschien gezegd: goh, dat deed ‘ie toch leuk. Maar in het theater is er meer nodig om een publiek te boeien.

Ook de muziek vaart wel bij het samenspel met andere artiesten. Een cover van Stromae, het ‘Vivre/Laat me’ met Shaffy, of ‘Fais comme l’oiseau’ van Fugain. Mooie nummers, absoluut. Maar wat Alderliefste ons deze avond solo heeft gebracht, blijf je je afvragen.

Verhalen over de verslavingszorg misschien. Als hij vanuit zijn rol als arts spreekt, wordt de voorstelling interessanter en is Alderliefste op z’n sympathiekst. In een DWDD-college over het brein en verslaving zou Alderliefste hoge ogen kunnen gooien. Ook zijn Franse dictie is jaloersmakend mooi en zijn begeestering terwijl hij de snaren beroert aanstekelijk.

Maar of solo verhalen vertellen tot zijn talenten behoort? Nee, dat helaas niet.

Foto: Frank van den Ing