De Compagnie Vlovajob Pru van François Chaignaud en Cecilia Bengolea uit Lyon is hot. Op de toer door Frankrijk, Europa en de rest van de wereld checkte het gezelschap ook even in bij Motel Mozaïque met de voorstelling Dub love, waarin ze lekker dreunende clubmuziek combineren met worstelen op spitzen.

De dreunende bas schudt je maag lekker op. Hij dient als een monumentaal bed voor reggae-achtige ritmes, waar dj High Elements kermisachtige elektronicasirenes overheen jaagt. Achter op het podium staat een toren van geluid. High Elements laat zich inspireren door de dubstijl uit Jamaicaanse dancehalls uit de jaren zestig. Volgend seizoen komen Chaignaud en Bengolea naar Rotterdam met de grote voorstelling DFS. Ook daarin zal die muziek centraal staan, die destijds hoorde bij tegencultuur en actief verzet. Dat gaan ze dan combineren met Chaignauds fascinatie voor eeuwenoude Georgische polyfonie.

Het contrast in typerend voor Chaignaud en Bengolea. In Dub love combineren ze de sfeer van een dampend feestje met de vormkenmerken van klassiek ballet. De dansers treden op in strak vleeskleurig lycra en op spitzen. Ze combineren de vormtaal van het ballet, zoals het draaien van pirouettes en het poseren als de drie gratiën, met een demonstratie van de problematiek om op je elegant staande te houden op die klassieke martelinstrumenten. Inderdaad, het is hard werken voordat je daar een beetje mee uit de voeten kunt.

Waarom het Franse gezelschap het dan toch doet, werd me niet duidelijk. Het levert even een leuk plaatje op, maar daarna komt er vooral onbeholpenheid en instabiliteit van de dansvloer. Drie dansers die elkaar vasthouden, op hun hurken zitten en een been gestrekt proberen te heffen, het ziet eruit als een marteling. Bewegingen die gelijk bedoeld zijn, zijn het niet.

Daarbij komen de dansers ook nog uiterst vreugdeloos over. Vooral Chaignaud maakt de indruk dat hij er totaal geen zin in heeft. Een voor een gaan de dansers ook nog zingen, totaal onverstaanbaar en niet-communicatief. Dub love ziet er even kek uit, maar is een vreugdeloze exercitie. Rotterdam hoopt op revanche.

Foto: Parcifal Werkman