Lakshmi, voluit Lakshmi Swami Persaud, bestijgt de bühne als een hedendaagse Barbarella. In een witte plofstofbroek, met blauwe haren en een afgetrainde buik, laat ze haar stem rijzen en vallen. Denk aan de maan en beeld je in hoe kraters klinken. Buitenaards haast; soms fluisterend en aan de oppervlakte, dan weer elektronisch en diep. Toch ontbreekt het in haar liedteksten aan authenticiteit.

De opstelling in de kleine zaal van de Philharmonie oogt intiem. De instrumenten staan dicht op elkaar, de drie muzikanten, gehuld in rood licht, neuriën zacht. De opening wordt begeleid door regenachtige oergeluiden die, steeds iets harder, opklinken uit de krochten van de aarde. Een rookgordijn vult de ruimte, even vergeet je waar je bent.

Na ADEM in 2018 (een voorstelling over twintiger-zijn, vrouw-zijn in een wereld gedomineerd door mannen) brengt de zangeres nu DROOM. Een reis van negentig minuten waarin Lakshmi haar publiek meeneemt door het onderbewustzijn; een plek waarbinnen dromen, nachtmerries en verlangens de boventoon voeren. De show is opgebouwd rondom een aantal sleutelwoorden (DROOM, DISSOCIATIE, DOOD, WAKKER) die achtereenvolgend op een groot scherm worden geprojecteerd, fel oplichten. Na ieder woord volgt een monoloog, aansluitend een aantal nummers.

Sterk zijn voornamelijk Lakshmi’s monologen. Met glasheldere stem verhaalt ze van dromen over drijven: net boven de aarde, maar wel onder de hemel, over sterven zonder ziek te zijn. De liedteksten daarentegen, allen Engelstalig, beklijven amper en volgen elkaar op in vast stramien. De zangeres moet het vooral hebben van haar bezetting. Op piano (Pascal Voorbaak), viool (Pauline Koning) en drums (Rogier van Roosmalen). Vooral bij de hardere nummers is het viertal lekker op dreef, het samenspel krachtig. Konings elektrische vioolsolo’s strijken dwars door ieders nachtmerrie heen, in het nummer Psycho produceert van Roosmalen een staaltje snoeiharde percussie.

In DROOM neemt Lakshmi het publiek mee op een reis buiten onszelf. Soms ingetogen, dan weer met grote uithalen. Een voorstelling die, ook al doet de Philharmonie gemoedelijk aan, beter geschikt is voor de grote zaal. Daar waar het publiek de ruimte heeft om op te staan, mee te bewegen, en net zoals Lakshmi de armen wijd te spreiden. Om zo nog even weg te dromen, niet te denken aan de dag van morgen.

Foto: Rob Jansen