Een privéchauffeur heeft ze niet nodig. De auto misdraagt zich, beweert de 72-jarige Daisy Werthan. Haar zoon Boolie weet wel beter. Hij vraagt Hoke Colburn, een Afro-Amerikaanse chauffeur, om voor 20 dollar per week zijn moeder rond te rijden. Miss Daisy zit wantrouwend op de achterbank. Het is immers 1948 in Atlanta, Georgia. Rassensegregratie is nog springlevend, en ook zij heeft haar vooroordelen. Langzaamaan begint ze echter te ontdooien. Zij als Joodse dame en hij als Afro-Amerikaanse man weten beiden hoe het voelt om te overleven in een intolerant Amerika. De basis voor een innige vriendschap is gelegd.

Die vriendschap ontwikkelt zich over een periode van 25 jaar. Daisy houdt nerveus haar landkaart in de gaten, terwijl Hoke onverstoorbaar door Atlanta rijdt. Tijdens een bezoek aan een begraafplaats blijkt dat hij nooit heeft leren lezen. Daisy, een voormalig lerares, geeft hem een lesboek als kerstcadeau. Zonder pakpapier, want het mag er niet op lijken dat zij cadeautjes uitdeelt. Na een aanslag op een synagoge in 1958 vertelt Hoke over de lynchpartijen die hij heeft meegemaakt. Dat is niet te vergelijken, zegt Daisy, maar ze weet dat zij en Hoke meer met elkaar gemeen hebben dan ze toegeeft.

Driving Miss Daisy is bekend geworden door de gelijknamige film uit 1989, maar zag twee jaar eerder het levenslicht als toneelstuk. De tekst van David Uhry kent geen grote pieken en dalen, maar blijft veilig in het midden. Het racisme en antisemitisme van het naoorlogse Amerika zijn altijd in de achtergrond aanwezig, zonder dat Daisy en Hoke er direct door getroffen worden. De opkomst van Martin Luther King geeft hoop, maar verandert weinig aan Hokes leven. Nieuwe inzichten over de werking van ras in Amerika worden niet gegeven. Dertig jaar na de oerversie voelt dit stuk wat gedateerd aan.

De kracht van Driving Miss Daisy ligt echter niet in grote gebaren, maar in de kleine manieren waarop onderdrukking doorwerkt in het gedrag van de personages. De twee hoofdpersonages hebben zichzelf aangeleerd om geen aanstoot te geven, en zo geruisloos mogelijk door het leven te gaan. Daisy verbergt haar rijkdom voor de buitenwereld, Hoke blijft in elke situatie vriendelijk en dienstbaar. Boolie Werthan (Iwan Walhain) manoeuvreert zich in de onbenoemde hiërarchieën van Amerika: een Jood uit Atlanta staat lager in de pikorde dan een Jood uit New York, zeker als hij gezien wordt met Martin Luther King.

Om understatement te laten werken zijn sterke acteurs nodig. Eerder hebben grootheden als Vanessa Redgrave, Jessica Tandy en Angela Lansbury de rol van Daisy gespeeld. Nu staat de grande dame van het Nederlandse toneel op het podium. Vanaf de eerste scène geeft Anne-Wil Blankers een prachtige dubbelheid aan haar personage. We zien een dame van staal, die ieder moment bang is om de controle te verliezen. Die kwaliteit behoudt ze, zelfs als haar personage met de jaren fragieler wordt. Met minimale aanpassingen in beweging en stemgeluid maakt ze elke leeftijd van Daisy geloofwaardig. Tegenover haar staat een betrouwbare Edwin Jonker, die als Hoke Colburn precies lijkt aan te voelen wat er in Daisy omgaat. Het knappe acteerwerk draagt deze voorstelling, en maakt een ritje naar het theater de moeite waard.

Foto: Leo van Velzen