Twee mooie leren koffers. Daar begon het allemaal mee, toen de jonge theatermaakster Greet Jacobs die koffers bij een groene vuilniscontainer zag staan. ‘Ik heb twee levens gevonden in de vuilbak. Een mens mag niet in andermans spullen snuisteren. Dat zijn uw zaken niet. Sorry daarvoor. Maar het is goed bedoeld. Het is om hen het verhaal te geven waarop ik vind dat zij recht hebben.’

We horen de stem van Greet Jacobs, we zien enkel een donkere ruimte. ‘Ah, nee. Mijn Dora, ze is dood.’ Het oprechte verdriet dat doorsijpelt in deze woorden, zet de toon voor het verhaal dat Jacobs het komende uur gaat vertellen. Ze heeft twee personen bij het vuilnis gevonden: David en Dora, twee geliefden, die elkaar op latere leeftijd in Antwerpen vinden. Een agenda, een telefoonboekje, de lippenstift van Dora en persoonlijke documenten wekken direct fascinatie op, maar ook een vorm van weerstand. Er liggen hier twee levens open en bloot op het toneel.

Gelukkig weet Jacobs met haar verhaal ook onze liefde voor Dora en David op te wekken, door de respectvolle en aandoenlijke manier waarop zij onderzoek heeft gedaan. Knap is hoe Jacobs in een solovoorstelling toch vier andere levendige personages op het toneel weet te creëren. Zo spreken de zoon van David, Albert, en de nicht van Dora, Evelyne, tot ons, waarmee Jacobs twee grappige, maar ook complete en overtuigende personages neerzet. Dora en David zelf komen minder vaak aan het woord, maar krijgen vorm in de gedachtespinsels van Jacobs zelf.

De geloofwaardigheid van de personages wordt enigszins verbroken door de vertaling. Dora was een Française, evenals haar nichtje Evelyne. Wanneer Jacobs voorleest uit de agenda van Dora, die functioneert als dagboek, citeert zij in het Frans en vertaalt dat in het Nederlands. Toch is vaak de strekking van de tekst al duidelijk en hoeven de simpele zinnen niet uitgelegd te worden. Het spel van Jacobs is toereikend genoeg, ook zonder taal.

Jacobs speelt deze afstudeervoorstelling nu onder de vleugels van het Antwerpse jeugdtheaterhuis Hetpaleis, waarbij ze wordt begeleid door Dirk Pauwels. Ze is geloofwaardig, grappig, en soms een beetje té geobsedeerd wanneer zij met een bijna krankzinnige blik de onontwikkelde fotorolletjes van Davids bezoek aan de dierentuin bekijkt. Maar altijd blijft het respectvol, ze bedankt zelfs de koffers tijdens het slotapplaus. Toch mist er af en toe een bepaalde spanning in Dora’s verhaal. De urgentie lijkt, zeker tegen het einde, te vervagen, waardoor het verhaal van David en Dora eigenlijk op de tweede plaats komt en het verhaal van Greet Jacobs op de eerste. Je wilt haar fascinatie ook voelen, je wilt blijven luisteren. En dat lukt zeker.

Foto: Kurt Van der Elst