Dood in Venetië: er was al de novelle van Thomas Mann uit 1912, de film van Visconti uit 1971, de opera van Britten uit 1973. Wat zou de theaterbewerking daar nog aan kunnen toevoegen, die acteur en auteur Ramsey Nasr maakte voor een gigantisch samenwerkingsproject van het Koninklijk Concertgebouworkest en Toneelgroep Amsterdam (nu: Internationaal Theater Amsterdam)? Heel veel. Er wordt echt theater van gemaakt, met veel muziek uit de tijd van Mann, maar vooral: Ramsey Nasr voegt er een belangrijke betekenislaag aan toe. Die van de schrijver Thomas Mann (1875-1955) en zijn trouwe vrouw Katja, moeder van zijn zes kinderen.

Er is veel prachtig aan de voorstelling Dood in Venetië, die nu exclusief twee weken lang in theater Carré in Amsterdam te zien is. Maar het mooiste en verrassendste vind ik hoe de schrijver Thomas Mann en zijn hoofdpersoon Von Aschenbach met elkaar praten, soms steun zoeken bij elkaar en elkaar nu eens nieuwsgierig en dan weer ironisch bekijken. Wie brengt wie tot leven? De schrijver zijn hoofdpersoon of de hoofdpersoon de schrijver?

Ramsey Nasr gaat er van uit dat de hoofdpersoon van de novelle de dingen doet en voelt die de schrijver zichzelf niet wil toestaan. De echte Thomas Mann kijkt in Venetië wel naar de beeldschone jongen Tadzio, maar raakt hem met geen vinger aan, in de voorstelling gaat Von Aschenbach (door Ramsey Nasr zelf gespeeld) veel verder. Hij heeft zelfs een erotische droom waarin Tadzio (de jonge acteur Achraf Koutet) naakt met hem over het strand rolt.

Thomas Mann (Steven Van Watermeulen) kijkt er met ontzetting naar. Hij blijft als puntje bij paaltje komt liever bij zijn vrouw Katja (Marieke Heebink), die hem beschermt en voor hem zorgt en zijn bestaan als schrijver veilig stelt. Marieke Heebink speelt in een zinvolle dubbelrol ook de moeder van Tadzio. Aus Greidanus jr is een veelzijdig factotum: maître d’hôtel, gondelier, verleider, ziekenverpleger, boodschapper van de dood.

We zien ook dat Thomas Mann op aandringen van zijn vrouw de werkelijkheid voor zijn novelle soms verandert: Tadzio wordt dan van een jongetje van 10, een jongen van 16 jaar, een bijna-erotische scène wordt weggelaten. Toch hoef je de relatie van de schrijver en de jonge jongen niet louter erotisch op te vatten. Regisseur Ivo van Hove laat ook erg mooie scènes op het strand zien waarin Tadzio met z’n vriendjes aan het ballen is, Proustiaanse, pre-seksuele stoeipartijen, waar de schrijver en Aschenbach jaloers naar kijken, terugverlangend naar een jeugd die ze misschien zelf nooit gehad hebben.

Ramsey Nasr heeft een mooie, levendige, zeer gelaagde tekst geschreven, Ivo van Hove heeft die bijzonder effectief en met veel gevoel geregisseerd. Jan Versweyveld heeft er fraai vorm aan gegeven, met eenvoudige middelen, zoals een ouderwets bureau, wat ligstoelen en cafétafeltjes, maar vooral heel mooie projectiebeelden, van een nu eens niet-stereotiep bekeken Venetië.

Bijna ten overvloede speelt het Concertgebouworkest onder dirigent David Robertson achter op het toneel in kamermuziekbezetting muziek op het breukpunt van hoog-romantiek en de moderne tijd, muziek van vooral Anton Webern, Richard Strauss en Arnold Schönberg, maar ook het slotduet uit L’incoronazione di Poppea van Monteverdi, gezongen door countertenor Yuriy Myenko, die ook aan het slot bij de dood van Aschenbach heel mooi twee van de Letzte Lieder van Strauss zingt.

De Amerikaan Nico Muhly heeft nieuwe muziek gecomponeerd die daar niet voor onderdoet. Soms zitten de gesproken tekst en de muziek elkaar akoestisch enigszins in de weg, er ontbreekt bij de vele medewerkers dan ook een geluidsregisseur. In elk geval is de muziek veel meer dan alleen achtergrond. Hij geeft onrust, kalmte, spanning, verlangen, berusting weer en brengt eenheid aan het gefragmenteerde gebeuren.

Het is een voorstelling die heel erg veel te denken geeft, over seksualiteit, verliefdheid, liefde, huwelijkstrouw, maar ook over kunstenaarschap, de rol van een schrijver, zijn recht, al dan niet, op eigen gedachten, gevoelens, verlangens. Ga er gauw heen, de plaatsen zijn wat extra duur, maar je krijgt er uitzonderlijk veel voor terug en Carré is in april nog niet helemaal uitverkocht. Daarna maakt de voorstelling een internationale tournee die volgens mij weer een doorslaand en misschien verbijsterend succes zal zijn.

Foto: Jan Versweyveld

Lees ook onze bespreking van de tekst van Ramsey Nasr in ons dossier DeClaus Theatertekstkritiek.