Een rituele reis door de duistere en verlichtende krochten van verlies, rouw, hysterie en een nieuw begin. Don’t Panic I’m Crying neemt je in deze bewogen tijd mee in een collectief, maar intiem verwerkingsproces, doorweven met eeuwenoude wereldgebruiken en nieuwe wonden.

‘Mijn hoofd zit vol zwarte gaten. Alles wat een mens verzint, zuigt zich erin.’ Een van de eerste manieren waarop de kraai zich te kennen geeft maakt duidelijk dat je voorlopig nog niet van hem af bent. Op heersende en flamboyante wijze vertolkt door Linar Ogenia, rijgt deze vastberaden raadgever het verwerkingsproces van een gepijnigde jongeman aan elkaar. Of deze laatste daar om heeft gevraagd is nog niet duidelijk. De enorme kluwen zwarte slierten die midden in de ruimte ligt en na een rituele wassing wordt bespeeld door zijn schijnbare genezer (Dayna Martinez Morales) maakt echter vanaf het begin duidelijk dat het een gewichtig proces wordt.

Bij aankomst in de tien meterhoge Sacramentskerk mag je na het ontsmetten van je handen alvast een kijkje nemen bij de visuele installatie die in de centrale ruimte is neergezet. Tekeningen van tranende gezichtjes, digitale displays en handgeschreven teksten geven in een ‘feeling blue’-thema het proces van rouw en transitie weer. De wilde bladeren, het doffe blauwe licht en metershoge hangende zwarte lappen geven het geheel een gevoel van een plek die zich niet bemoeit met tijd. Als je goed kijkt heeft een van de acteurs zich verschanst tussen de attributen. Nadat de kraai zichzelf heeft geïntroduceerd, wordt opgeroepen om in tweetallen plaats te nemen op plastic stoelen die persoonlijk voor de bezoeker worden neergezet in het midden van de kerk. Zodra je je onder het metershoge plafond hebt geïnstalleerd, weet je vrijwel zeker dat je onderdeel wordt van een groots ritueel.

‘Om je overeind te houden, om je aan vast te klampen.’ De bezoekende kraai heeft zich opgeworpen als persistente brenger van de verlossing en beweegt zich gedurende de voorstelling in verschillende excentrieke kostuums, soms op wielen, door de ruimte en tussen het publiek. Alhoewel de kleur van zijn intenties op bepaalde momenten betwistbaar is, is het duidelijk dat hij het verloop van dit verhaal bepaalt. Of althans, dat wil hij. De lyrische monologen die de jongeman en de kraai indirect toch op elkaar lijken te richten vormen een wisselwerking met de lange stroken rituele dans op de klanken van ritmische composities, jazzy interventies en onheilspellende tirades.

‘Hoort iemand de spreker of ben ik brandhout voor het vuur waar je geluk op ligt?’ De uitzichtloze gemoedstoestand waarin de jongeman lijkt te zijn beland blijkt het uitgangspunt te zijn van het ritueel. Met een knellende lichaamstaal en gebroken stem weet de 17-jarige Ernesto Samson deze rouwende rol met verve te vervullen. De intense choreografie die Dayna Martinez Morales om hem heen breidt heeft iets weg van een beklemmend exorcisme dat de jongen van zijn leed moet verlossen. Met momenten van trance, heftig gestamp, beschildering van het gezicht met blauwe verf, liefkozende aanrakingen en het opsteken van een vredespijp lijkt ze in samenspel met de kraai en verschillende geesten te roeren in zijn gevoelswereld. Dit allemaal onder live muzikale begeleiding van DJ Lovesupreme.

De geesten, die op creatieve wijze door Maureen Vrijdag worden vertolkt en in verschillende gedaantes door de setting heen paraderen, lijken hier de afleidende functie in te bekleden. Soms in de vorm van een speels verleidelijke tijger en dan weer in de vorm van een blauwe demon. Soms dansend door de ruimte en dan weer hangend in een enorme schommel.

Spijtig is het feit dat de persoon (Yusuf Şengül) die gedurende de gehele voorstelling een choreografie uitvoert in een glazen kas achterin de ruimte, pas tijdens het slot naar de voorgrond treedt. Hij lijkt symbool te staan voor de mentale bevrijding van de jongeman en weet met zijn aandoenlijke lichaamstaal de bezoeker te voorzien van een pakkend slot.

In deze intens bovenzinnelijke queeste smelten de slepende muziek, de harmonie tussen de acteurs en de sfeervolle scenografie en kostuums van Gerbrand Bos op een indrukwekkende manier samen. Of de verschillende gedaantes de jongeman steunen in zijn transitie naar een betere plek is de vraag. Feit is dat je voor deze voorstelling over een gezonde dosis verbeeldingskracht moet beschikken. De liefhebber van het hapklare plot met een concreet begin en een beslissend einde wordt aangeraden de theaterzuurstof elders vandaan te halen. Makers Rutger Esajas en Elike Roovers dagen je uit om de gelaagde wereld van transitie te trotseren. De oneindige dimensie van beweging.

Als je op de fiets bent, kom je op de route naar de Sacramentskerk de tekeningen van Jelle Diepstraten tegen. Verbonden aan theatergezelschap Le Belle en in samenwerking met DEGASTEN heeft hij een reeks tweedimensionale beelden gemaakt die staan voor transitie en rouw. 

Foto: Moos Saris