We kunnen het niet weten, maar misschien had de librettist van Mozarts opera Don Giovanni uit 1787, Lorenzo da Ponte, zijn vingers afgelikt bij de versie die De Nationale Opera er nu van speelt. Da Ponte had geen hoge pet op van de mensen die zijn opera’s bevolken. In deze Don Giovanni bedriegen ze allemaal elkaar en zichzelf. Het zijn net mensen en dat is behoorlijk spannend.

Don Giovanni raakt in deze versie al in de eerste scène dodelijk gewond door een pistoolschot van de vader van Donna Anna, het meisje dat hij verleid zou hebben. In een gevecht steekt Don Giovanni eerst de vader dood, die op zijn beurt al stervend hem nog in zijn borst weet te raken. Het doet niet af aan de energie waarmee Don Giovanni achter de vrouwen aan zit, maar af en toe zakt hij in elkaar, moet hij gedwongen rust nemen en kan hij het allemaal niet meer aan. Vandaar dat hij zich verkleedt als zijn knecht Leporello en dat die een tijdje de honneurs moet waarnemen.

Deze enscenering van de Duitse regisseur Claus Guth was eerst in 2008 een productie van Staatsoper Unter den Linden uit Berlijn voor de Salzburger Festspiele. Hij werd door Pierre Audi in 2016 naar Amsterdam gehaald om een hoogst originele voorstelling van Jossi Wieler te vervangen, met een decor van veel bedden, waarin niet de vrouwenversierder de kwaaie pier was maar de aartsconservatieve vader van Donna Anna, die ieders plezier vergalde.

De vaste vormgever van Claus Guth, Christian Schmidt, bedacht iets heel anders. Hij ontwierp een fraai, echt ogend bos en zette dat op een draaitoneel, waardoor je er steeds van een andere kant naar kijkt. Het toont een heel landschap, maar er zijn ook kleine, intieme plekjes tussen de bomen. Op die manier zie je het bos steeds op een andere manier, des te meer omdat ook de belichting van Olaf Winter telkens anders is, er soms mist komt binnendrijven en er aan het slot heel veel sneeuw valt, als Giovanni vlak voor zijn dood klaagt over de ondraaglijke kou.

De kleding is geheel van nu, bierblikjes vervangen de vele flessen wijn uit het origineel. Een oude auto strandt met panne in het bos en er is ook een troosteloos bushokje, met een dienstregeling waarop staat dat er geen bus meer langs komt. Alles speelt zich af op één plek, dat bos, en binnen één etmaal.

Deze voorstelling heeft een grote mate van realisme, met zangers die beslist echte mensen zijn. Dat heeft ook nadelen: de mannen lijken allemaal op elkaar, ze zitten allemaal achter de vrouwen aan, en de vrouwen zitten achter Don Giovanni aan, meer dan hij achter hen. Des te hypocrieter zijn ze allemaal, wat past in de ideeën van Da Ponte: de mens is slecht, zwak en dom, maar, helaas, daar moeten we het maar mee doen, als we nog een beetje gelukkig willen worden.

De oorspronkelijke regie van Claus Guth is nu ingestudeerd door Aglaja Nicolet, die er een aantal details aan lijkt te hebben toegevoegd. In elk geval zit deze voorstelling vol kleine grapje en opmerkelijke tegenstellingen. Als Zerlina haar bruidegom verleiden wil, bindt zij hem bijvoorbeeld onder het zingen vast aan een boom met haar bruidssluier.

De Amerikaanse bas-bariton Seth Carico is een menselijke Don Giovanni, met wie je eerder medelijden hebt dan dat je kwaad op hem kan worden. Adela Zaharia is een hartstochelijke Donna Anna, Amanda Majeski als Donna Elvira doet in hartstochtelijkheid weinig voor haar onder. Frederik Bergman en Lilian Farahani zijn een aandoenlijk ruziënd boerenbruidspaar. De tamelijk laffe Don Ottavio wordt gespeeld door de Chinese tenor Long Long.

Aan het eind krijgt het realisme van deze voorstelling het moeilijk. Het metafysische wordt letterlijk vertaald in het aardse. Don Giovanni wordt tijdens een picknick in het bos bezocht door de Commendatore, de geest van Donna Anna’s vader (Rafal Siwek). Hij is een sombere man met een spade. Is het Don Giovanni’s inbeelding, dat deze oude tuinman hem naar de hel zou kunnen brengen? Het Nederlands Kamerorkest onder de jonge Franse dirigent Jérémie Rohrer laat veel donderend geluid horen, maar Don Giovanni valt, zonder spijt, maar ook zonder trots, alleen maar dood op een plek aarde. Het altijd wat flauwe slotsextet, waarin de zes andere zangers hun blijdschap laten klinken over zijn dood, is geschrapt. De opera eindigt daardoor met de dood van Don Giovanni, zonder meer. Onevenwichtig, maar indrukwekkend.

Foto: Bart Grietens