Het is een vaak gebezigde stelling dat vrijwel elke opera teruggebracht kan worden tot een tenor die achter een sopraan aanzit, terwijl een bariton daar een stokje voor steekt. Dit alles het liefst in een zo onwaarschijnlijk mogelijke plot. Precies dit toont de Lets-Amerikaanse Sirje Aleksandra Viise met hulp van tientallen Barbiepoppen.

In haar eentje presenteerde Viise iedere dag van het O. festival in een klein halfuurtje een andere opera, variërend van Mozarts Die Zauberflöte tot Puccini’s La bohème, van Verdi’s La traviata tot Catalani’s La wally. Ik koos opzettelijk voor de langste: j Prokofjevj Prokofjev Oorlog en vrede, een opera die doorgans inclusief pauzes meer dan vijf uur in beslag neemt. Hoe breng je die opera terug tot een half uur?

Het publiek verzamelt zich voor aanvang voor een televisiescherm vanwaar een Barbiepop een korte inleiding verzorgt: ‘It’s kicking! Really good stuff!’ Echt veel over de opera komen we niet te weten en dat is ook absoluut niet de bedoeling. Wat volgt is een half uurtje poppenkasttheater, waarbij alle bijfiguren genegeerd worden en de plot terug is gebracht tot de absolute kern. Er is een bal, nog een bal en liefdes ontstaan. Meerdere malen grijpt Viise naar de verkeerde pop, maar dat deert Viisse niet: ‘Ok, verkeerde pop, maar deze heeft wel beter haar.’ En door, want de troepen van Napoleon zijn al bijna in Moskou – de voorstelling is op dit moment nog geen kwartier onderweg.

Voordat de oorlog in het tweede bedrijf echt uitbreekt, krijgen we snel een absurde commercial voor ‘1-888 GRAN SEKS’ en dan is het zover: ‘Hier is het geluid van oorlog!’ Viise strooit met speelgoedsoldaatjes en nepbloed – ‘kijken jullie straks wel uit als jullie naar buiten lopen?’ – en dan valt heel Moskou ten prooi aan vlammen op het televisiescherm waarop we net nog commercials zaten te kijken. Alle gekken en prostituees vluchten uit de stad en dus gooit Viise nog wat poppen richting het publiek.

Snel door naar een plattelandsscène als de gevluchte Natasha Andrei weerziet. Trouwen? Nee, dat kan hij niet, want hij is bezig dood te gaan. Enter Pierre: zullen wij dan maar trouwen, die oorlog is toch bijna voorbij. ‘Zullen we dan nu samen een lied zingen?’ vraagt Viisse aan het publiek, maar helaas, niemand kent een aria uit de opera. Voor Viisse hoeft dat geen probleem te zijn, want in opera kent bijna niemand zijn partij, dit is onze kans. Maar soit: ‘Willen jullie dan nog een commercial zien?’

Maar daar is geen tijd meer voor, en dus staat het publiek inderdaad na een half uur weer in de foyer van De Doelen. Meer dan een handvol aria’s heeft Viisse niet gezongen, en uiteraard waren die aria’s ook nog eens flink ingekort. Met DOLLS wil Viisse niet louter de absurditeit van menig opera tonen, maar met deze performance levert zij ook op satirische wijze commentaar op cultuurbezuinigingen die grootste operaproducties meer en meer bedreigen, waardoor volwaardige producties alleen nog maar toegankelijk zijn voor de elite.

Die laatste boodschap komt echter niet duidelijk over en hoewel het gestuntel en geveeg met de poppen op de lachspieren werkt, is het eindresultaat wat mager. En de constatering de meeste operaplots op zijn zachtst gezegd nogal vergezocht of clichématig zijn, gaat voorbij aan het gegeven dat een goede opera juist van de meest onwaarschijnlijke verhalen fenomenaal muziektheater kan maken.

Foto: Marcus Lieberenz