In haar eerste voorstelling ging het erg veel over haar vriendin en de bijbehorende kinderwens, maar helaas is de relatie van Kim Schuddeboom inmiddels uit. Ze had haar hele tweede show al af en moest een ander onderwerp gaan bedenken. ‘Maar waar ga je het dan over hebben?’ vroeg haar moeder bezorgd.

Kim Schuddeboom is blij om hier te zijn. Al in de eerste minuten van haar tweede show Doe maar rustig begint ze met het aanspreken van mensen op de eerste rij. Ze kletst wat met een meneer, vertelt over haar relatie die net uit is en maakt een grappige vergissing over twee zusjes: ze zit er meteen goed in.

Het eerste halfuurtje voelt een beetje als stand-up, met veel interactie met het publiek en losse verhaaltjes met snelle grappen. Hoewel de interactie gedurende de hele voorstelling wel blijft terugkomen, komt er langzamerhand een rode draad in haar verhaal: de dood van haar vader en stiefvader Kees.

Als haar ouders op haar negende scheiden, hertrouwt haar moeder en verhuist haar vader naar Heiloo. Haar vader is een conservatieve, rokende, mentaal beetje afwezige tandarts, terwijl Kees haar stiekem bier en sigaretten geeft als haar moeder al slaapt. De vaders vullen elkaar perfect aan, al is dat niet altijd even leuk voor haar moeder. De plottwist over de mannen die halverwege het verhaal opeens aan het licht komt, is perfect getimed.

Schuddeboom vertelt haar jeugdherinneringen met veel humor, ook al zit er vaak iets schrijnends in: haar vader die eigenlijk niet echt luistert naar haar verhalen als kind, haar moeder die haar niet uit de brand wil helpen. Wanneer ze over de dood begint, wordt de zaal stiller. Schuddeboom haakt daar meteen op in: dat ze dat ook wel lekker vindt, en dat het juist goed is om het over de dood te hebben. Af en toe wordt het echt even moeilijk, bijvoorbeeld wanneer ze het heeft over haar vader die aan haar vraagt of hij euthanasie mag ondergaan, of wanneer ze Kees vanaf een luchtbed in de kist moet tillen. Hoewel er duidelijk emotie in het verhaal ligt, weet ze heel goed wanneer er weer een grap kan worden gemaakt, zonder dat de pijn van het verhaal teniet gedaan wordt.

Er zijn ook wel iets mindere momenten, zoals haar verbazing dat mensen op de eerste rij hun dochter geen mes meegeven tijdens het uitgaan of het net te lang doorgaan op haar intrusie over navelstenen. Tegelijkertijd voel je dat Schuddeboom eerlijk is en alles zegt wat ze denkt, ook als dat wat minder goed valt bij het publiek. Bovendien doen deze momenten uiteindelijk geen afbreuk aan haar overkoepelende thema en de manier waarop ze daarmee speelt. Wanneer ze vertelt over een gastles die ze heeft gegeven op een school en waarom ze laagopgeleide mensen leuker vindt, komt haar eerlijkheid en directheid beter naar voren.

Met haar tweede avondvullende voorstelling raakt Schuddeboom precies aan hoe rauw en mooi cabaret kan zijn. Ze combineert moeilijke onderwerpen met luchtigheid en creëert daarmee ruimte voor alle bijbehorende emoties.

Foto’s: Bob Bronshoff