In een afgedankte fabriekshal uit de jaren zestig, aan de rand van Drachten, speelt het Friese gezelschap Tryater een boeiende, intelligente en ook weemoedige voorstelling over Europa, getiteld Doarp Europa. Negen spelers van uiteenlopende herkomst, waaronder Duitsland, Italië en Polen, vertolken negen verschillende visies op gemeenschapszin én individualiteit, Europese eenwording én nationalisme. Muzikant en acteur Beppe Costa, met Italiaanse roots, is verantwoordelijk voor de muziek. Op de speelvloer staan witte, rijdende huisjes, een kerk en een notariswoning als het toonbeeld van een Fries dorp. Verspreid staan gieters, variërend in grootte, die een landelijke atmosfeer oproepen: het is toch je eigen tuin waar je leeft.

‘Welkom op het platteland. Dit is ús doarp. Dit is ons dorp’: zo luiden de zinnen van de voorstelling, bedacht en geregisseerd door Ira Judkovskaja met tekstbijdragen van Eelco Venema. Vervolgens variëren tekst en spel prachtig op het begrip Europa. We keren zelfs terug naar de Griekse mythologie, waarin Zeus in de gedaante van een stier de beeldschone prinses Europa verleidt. Zo is Europa ontstaan.

Het verhaal van dit werelddeel verloopt langs lijnen van eenwording en versplintering. Elk van de spelers vertelt zijn of haar eigen verhaal, waarin het dorp of land waar je vandaan komt het cruciale begin is. Daar waar je wortelt, dat bepaalt je identiteit.

In een fijne, ritmische afwisseling van dialoog en monoloog, van individualisme naar collectiviteit, ontvouwt Doarp Europa zich. De Poolse danseres en de Nederlandse boerenzoon komen tot elkaar in een hilarisch gesprek, waarin de Nederlandse jongen al mimend haar het begrip ‘heimwee’ probeert uit te leggen.

Indrukwekkend is de monoloog van Eva Meijering in groene jumpsuit, waarin ze uitlegt dat grenzen dicht moeten en dat migranten onwelkom zijn. Haar visie getuigt van welbewust incorrect politiek denken, en wordt zo overtuigend gebracht dat je als toeschouwer met haar meegaat. Totdat het een van acteurs te veel wordt en hij zich uit de voeten maakt, onder het motto een glas water te gaan drinken. Hij grijpt een van de gieters en drinkt ervan, en vervolgens gaat hij helemaal los: hij giet het water uit de gieters over zichzelf, over de grond, over de speelster met haar anti-migrantenideeën. Een schitterende scène, gespeeld op de grens van realisme en groteske uitvergroting die pijnlijk voelbaar maakt hoe moeilijk het is te reageren op rechts gedachtegoed.

Mooi is ook de scène waarin een speelster van muzikant Costa gitaarles krijgt, we gaan van E naar A-majeur. Het lijkt als een taalles. Ondertussen verrijden de spelers de huisjes tot telkens nieuwe configuraties, nu eens als een hecht verbonden dorp dicht bij elkaar, dan weer verspreid en eenzaam staand in weer en wind. Aan het slot klauteren ze met zijn alleen in zo’n huisje, dat wegrijdt over de steeds donker wordende avond. Dat is een hoopgevend beeld: Europa is werkelijk verenigd, iedereen in één huis.

De tekst van Venema grenst aan poëzie, zoals in deze woorden: ‘Iedereen gaat weer naar huis. Het zal donker zijn als de mensen thuis komen. Het is heerlijk om elke dag thuis te komen. Ons huis zal een oase zijn. Een baken in de wilde oceaan.’ Aan het slot laat Beppe Costa weten dat het huis van zijn moeder in een dorp boven Turijn te koop staat voor twintigduizend euro. Ze is te oud het langer te bewonen. Zo verdwijnt iemands ijkpunt, zijn geboortedorp, uit zijn leven.

Niemand van de aanwezigen die het wenst te kopen. Zijn werkelijk alle grenzen geslecht of leven we toch nog altijd liever in ons eigen land? Met muziek, wervelend spel en indringende teksten geeft Tryater vorm aan al deze vragen. Voor wie het Fries niet beheerst, is er een koptelefoon met Nederlandse tekst voorhanden.

Foto: Moon Saris