We worden door de dramaturgische tekst al gewaarschuwd dat Astrid Boons’ voorstelling confronterend kan zijn. Dat klopt en dat is in zichzelf prijzenswaardig, maar helaas komt Do you believe me yet? ook niet veel verder dan het tonen van confronterende beelden en geluiden.

De drie dansers – Astrid Boons, Spencer Dickhaus, en Spenser Teberghe – beginnen in één kluwen van op elkaar steunende en naar elkaar grijpende lichamen. Wat daarbij opvalt is dat ze elkaar ondanks het fysieke contact niet aankijken, waardoor er een beeld ontstaat van elkaar gebruiken, niet echt contact willen, en toch van elkaar afhankelijk zijn.

De kluwen draait om zichzelf heen en beweegt niet echt voorwaarts, wat het idee van onproductieve, misschien zelfs toxische banden nog verder lijkt te onderstrepen. Langzaamaan raken de dansers los van elkaar en bewegen voort, de kluwen ontwart. Een bewegingstaal met veel ingedraaide knieën, naar buiten of voren geklapte voetzolen en gekromde ruggen is te zien, alsof het op eigen benen staan nog zo makkelijk niet is.

Er ontstaan solo’s, waarbij die van Spencer Dickhaus bijzonder aangrijpend overkomt. Als een spartelende vis of een geteisterd dier beweegt hij over het podium, nog altijd die intens doodse blik in de ogen. Associaties met marteling, geboeid of geketend zijn, of klein gehouden worden dienen zich aan. Zijn solo ontwikkelt zich verder tot een behoorlijk letterlijke verbeelding van een koe, wat bij het publiek op de lachspieren werkt, maar die uiteindelijk ook gaat vervelen.

Boons beheerst de zombieblik als geen ander, en haar dans heeft een haast magnetische kwaliteit, je kan niet anders dan naar haar kijken. Haar bewegingen doen aan zwemmen denken, waarbij ze ook af en toe naar beneden zinkt, misschien wordt het haar allemaal te veel en is ze aan de stroming overgeleverd.

Poëtische beelden genoeg, maar tegelijkertijd komt Do you believe me yet? niet echt verder dan dit soort associaties. Spenser Theberge spreekt bijvoorbeeld een fragmentarische tekst uit die eerst lijkt op een telefoongesprek, dan meer op een verdediging tegen een aanklacht, zonder dat er ooit iets duidelijk wordt. Theberge heeft een goede stem en de teksten passen bij het gevoel van jezelf niet staande kunnen houden dat ook in de bewegingen overheerst. Toch wekt de tekst eerder ergernis op, omdat niet duidelijk wordt of hij de woorden uitspreekt als personage, of dat deze woorden door wie dan ook van de performers uitgesproken hadden kunnen worden. De status van de woorden is onduidelijk: geven ze (zoals muziek) een sfeer aan, of wordt met deze tekst een karakter ontwikkeld?

De indringende bewegingstaal en overtuigende zombieblikken ten spijt; Do you believe me yet? werkt nergens naartoe. Er is geen confrontatie tussen de dansers, geen echte opbouw of verandering in stijl. De belangrijkste spanningsboog wordt gevormd door het steeds verder omlaag zakkende decor, dat ook als scherm fungeert, maar ook dat kan de status van gimmick helaas niet echt overstijgen.

Foto: Joris-Jan Bos