Échte mannen laat zien dat Le Mouton Noir lef en ideeën heeft ****
Hoe word je gelukkig? ‘Koning van de kaaklijn’ Thom Gerrits heeft werkelijk alles geprobeerd: van filosofen lezen en yogaën tot de zuurtegraad van zijn pis meten en paddodruppels doen op de Veluwe met zijn spiritguide Marjoke. Helaas is zij nog in opleiding, dus heeft ook zij het antwoord niet.
Thom Gerrits komt kromlopend op met een lampion, zet deze weg, gaat op een vat staan en begint met rappen. Hij moet niks, alles mag. Terwijl hij stretcht opent hij hiermee zijn voorstelling, als een warming-up voor zowel hemzelf als voor het publiek.
Het is even wennen: de overgang van rapnummer, naar verhaal, naar imitatie van een oude man die op zijn hoofd gaat staan. In het begin voelt het nog een beetje onsamenhangend, maar langzamerhand begin je de speelwijze en belevingswereld van Gerrits te begrijpen en begint de voorstelling vorm te krijgen. Het is duidelijk dat Gerrits veel kan, maar vooral ook veel wil. Niet alleen op het podium, maar ook in het leven.
Gerrits kijkt graag yogavideo’s, hoewel hij principieel tegen yoga is en de manier waarop wij als westen de oosterse spiritualiteit hebben geleend. Want wij doen yoga, maar wel op vaste tijden op een vaste plek, en we mediteren wel, maar wel met behulp van een app die ons eraan herinnert wanneer we dat moeten doen. Helaas Gerrits is als een blok gevallen voor de yogavrouw, met haar paardenstaart en haar strakke legging: ‘Open mijn chakra’s en noem me een slet.’
Vroeger had Gerrits geen vrienden. Bij hem thuis zeiden ze altijd: ‘Boeken zijn ook een vriend.’ Dus besloot hij alle filosofen te lezen om te ontdekken hoe je gelukkig kon leven. Dat viel tegen, want filosofen zijn depressieve sukkels. Bovendien: hoe meer je leest, hoe minder je weet.
Gelukkig kan Gerrits zijn kennis over filosofen wél gebruiken om mooie, historische anekdotes uiteen te zetten, zoals wanneer hij de zwerverfilosoof Diogenes aanhaalt. Met een combinatie van humor, interesse en oprechte bewondering vertelt hij het levensverhaal van deze oude Griek. Datzelfde gebeurt wanneer hij vertelt waar Plato zijn bijnaam aan te danken heeft. Stiekem hoopt Gerrits dat hij ooit ook een bijnaam krijgt, zoals ‘koning van de kaaklijn’, en dat een andere cabaretier het dan over honderden jaren over zijn denkwijze heeft en aan het publiek vertelt: ‘Wist je dat hij niet echt koning van de kaaklijn heette? Hij heette eigenlijk Thom Gerrits.’ Lekker meta.
Na een nummer waarin Gerrits uitgebreid zijn drugservaringen deelt, concludeert hij dat hij er even uit moest: uit de drukte van de stad en het alledaagse leven. Dus hij ging naar de Veluwe, om daar te verblijven in een ‘pod’, een soort ruimtelijk efficiënte, luxe grafkist. De manier waarop hij speelt met woorden, uitspraak en herhaling maakt dit een van de grappigste thema’s van zijn voorstelling.
Ook wanneer het even minder grappig wordt, zoals wanneer hij vertelt over zijn opa’s ervaring met het vergissingsbombardement, blijft Gerrits boeiend vertellen. Heel even wordt het een beetje langdradig, maar de uitsmijter van dit verhaal, waarin hij een sneer doet naar Arnhem, werkt extreem goed bij het Nijmeegse publiek.
Uiteindelijk besluit Gerrits, omdat hij zich slecht kan vervelen, om paddodruppels te doen in zijn ‘pod’ op de Veluwe. Doordat hij erg ongeduldig is, heeft hij al snel het gehele flesje achterover gewerkt. Wat volgt is een hilarisch en tegelijkertijd ietwat schrijnend typetje: zijn spiritguide in opleiding Marjoke, die zijn vraag over geluk keihard terugkaatst naar hem, want ze heeft bij haar assertiviteitscursus geleerd dat ze geen deurmat meer is.
Dat is dan ook de vraag die gedurende de gehele voorstelling centraal blijft staan. Op een geheel eigen wijze probeert Gerrits het antwoord op misschien wel een van de moeilijkste filosofische vraagstukken te vinden: hoe wordt hij gelukkig?
Foto’s: Charlotte Versteeg