Weleens gehoord van de Onthaastingsschool? Een type onderwijs waar het niet langer draait om leerdoelen en prestatiedwang, maar om rust en vertraging. De leerlingen mogen hier ook gerust dagdromen en zich vervelen. Het is de aanstekelijke fantasie van één van de ‘probleemjongeren’ in de voorstelling Dissident.

Theatermaker Lara Staal ging voor deze voorstelling samen met muzikant en performer Serdi Faki Alici op zoek naar jongeren die zich verzetten tegen het onderwijs. De een kon zich onmogelijk concentreren tijdens de saaie lessen, de ander heeft een te grote mond tegen de autoritaire docenten en de volgende kreeg een nul als totaalcijfer op zijn rapport. ‘Hoe kun je iemand een núl geven?’ vraagt hij het publiek en ondanks zijn stoere houding is het stille verdriet zichtbaar.

Isaac, Eliaz, Seppe, Siham en Haroun spelen hun rollen naturel en samen met beatboxer Faki Alici staan ze ronduit zelfverzekerd op het toneel. In een decor van bureaustoelen en formicatafels, met op de achtergrond hoog opgestapelde autobanden, doen ze hun verhaal. Ieder van hen heeft een eigen reden waarom hij van de ene na de andere school werd weggestuurd en uiteindelijk uit het systeem is gevallen. Maar ze zijn bepaald niet op hun achterhoofd gevallen en de kritiek op het schoolsysteem is niet van de lucht. Het publiek krijgt les over door hen bedachte, nieuwe onderwijsvormen. Interessant is ook de Dekoloniseringsschool, waar de docenten verder kijken dan het Europese perspectief en ook lesgeven over oude beschavingen uit andere culturen.

De realiteit is anders – zeker in Vlaanderen, zo lijkt het. Als de jongeren het Rotterdamse publiek vragen wie er goede herinneringen heeft aan zijn schooltijd gaan er meer handen omhoog dan in de Vlaamse steden waar de voorstelling speelde, vertellen ze. Treurig is het verhaal van de jongen die depressief was, maar voor lui werd aangezien, en door zijn docenten werd gekweld met uren vol zinloos strafwerk.

In één van de scènes verschijnen de jongeren met prachtig vormgegeven rubbermaskers over hun hoofden. De brillen, hangwangen en doffe blik in de ogen laten zien dat we hier met totaal ongeïnspireerde schoolfrikken te doen hebben. Wie niet kan meekomen in hun klas, lijkt reddeloos verloren.

De voorstelling is op zijn best als de jongeren geëmotioneerd tekeergaan tegen het onrecht dat hen is aangedaan en de tafels, stoelen en autobanden door de lucht laten vliegen. Dissident neemt duidelijk stelling: de groep is gelabeld als  probleemjongeren, maar het échte probleem zit hem in het rigide onderwijssysteem.

Op een groot digibord verschijnen filmpjes waarin ouders en docenten hun verhaal doen. De volwassenen zijn betrokken, en zitten soms met de handen in het haar, maar ze lijken weinig te begrijpen van de oorzaken van het probleemgedrag van hun kroost.

Naar het einde toe neemt het verhaal een theoretische wending en krijgen de revolutionaire ideeën de vorm van een beleidsrapport. De spontaniteit verdwijnt dan uit het spel en de scènes doen een beetje te ingestudeerd aan. Maar dan volgt er nog een verrassing en zien we in een gefilmd straatbeeld dat het rapport op de eerste schooldag na de zomervakantie daadwerkelijk is aangeboden aan de Vlaamse onderwijsminister Ben Weyts. In een open brief noemt hij de ontmoeting met de dissidenten zijn ‘allermooiste 1 september ooit’.

Foto: Michiel Devijver