Voor Ellen Dikker bestaat de wereld vooral uit haar eigen leefomgeving. Waar ze in haar vorige programma Groene vingers haar moestuin centraal stelde, gaat het nu om haar voetballende zoontje. Haar inspiratie voor voorstellingen haalt ze uit dagelijkse ditjes en datjes, wat best tot hilarische sketches zou kunnen leiden. Helaas blijft het bij voorspelbare anekdotes.

Ellen Dikker is cabaretière, maar vooral moeder. Moeder van een zoontje dat bij Ajax voetbalt. Dat vergt nogal wat incasseringsvermogen. Niet voor haar zoontje, maar voor Dikker zelf. Bijvoorbeeld als een buitenlands toernooi onverhoopt niet doorgaat, of als een brief het verschil kan maken tussen blijven of wegmoeten.

Voor Dikker zijn het tekenen van wel of geen geluk en succes, signalen die haar bestaan van jongs af aan kenmerken. Ze haalt daarbij de angst van haar ouders aan, die de kleine Ellen altijd waarschuwden voor alles wat mogelijk gevaarlijk zou kunnen zijn. Het dunne psychologische lijntje bestaat uit diezelfde angst, die ze nu projecteert op haar zoontje. Een daarvan is de angst om te falen. Om dit probleem het hoofd te bieden, besluit ze een boek te lezen dat haar kan helpen in zeven stappen gelukkig en succesvol te worden. Daarbij paradeert ze tussen de verschillende stadionstoeltjes, die in verschillende hoogten op het podium staan opgesteld. Een leuke toevoeging aan de voorstelling.

In eerste instantie neemt Dikker het boek serieus. Gaandeweg volgt het inzicht dat geluk en succes toch echt wezenlijk andere begrippen zijn. Dat voelt als een wat halfslachtige poging om het wat oppervlakkige materiaal naar een abstract niveau te krijgen. Gelukkig toont ze veel zelfspot door haar (gebrek aan) naamsbekendheid te benoemen en weet ze best onderhoudend te vertellen over haar rol als moeder. Dat maakt Dikker zeker een sympathieke cabaretière, maar het blijft ergens ook gevaarloos. Bovendien zijn grappen over haar eigen jeugd en moederschap al vaker voorbij gekomen in haar eerdere programma’s. Die blijvende zweem van nostalgie maakt het lastig om een nieuw, groter publiek te bereiken. Nu blijft de vraag voor wie de verhalen van Ellen Dikker interessant zijn. Met grappen over potjes Monopoly, bedrijfsslogans en wat publieksparticipatie brengt ze te weinig. De ironie is dat ze nog wel ergens de term out of the box laat vallen. Het zou voor haar zesde programma geen overbodige luxe zijn.

Foto: Eric van Nieuwland