Zijn de personages die de Duitse schrijfster Dea Loher (1964) in Dieven opvoert levenden, doden, bijna-doden? In elk geval, ‘dieven’ zijn het die als schimmen door de wereld dolen, aan de rand van de stad. In de regie van Jessie L’Herminez bij Toneelschuur Producties is Dieven een oefening in het groteske acteren waarbij zes acteurs twaalf personages vertolken. De wisselingen van kostuum (Lisanne Bovée), grime en kapsel maken de maskerade perfect.

De een kruipt over de vloer en laat weten niet meer te willen leven. Een jonge vrouw staat te trillen van geluk: ze gaat promotie maken bij een supermarktketen, maar als dat ‘ergens na volgend jaar’ niet doorgaat stort haar wereld in en verliest ze man en kind. Abortus, ouderdom, eenzaamheid, verlies van een zoon, verhalen over een wolf, een bijna moordpartij in een bos waarna het stelletje gewoon weer naar huis gaat: dit alles vormt een mozaïek van deze tijd. In 2003 werd Dieven opgevoerd bij het Ro Theater in de regie van Alize Zandwijk, die de eer te beurt viel Dea Loher voor het Nederlandse theater te hebben ontdekt. De uitvoering werd destijds beschreven als een voorstelling over ‘mensen die leven alsof ze niet leefden’.

L’Herminez (1990) sluit haar regie hierbij aan. Dankzij de vele dubbelrollen krijgt haar voorstelling een verrassende eenheid. Aanvankelijk lijken de verhalen niets met elkaar te maken hebben en lijkt elk personage met zijn of haar verhaal geïsoleerd, maar gaandeweg verweven en verbinden de verhalen zich met elkaar. Dat laat de regie zien in een mooi beeld, ergens op tweederde van de voorstelling: de acteurs houden zich aan elkaar vast in een lange keten, als uiting van hun verbondenheid.

De keur aan acteurs, van geoefend tot een afstudeerstage, maakt van Dieven een bijzonder tableau van soms beklemmende, maar zeker ook humoristische scènes. Als een echtpaar in het begin een dier vermoedt dat in hun achtertuin de boel omwoelt, blijkt dat later een van de personages te zijn die ze doden, waarop de vrouw zegt: ‘Ik heb me nooit zo goed gevoeld.’ Een tienermeisje is zwanger van haar vriend die begrafenisondernemer is met de schitterende achternaam Erbarmen. Hij wil abortus, zij niet. Als er later een broer begraven wordt, komen we dezelfde uitvaartbegeleider tegen. Maar die broer lijkt misschien helemaal niet bestaan te hebben, uitgewist door het leven. Het enige uit zijn nalatenschap zijn de muren van zijn appartement die hij met woorden heeft volgeschreven.

Mannen- en vrouwenrol, gender, identiteit: het loopt allemaal door elkaar. Nanette Edens, Arthur Harshagen, Nick Livramento Silva, Mara van Vlijmen, Nimuë Walraven en Maurits Wijmenga vormen een sterke acteurseenheid, hoe verschillend van leeftijd en achtergrond. Het decor bestaat uit zwarte schotten aan weerskanten die duidelijk de speelvloer afbakenen: opkomst is veelal links, afgang rechts. Tegen de achterwand projecteert het kunstenaarscollectief Pensive Vivifier vloeiende, abstracte beelden die vervormde werelden voorstellen, soms herken je er daken van huizen in, dan weer oceaangolven of weelderige plantengroei. Naarmate de voorstelling vordert, wordt de abstractie groter en lijkt het of de beelden inzoomen op details, moleculen misschien.

Voeg daarbij het bewegingspatroon waarin L’Herminez de personages lijkt te vangen. Elk van hen doet iets met zijn of haar lichaam, met voetstappen en armgebaren, met bewegingen als uit een stripverhaal of juist uit de hoek van het expressionisme. Deze choreografie kantelt het realisme en maakt Dieven tot een soort grensverleggend Gesamtkuntswerk waarin ogenschijnlijke losse verhaallijnen zich aaneenrijgen tot een steedse hechtere eenheid. Wel moet gezegd dat het groteske soms te sterk de overhand krijgt, waardoor een enkele scène net iets overspeeld wordt.

Een heel rauw personage en voor mij een van de hoogtepunten is de oeroude man (gespeeld door Nanette Edens) die voortschuifelend achter een rollator zich eigenlijk al in het dodenrijk bevindt. Hij handelde in verzekeringen tegen overmacht, maar keerde nooit uit. Want overmacht weet hij altijd aan menselijk falen. Totdat hij bericht krijgt dat zijn zoon dood is. Kwam dat door overmacht? De man uit een geluidloze kreet van smart. Mara van Vlijmen (een van de oprichters van Theatergroep De Warme Winkel) staat als laatste op het toneel, gekleed in mantelpakje, stijve pruik op. Ze wil iets zeggen, maar zegt niets; nog eens de poging iets te zeggen, ze herneemt zich en blijft zwijgen. Dat is een prachtig slot, waarin de hele voorstelling zich weerspiegelt: iets willen zeggen en toch maar verzwijgen, willen leven maar eigenlijk al ronddolen in het schimmenrijk.

Foto: Sanne Peper