Zachter, steeds zachter: ‘Ewig… ewig…’ De laatste noten van het Amsterdam Ensemble sterven weg, links leunt mezzosopraan Christianne Stotijn tegen een pilaar, rechts actrice Julika Marijn. Langzaam dooft het licht. Seconden die minuten lijken te duren is het doodstil in de Deventer Synagoge. Ergens snikt iemand zacht. Applaus lijkt bijna misplaatst op de sterfdag van Etty Hillesum, maar wanneer dat applaus toch komt, is het meer dan enthousiast.

Zeventig minuten eerder begint het vertrouwd: eerst nemen de musici hun plaats in, stemmen hun instrumenten, dan komen de solisten op. Terwijl een fragment uit het tweede pianotrio van Sjostakovitsj de ruimte vult, lopen Stotijn en Marijn naar hun plaats achter een tafel bezaaid met boeken, papieren en een typemachine. Nu, tafel… ze gaan zitten op de verhoging achter de aron hakodesh, de kast waarin de Thora-rol wordt bewaard. Een verhoging die er eigenlijk niet hoort te zijn, maar die is gebouwd voor het orgel van de gereformeerde kerk die het gebouw overnam, ver na de Tweede Wereldoorlog waarin de Deventer joodse gemeenschap werd gedecimeerd.

Niets is wat het op het eerste gezicht lijkt deze avond. Alles heeft lading.

Zonder begeleiding, maar met de echo van de synagoge zingt Stotijn de eerste regels van Schuberts Gretschen am Spinnrade, ‘Meine Ruh ist hin, Mein Herz ist schwer.’ Maar wie na deze eerste woorden een loodzware voorstelling over Het verstoorde leven van Etty Hillesum verwacht, komt bedrogen uit. Deze onrust betreft vooral boeken die nog gelezen moeten worden, vertalingen die nog moeten gemaakt. En de minnaar die eigenlijk best lelijk is, maar o, zijn handen. Op het bal van Tsjaikovski en Das Fest van Martin komen voorbij, en bijna speels geven Stotijn en Marijn gestalte aan de eerste dagboekfragmenten van Hillesum, waarbij ze elkaar constant aanvullen: Marijn als de chaotische van de hak op de tak springende Hillesum, Stotijn als de meer dromerige Hillesum. Zelfs wanneer halverwege de voorstelling onontkoombaar donkerder wordt, valt er iets te grimlachen als twee ensembleleden Duitse Gestapo-officieren spelen die geïrriteerd raken door de lachende gezichten van Stotijn en Marijn.

Een groter contrast met wat volgt is amper denkbaar. Omlijst door gruwelijke passages uit Hillesums laatste brieven vanuit Kamp Westerbork zingt niet Stotijn maar Marijn fragmenten uit Wiegala van de Joodse schrijfster en componiste Ilse Weber, a capella. Dan: een luid pianoakkoord, cello, viool en de klagende klarinet die, in een spaarzaam arrangement van Mahlers Der Abschied, welhaast automatisch aan klezmer doen denken. Langzaam maar synchroon bewegen Stotijn en Marijn zich in dit langste deel van de voorstelling door de synagoge. Ze weerspiegelen zo niet alleen de tekst die van afscheid en van wedergeboorte spreekt, maar ook het werk van Etty Hillesum.

Het is hartverscheurend mooi.

Natuurlijk, de datum en de locatie spelen een rol bij deze Nederlandse première van Die Weise von Liebe und Tod, net zoals bij de eerste uitvoering in Vlaanderen in de al even historisch beladen Kazerne Dossin in Mechelen. Een ‘geënsceneerd concert met dagboeken van Etty Hillesum als uitgangspunt’ noemen ze het zelf, maar het is meer dan dat en geschikt voor alles van muziekzaal tot kazerne, van schouwburg tot synagoge. Want welke zangeres durft het aan om met een alom geprezen actrice te acteren en ondertussen slechts een fragment van Schubert te zingen? Wie Gretchen am Spinnrade op het programma zet, zingt het helemaal! Maar waarom zou je eigenlijk? En waarom zou je als actrice het niet aandurven om in plaats van de wereldberoemde mezzo naast je zélf te zingen?

Stotijn en Marijn durven het niet alleen, ze doen het, met een fascinerende mengvorm van recital en theater als gevolg. Julika Marijn maakte tien jaar geleden al een theatervoorstelling over Etty Hillesum en Christianne Stotijn raakte na haar verhuizing naar Deventer gefascineerd door haar nagelaten geschriften. Samen met regisseur Moniek Kramer vinden ze een nieuwe vorm uit die het etiket muziektheater en eerdere experimenten waarbij aan het klassieke recital theatrale elementen worden toegevoegd ontstijgt. Deze voorstelling kan zo in het Holland Festival.

Na afloop presenteert Christianne Stotijn haar nieuwste cd in het letterlijk een deur verder gelegen Etty Hillesum Centrum, compleet met hapjes, wijn en champagne. Ongepast? Welnee. Want als iets naar voren komt uit het lezen van Hillesums werk, dan is het een ongebreidelde levenslust, het mooie blijven zien, ondanks alle twijfels en angst, zelfs in de meest onmogelijke tijden.