Medea, Klytaimnestra, Penelope, Philomela, Medusa, Echo, Kassandra: vrouwen uit de klassieke literatuur en de Griekse tragedies die het zwaar krijgen te verduren, eeuwenlang. Penelope moet lakens weven om tijdens de afwezigheid van haar man Odysseus de vrijers van zich af te houden. Tovenares Medea wordt gek gemaakt van jaloezie door haar overspelige echtgenoot Jason, doodt haar kinderen wordt verbannen.  Nimf Philomela wordt verkracht en daarna gruwelijk vermoord. Het prachtige haar van Medusa verandert in slangen. En Echo is niet meer dan een stem in de bergen.

De voorstelling Die Unerhörten (De ongehoorden, 2021) door het Residenztheater uit München vormt de zwiepende, wervelende, hypnotiserende opening van de elfde editie van het Festival Brandhaarden, gewijd aan de vrouwelijke stem in het theater, de Female Voices. Zes vrouwelijke makers presenteren voorstellingen die ‘de westerse canon en stereotypering van vrouwen in het theater’ onderzoeken, vormgeven, uitbeelden.

Regisseur Elsa-Sophie Jach (1991) van Die Unerhörten confronteert teksten van haar favoriete auteurs als Ingeborg Bachmann, Christa Wolf, Sappho en Hélène Cixous met de klassieke typeringen. De werkelijke vrouwenstemmen zijn ‘nooit gehoord’ en nu moeten ze ‘gehoord’ worden. Ook de klassieke literatuur is a man’s world, misschien moet je zeggen: juist de klassiek literatuur wordt gedomineerd door het mannelijke perspectief. Zij waren de strijders, de legeraanvoerders, zij waren het die de wereld gingen omzwerven (Odysseus) of die hun dochter offerden voor gunstige wind, zoals het lot van Iphigeneia was.

In het decor dat een roze, decadente disco voorstelt met een fontein in het midden en verlicht door flitsende lampen richten zes actrices als in een koor frontaal hun tekst in de richting van de zaal. Ze doen dat zangerig, melodieus, aanvallend, fluisterend, maar vooral met ingehouden woede. Alleen al die samenspraak die soms een samenzang wordt is een grootse prestatie.

Livemuziek van technoband Slatec begeleidt de actrices. Kern van hun poëtische litanie vormen de gedichten van Sappho, de weergaloze lyrische dichteres uit de oudheid van wie slechts enkele tekstfragmenten behouden zijn. Nu krijgt zij opnieuw stem dankzij het reciteren van haar werk in combinatie met hedendaagse teksten. De Duitse schrijfster Christa Wolf bijvoorbeeld hervertelde, met boeken als Kassandra (1983) en Medea (1996), de klassieke vrouwenpersonages uit feministisch perspectief. Haar baanbrekende werk vormt een van de fundamenten van Die Unerhörten.

Theatraal ‘hoogtepunt’ is de gruwelijke verkrachting en verminking van Philomela. Het is bijna te gruwelijk om aan te horen, mede door de confronterende, directe speelstijl. De fontein die eerst onschuldig water spoot, verandert in een bloedfontein. Een van de actrices transformeer tot een bokser die haar pijn en woede alleen met fysieke kracht kan uiten en temperen. De speelstijl verandert in een soort heftige choreografie, waarvan de expressie wordt verstrekt door de trombone, slagwerk, synthesizer en drums van Slatec. Ze spelen beslist niet uitsluitend disco, eerder zeer geavanceerde techno die op energieke, vitale wijze harmonieert met de teksten.

De ‘ongehoorden’ uit de titel laten van zich horen, ze spreken, ze bedwelmen ons met hun stemmen. Vrouwen zijn heus niet alleen leraressen, verpleegsters, winkelmeisjes, zoals een tekstfragment luidt, evenmin wevers van lakens, zoals Penelope, ze zijn vooral vertellers die hun vrouwelijke stem verheffen. Dat laatste moeten we heel concreet en fysiek interpreteren: de voorstelling is een triomf van de vrouwelijke stem in de literatuur en van vrouwenstem in het theater.

Foto: Sandra Then