Arenalichten flitsen aan. De blikken van drie vrouwelijke performers turen diagonaal omhoog de verte in. Verder dan de theaterstoelen van Theater de Generator in Leiden toestaan. Dissonant trompetgeluid zweeft in de lucht, zoals het wellicht zou klinken in een herinnering. Het geluid van een stem door een megafoon roept iets onverstaanbaars om, waarna er applaus klinkt. ‘Let the Dictatorship of Love, begin!’

De performers staan zij aan zij in een paarskleurig kostuum met lila en gele schoudertinten. In eerste instantie oogt het als uniformiteit, maar bij betere observatie wordt duidelijk dat de patronen op elk kostuum uniek zijn. De middelste persoon legt haar twee handen op haar hart. Voelt zij zich trots? Is ze ontroerd? De handen strekken zich lateraal uit, alsof ze het publiek welkom heet of zichzelf presenteert. Subtiele glimlachen en veranderingen in de blikken van de performers maken de betekenisgeving van hun statische armbewegingen ambigu.

Choreograaf Sandra Kramerova liet zich informeren door onderzoek naar Oost-Europese propaganda en diens massachoreografieën. Het is dan ook onvermijdelijk dat herhalingen, marsen, simpele bewegingen en strakke lijnen aan de basis staan van de choreografische frases. Deze bewegingen worden afwisselend tentoongesteld en uitgebouwd door verschillende composities, zoals alterneren tussen horizontale en verticale lijnen over het speelvlak en het gebruik van de fameuze strategie van bewegen in canon, om de relatie tussen initiatie en opvolging te benadrukken. Los van een kinesthetisch effect, waarbij meerdere publieksleden onbewust meebewegen op de cadans van de performers en het ritme van een hoorbare percussie soundtrack, valt hier esthetisch weinig op aan te merken.

Veel interessanter is hoe de corporele lichamen van de performers zich verwikkelen met de rigide notie van ideologie of dictatorschap. De geliktheid van de choreografieën raakt gaandeweg bevlekt met vermoeidheid en weigering van het ideaal uit zich door zwaardere ademhalingen, kreten en zuchten. Het is simpelweg onmogelijk om continuïteit voort te zetten, met als gevolg de catharsis: rauwe bewegingen als kloppen op de borst en het gooien met fictieve objecten, suggereren hun protest. Het protest tegen de status quo. Protesteren tegen de dictatoriale stem die ideologie representeert en hen constant corrigeert wanneer de performers solidariteit en zusterschap belichamen in de vorm van omhelzingen en het steunen op elkaars lichamen.

Deze individuele geborgenheid is tegen de regels, immers: ‘’When people become members of a crowd, their individual consciousness disintegrates’, in de woorden van één van de performers. De performer borduurt hierop voort door te spelen met syntaxis en semantiek, waardoor de uiteindelijke boodschap is dat dat liefde, leiderschap, bewustzijn, individualiteit en collectiviteit uiteindelijk op hetzelfde neerkomt.

Als de performers uitgeraasd zijn nemen zij plaats in het publiek en worden zij vervangen door de nieuwe delegatie vrouwen, die hun screening één voor één ondergaan. De nieuwe performers vormen een verticale lijn en tonen de choreografie van de vleeskeuring: ‘En profil links, en profil rechts, tanden en huid.’ Na een proefperiode komt daar uiteindelijk een eindselectie, waarbij groen licht suggereert dat iemand de selectie heeft gehaald en rood licht dat een vrouw het niet heeft gehaald. De oorspronkelijke performers delen trots een token van een hogere rang uit aan de geselecteerden, waarna beide groepen de initiële beginfrase – en daarmee het ideologisch riedeltje – opnieuw starten.

Het adresseren van Oost-Europese praktijken en noties als individueel versus collectief is een bodem voor veel potentie en noodzaak in de artistieke context van een neo-liberaal land als Nederland, maar Dictatorship of Love geeft helaas weinig stof tot denken. Door de letterlijke betekenis van duidelijke codes en de focus op representatie blijft er weinig tot de verbeelding spreken en worden alle emotionele en didactische boodschappen voorgekauwd. Daarnaast wordt er weinig gesuggereerd over de specifieke relatie tussen liefde, de politieke intensiteit van het vrouwelijk lichaam en massachoreografie, los van dat vrouwelijke lichamen het stuk letterlijk uitvoeren.

Al met al kan de propositie van Dictatorship of Love inhoudelijk wat dieper onderzocht worden en is deze content wellicht gebaat bij andere vormen van artistieke executie die niet leunen op representatie.

Foto: Melanie Lemahieu