Meer dan 100.000 bezoekers trekt Deventer Op Stelten. Het is daarmee het grootste straattheaterfestival van Nederland. Parades, spektakel en overvolle pleinen ontbreken ook dit jaar niet. Tegelijkertijd kiest het festival nadrukkelijk voor meer kleinschalige voorstellingen en juist deze blijken dit jaar het boeiendst.

Kijk omhoog
Omhoog kijken, dat is al lang niet meer het meest essentiële van het festival, maar juist daaraan weet het Spaanse Delrevés een geheel eigen draai te geven. Er komt geen stelt aan te pas, maar veel hoger dan in Uno zal er niet vaak opgetreden zijn.

De drie dansers starten bovenop de toneeltoren van de Deventer Schouwburg, ruimt 25 meter boven het publiek. Abseilen van die hoogte is misschien kinderspel, maar zij blijven op 15 meter hangen en beginnen een in de kern zeer klassieke choreografie, compleet met spitzen, maar dan in een hoek van negentig graden met de verticale wand.

Het is intrigerend om op deze wijze naar dans te kijken, omdat de touwen zowel onderdelen van een klassieke choreografie onmogelijk maken als ruimte bieden voor geheel nieuwe invullingen. Een lift is ondenkbaar, maar ogenschijnlijk veel hogere sprongen wel. Een synchrone secondelange sprong over vele meters? Even haalbaar als gecompliceerde salto’s.

Door het hoogteverschil tussen publiek en performers blijft Uno echter afstandelijk en de totale afwezigheid van een dramatische structuur maakt de voorstelling fascinerend, maar weinig meer dan een half uur durende oefening anders leren kijken.

Kijk omlaag
Op alle fronten precies het tegenovergestelde realiseert Zinzi Oegema met TENT in PIT. Deze acrobatiekvoorstelling in een metersdiepe put werd door Sander Janssens al zeer treffend besproken bij het Rotterdamse Circusstad Festival. Hij zag fysiek prachtig werk, maar vond de dramaturgie wat vrijblijvend. ‘Waarom beginnen de drie artiesten bijvoorbeeld buiten de kooi?’, vroeg hij zich af.

Circusstad vindt plaats rondom één plein, maar in Deventer kan Oegema optimaal gebruik maken van de locatie. PIT is hier aan de overkant van de IJssel geplaatst – ver weg van alle grote parades – en start vanaf het verzamelpunt met een gezamenlijke wandeling, steeds verder weg van al het festivalgedruis. De performers zien ons, de veertig mensen die deze voorstelling bezoeken, aankomen, maken van afstand even contact, maar duiken dan hun diepte in.

Hier is buiten de kooi beginnen functioneel: het wegduiken voor de naderende groep, gevolgd door pas weer kunnen ontsnappen door het contact met die groep als die vanaf de rand naar beneden kijkt.

Maak contact
Contact is het sleutelwoord van het ingetogen en poëtische Silencis van Claire Ducreux dat in de intieme setting van het klooster de Nederlandse première beleeft en zonder enige twijfel een van de beste voorstellingen van het festival is. Het begin is grimmig met explosies, mitrailleursalvo’s en het geluid van een brandend bos. We zien een zwartgeblakerde boom, zonder bladeren, waarachter Ducreux angstig dekking zoekt. Wanneer muziek voorzichtig de plaats overneemt van het kabaal maakt zij contact met het publiek om haar heen. Aanvankelijk gereserveerd, met een schuchtere handdruk, maar al snel gevolgd door een omhelzing en een kus op de wang.

Met haar expressieve bewegingen en mimiek verleidt Ducreux daarna een toeschouwer om haar te volgen door een denkbeeldig bos naar de vrijheid, een ander tot een romantische pas-a-deux met tafeltje. In een slotscène steken acht bezoekers een voor een rozen in de nog kale takken van de boom.

Woorden zijn overbodig, louter kijken is voldoende voor de hoopvolle boodschap van Ducreux.

Kijk anders
Zo ingetogen als Silencis is, zo uitbundig is La Cuisinière van het Franse Tout en Vrac – met afstand de grappigste voorstelling van deze editie van Deventer Op Stelten – en waar dan ook. Woorden te over in deze spectaculaire slapstick met diepgang, maar juist tegen deze woorden komt Noémie Ladouce in opstand. Kijken staat ook hier centraal.

De jaren vijftig setting is schijnbaar eenvoudig, maar direct spottend: jong getrouwde vrouw krijgt van manlief nieuwe keuken met strik erom. Ze is verrukt, kust zijn portret en stemt de radio vrolijk af op het radioprogramma waarin een vrouwenstem de product-placements verzorgt en de mannenstem het recept voor ‘een choco-caramel meringue taart op een bedje van appelmoes dat je echtgenoot en je nare buurvrouwen zal overrompelen’.

Die man is echter nogal slordig en seksistisch in zijn uitleg – doe je sierraden af voor het deeg kneden, maar uiteraard niet je trouwring, want wat als je man opeens binnenkomt – en in no time gaat werkelijk alles dat mis kan gaan op spectaculaire wijze gruwelijk mis. Vuur, water, een ontploffing en een hele keuken die instort – en dat is nog maar de korte samenvatting.

Wanhoop maakt plaats voor woede en ‘ik doe het op mijn eigen manier’, waarbij Sinatra plaats maakt voor Janis Joplins ‘Piece of my heart’ en het intro van ‘Back in black’ van AC/DC, compleet met vuurwerk, en waarbij de lukraak bij elkaar gemieterde ingrediënten juist wel tot de ultieme taart leiden.

Ladouce heeft inmiddels alle brave kleding van zich afgegooid en een door de ovenontploffing zwart gezicht, maar terwijl ze de resten van haar tot ruïne gedegradeerde keuken beklimt, geeft ze juist zo de ultieme middelvinger naar de witte man uit de jaren vijftig uit de vorige eeuw. Fuck die male gaze en grappig bedoelde blackface.

La Cuisinière ontpopt zich zo, verpakt als dolkomisch theater vol ironische knipogen, als zeer actueel en bijtend commentaar op alle conservatieve en rechts populistische bewegingen die vrouwenrechten terug willen brengen naar die keuken uit de jaren vijftig.

Deventer Op Stelten biedt na 23 jaar nog altijd spektakel en vermaak, maar koppelt daar meer en meer ook diepgang aan en een oproep anders te kijken. En dat is meer dan nodig, want uitgerekend na La Cuininière hoorde ik ook een bezoeker lachend: ‘Ja, zo zijn ze hè, die vrouwen.’

Foto: La Cuisinière van het Franse Tout en Vrac