Met een satanische Wagner besloot het achttiende Gergiev Festival in Rotterdam. De chef van het Rotterdams Philharmonisch Orkest dirigeerde Wagners Der fliegende Holländer. En hoe! Muzikaal was deze uitvoering (met toegevoegd filmmateriaal en het koor van De Nederlandse Opera) van uitzonderlijk hoog niveau. Yannick Nézet-Séguins Wagner vlamde en gloeide.

Yannicks Wagner ontvouwde zich op het scherpst van de snede met pittige tempi en een haarscherp klankbeeld. Zijn Wagner boeide van de eerste tot de laatste noot. In de maand dat in Amsterdam Hartmut Haenchen Wagners Siegfried dirigeert, ontfermde Yannick zich over de Holländer en dat levert natuurlijk mooi vergelijkingsmateriaal op. Waar Haenchens Wagner imponeerde door de rust, diepgang en fraaie, weelderige fraseringen maakte Yannicks Wagner juist indruk door het onstuimige karakter en de scherpe frasering.

Haenchen en Yannick: het is ervaring versus onbezonnenheid, warmbloedigheid versus temperament, oude rot versus jonge hond. Yannick ontketende in de Rotterdamse Doelen een muzikale storm in het orkest die zijn weerga niet kent. Vanaf de eerste maat was het één grote climax die het hoogtepunt beleefde in de waanzinnige finale (van deze oerversie uit 1860) waar twee koren, het orkest en solisten het publiek meesleurden in een kleurrijke en zinderende klankmassa.

Evgeny Nikitin – de man die recent uit Bayreuth werd verbannen vanwege een swastika tattoo – bleek een uitstekende Holländer, Franz-Josef Selig voldeed als Daland en Frank van Aken zong op hoogdramatische wijze de longen uit zijn lijf als Erik. Wel vraag je je af waarom het RPhO in hemelsnaam Shaun Gladwell had gevraagd voor een video-interpretatie. De beelden van golfende surfers op het grote scherm voegden niets toe en waren alleen maar storend. De pretentieuze prietpraat in het programmaboekje van Gladwell maakte het er niet veel beter op. Zonde van het geld!

Foto: Shaun Gladwell