Het lijkt wel een horrorfilm. Zulke dreigende, dissonerende, jankende klanken als bij de aanvang van Demonen klinken alleen als we iets vreselijks gaan zien. En dat blijkt. Het echtpaar Frank en Katarina is als een giftige, menselijke fuik waar je nooit meer hetzelfde uitkomt. Alles wat het echtpaar zegt of doet wordt gedreven door een wrede seksualiteit naar anderen, en een seksuele wreedheid naar elkaar. Ze tarten, verleiden, tergen en verzoenen zich. Ze laven zich aan de ellende. En dan komen de buren op bezoek.

Demonen, van de beroemde Zweedse toneelschrijver Lars Norén, laat zich scharen onder de relatiedrama’s waar Norén zo van houdt. Dit stuk heeft bovendien Who’s Afraid of Virginia Woolf (Edward Albee) en Lange dagreis naar de nacht (Eugene O’Neill) als interteksten; Virginia Woolf in de vorm van het giftige stel dat een jonger stel gebruikt om elkaar te kwellen, Lange dagreis via de notie dat geliefden soms niet met en niet zonder elkaar kunnen leven.

Frank en Katarina (Daan Schuurmans en Kirsten Mulder) zijn het vleesgeworden odi et amo, al kun je van liefde eigenlijk moeilijk spreken. Allebei neuken ze soms buiten de deur, om de ander scherp te houden. Zoals Katarina zegt: ‘Zolang ik gemeen tegen je blijf, blijf je bij me.’ Als de onderburen Tomas en Jenna (Rick Paul van Mulligen en Mariana Aparicio Torres) op bezoek komen, worden zij als willoze prooien bij het spel betrokken. Al blijken ze zelf bijna even getroebleerd. Jenna is de let-maar-niet-op-mij-vrouw die hunkert naar vrijheid, maar die diezelfde vrijheid tegelijkertijd nooit zou grijpen als die zich aandiende. En Tomas is diep gefrustreerd dat zijn leven niet meer geworden is dan dit: echtgenoot van een jengelende vrouw en uitgebluste vader van twee kinderen. Frank en Katarina hoeven dit stel dan ook slechts een beetje te kietelen of de beerput gaat open.

Het stuk is soms zo wreed dat het absurdistisch wordt en het staat bol van de verborgen agenda’s die het geheel een lugubere spanning meegeven. De regie van Marcus Azzini is strak, de speelstijl surrealistisch en daardoor is de voorstelling in vorm en ritme erg sterk. Een gouden ingreep zijn de overgangen, begeleid door zacht en ritmisch tromgeroffel, die de toeschouwer in staat stellen de spanning even los te laten – pff, eindelijk – zonder daarbij de spanningsboog helemaal te laten zakken. Demonen balanceert echter wel op het randje. De surrealistische regie heeft als gevaar een gebrek aan gelaagdheid, waardoor je kunt denken: nu ken ik het trucje wel. Toch houdt Azzini de trein precies op de rails.

Schuurmans en Mulder zetten het gestoorde stel perfect neer. Zij met de hese, boosaardige stem als die van Glenn Close in de rol van Cruella De Vil, hij juist met een hoog stemmetje en een gevaarlijk uitstekende pluk haar die aan de olijke slechteriken van Jack Nicholson doen denken. Van Mulligen doet wat hij als geen ander kan: ingehouden woede spelen, die op het randje staat van overstromen. En Aparicio Torres is het smeermiddel dat zorgt dat de boel niet vastloopt.

Ten slotte een kort moment van aandacht voor de scenografie van Wikke van Houwelingen en Marloes van der Hoek, die een ijzersterke ondersteuning is van de sfeer en bovendien aangenaam om naar te kijken: we zien een geraamte van perspectieflijnen die eindigen in een fuik waar alles klem komt te zitten. De lijnen worden bijeengehouden door glas, breekbaar dus. Het breekbare glas als motief resoneert in de kristallen vaas die Frank en Tomas onderling overgooien als ze elkaar verbaal fileren. Ook keert het rood als symbool van liefde en bloed steeds terug – odi et amo – in het beeld.

Deze Demonen is een met veel aandacht gecomponeerde, prikkelende, moderne voorstelling. Of het je smaak is of niet, daar valt over te twisten, maar je mag de voorstelling in ieder geval niet ongezien aan je voorbij laten gaan.

Foto: Sanne Peper