Een jonge man en vrouw dansen met elkaar in de dwarrelende sneeuw. Een romantisch openingsbeeld, op het eerste gezicht. De té blije gezichten verraden al snel onoprechtheid en de songtekst ‘If you leave me now, you take away the biggest part of me’ wordt een dreigement. Wanneer de sneeuw op de grond valt, blijken de vlokjes niet wit, maar zwarte as.

In Lars Noréns Demonen staan Frank (Edouard Kain) en Katarina (Marit Hooijschuur) aan de vooravond van de uitvaart van Franks moeder. Hun relatie hangt aan een zijden draadje en dit laten zij niet onuitgesproken. Wanneer hun bezoek afzegt, besluiten ze wanhopig de bovenburen maar uit te nodigen, om geen moment langer alleen met elkaar te hoeven zijn. Het burenstel neemt de uitnodiging gretig aan; ze komen immers nooit meer de deur uit met hun twee jonge kinderen. Wat volgt, is een Who’s afraid of Virginia Woolf-achtig tafereel vol drank, seksuele spanning, ruzie en onthullingen waarbij niemand gespaard blijft.

Frank en Katarina spreken vanaf hun eerste dialoog al hun verbitterde gedachten hardop naar elkaar uit. Het is aanvankelijk een sterk contrast met de beschaafdere, ingetogene bovenburen Jenna en Tomas (Juliette Luppes en Jurriaan van Seters), maar er hoeft maar weinig whisky aan te pas te komen of ook hun demonen komen naar buiten. Vanaf dan is de voorstelling een chaotische aaneenrijging van confrontatie, seksuele agressiviteit en giftigheid van vier mensen die zo met hun eigen pijn bezig zijn, dat ze het niets meer kan schelen wat hun geliefden uitspoken.

De voorstelling bereikt al snel een kookpunt van intensiteit en blijft daar te lang hangen. Tot het intieme einde kent de spanningsboog weinig pieken en dalen. De nacht is een explosie van lang opgekropte verlangens en onuitgesproken woorden, maar die explosie was pakkender geweest als we de vulkaan langer hadden zien borrelen. Toch blijft Demonen boeiend, door de verdiensten van de vier ijzersterke jonge acteurs. Van Seters is overtuigend als de zachtaardige huisman met scherpe randjes. Hooijschuur doet in haar manie denken aan Nicole Kidman, een poëtische bijkomstigheid bij de verwijzingen naar Eyes Wide Shut in de voorstelling.

Daarnaast heeft regisseur Eva Lemaire een spannende dynamiek gevonden in het decor, door een simpele, grappige vondst. Er is in de ruimte maar één stoel aanwezig, waardoor de personages steeds ongemakkelijk moeten afwisselen. In de vormgeving zijn meer kwade geesten verwerkt, die voor extra gelaagdheid zorgen: de babyfoon, als een verwijzing naar de kinderen die Frank en Katarina niet konden krijgen, en de as van Franks moeder als constante herinnering aan wat er na een vulkaanuitbarsting overblijft.

In de hoek van de kamer staat een kleine replica van Michelangelo’s David, een letterlijke verwijzing naar de ex van Katarina, die zij ‘de liefde van haar leven’ noemt. Uiteindelijk lijkt het beeldje van het mannelijk schoonheidsideaal echter vooral Franks plaaggeest, die hem steeds confronteert met zijn heimelijke lustgevoelens voor mannen. Het zijn slimme keuzes die spel, vormgeving en tekst met elkaar verbinden.

De tekst van Norén is tijdloos, maar het narratief van buurvrouw Jenna krijgt in coronatijd een nieuwe, vreemde laag. Jenna worstelt met een gebrek aan een sociaal leven, dat ze wijt aan haar kinderen en de passiviteit van haar echtgenoot. Ze pakt hierin maar al te graag de slachtofferrol. Er zou misschien extra begrip moeten zijn voor de zwaarte van haar sociale isolatie, maar het is lastig om medelijden op te brengen voor één enkele vrouw die klaagt dat ze al lang niet naar de bioscoop is geweest nadat een hele samenleving dat een half jaar niet heeft gekund.

Lemaire schuwt de absurditeit niet, waardoor je soms plotseling verrast wordt door onverwachte, zoete popliedjes en metatheatrale knipogen. Dit brengt lucht aan een voorstelling vol verbitterdheid en roept een grappige verwarring op. Zo houden Lemaire en haar acteurs de toeschouwer toch steeds bij de les. Al met al biedt Mooi weer & zo een boeiende theateravond, waar vier jonge uitblinkers op het podium staan.

Foto: Maarten Laupman