Niet vervelend, om eens een voorstelling in een achtertuin  te zien. Zeker niet in de zonnige binnenstad van Delft, dat deze week bol staat van theater. Tijdens het Delft Fringe Festival laten jonge makers in dertig minuten hun werk zien. In het openingsweekend zongen we mee met The A-Team, stapten in bus 999 Geen Dienst en beleefden Tinder-avonturen in een bierhuis.

Voor De Ruimte In moest cabaretier Arbi El Ayachi wat aanpassingen doen. In een achtertuin aan de Donkerstraat zocht een klein groepje toeschouwers verkoeling in de schaduw. Geen probleem voor El Ayachi, die zijn decor achterwege laat, bankjes opzij schuift en zijn solo begint te spelen.

Spannend, om een stand-upshow zo dicht op de huid van je toeschouwers te spelen. Door de intimiteit worden de reacties van het publiek belangrijker. Dat past goed in het concept van El Ayashi’s voorstelling: het delen van een ruimte, waarin persoonlijke verhalen verteld kunnen worden. Enerzijds vertelt hij over zijn eigen leven, en de manier waarop hij door anderen gezien wordt. Zijn bril heeft hij niet echt nodig, maar de look van een IT-medewerker is minder bedreigend dan een man met baard. Waar hij in Vlaanderen nog steeds als Marokkaan wordt bestempeld, wordt hij in Nederland gezien als Vlaming. Ironisch genoeg is het zijn nieuwe thuisstad Rotterdam waar hij zich voor het eerst echt Belgisch voelt.

Anderzijds bespeelt hij zijn toeschouwers. We horen herhaaldelijk wat voor een fijn publiek we zijn, en hoe El Ayachi zich vertrouwd genoeg voelt om – speciaal voor ons – nog meer te vertellen. Nostalgie wordt ingezet om die band verder aan te sterken. De tune van The A-Team wordt aangegeven en direct meegezongen. El Ayachi vraagt ons naar herinneringen van de televisieserie en vertelt hoe hij vroeger altijd B.A. speelde: de enige persoon van kleur in de groep, die tijdens vliegreizen gehypnotiseerd of gedrogeerd moest worden door zijn collega’s.

Ten slotte maakt El Ayachi een harde schakel door een pijnlijke herinnering te delen. Hij vertelt over het vroege overlijden van een familielid en de manier waarop hij met het rouwen is omgegaan. Een ongecontroleerde huilbui in een supermarkt verandert uiteindelijk toch in een laatste grap, waardoor je niet helemaal zeker bent wat waar is en wat niet. Even zijn we we op een verkeerd been gezet, wat pleit voor de slimme bespeling van Arbi El Ayachi .

I Am Not Zo Zielig is een relaas van de Egyptische theatermaker Tommy Sherif over zijn aankomst en ontvangst in Nederland. Sherif begint met een nachtmerrie, waarin hij gelijk een stereotype van hulpeloosheid ontkracht. Zijn nachtmerrie is traumatisch, maar hijzelf is niet machteloos. Hij gaat gekleed als V, de gemaskerde antiheld uit V for Vendetta die ten strijde trekt tegen onrecht.

De vorm waar Sherif voor kiest heeft iets weg van schooltoneel. Achter een doek verschijnt een bus, personages met bordkartonnen maskers komen op en af en een dans met twee vliegtuigvleugels symboliseert de reis naar Nederland. Het werkt door de vertelling en de energieke speelstijl van Sherif. We maken kennis met een superheld die uit Egypte vlucht, vol vreugde in Nederland aankomt en daar gedesillusioneerd in een AZC wordt geplaatst.

Als Sherif eenmaal is aangekomen, wordt hij direct in een gevangenis gezet en ondervraagd door een strenge dame. ‘Meneer Sherif’ klinkt als ‘Mounir Sherif’ vertelt hij haar, en zo heet hij niet. Onzin, bijt zij hem toe: hij is nu in Nederland, en hier gelden de regels van de Nederlandse taal.

In het AZC probeert zijn vriend Rami positief te blijven, maar het wil niet lukken. De Nederlandse supermarkten sluiten al om 5 uur, op de zondagen is het uitgestorven in de stad, en om echt te integreren moet je vieze stamppot eten. Het maakt niet uit hoe oud of intelligent je bent, vertelt Sherif in een terzijde, in een ander land ben je opnieuw een kind dat alles moet leren. Bus 999, die naar het mysterieuze ‘Geen Dienst’ rijdt, onderstreept dat. Een boze buschauffeur bijt de twee vrienden toe dat ze hem niet in de maling moeten nemen.

Eigenlijk wou Tommy Sherif naar de Canarische Eilanden. Het weer is daar veel beter. Maar Nederland is het land van Ruud Gullit en Robin van Persie, de iconen waar hij zo naar opkeek. Zijn enthousiasme vormt een pijnlijk contrast met de desillusie van het Nederland dat hij leerde kennen. Het halfuur van deze voorstelling is te kort om die desillusie verder uit te werken. Wat Sherif precies wil met einde van I Am Not Zo Zielig, waarin hij Amerikaanse, Nederlandse en Arabische liederen zingt, blijft wat onduidelijk. Desalniettemin is de kern helder: Tommy Sherif is niet zielig, maar de strijder in zijn eigen verhaal.

In Bierhuis de Klomp had Fiona Elferink flink wat matches. Op de zolderkamer van het café deelt ze de naambordjes uit voor alle Tinder-mannen die zij naar rechts heeft geswipet. Bij de meesten bleek dat een bedenkelijk, zo niet een rampzalig idee te zijn geweest. In Swipebereik vertelt ze over de dikwijls gênante date-ervaringen die ze heeft gehad, en hoe zij zich als vrouw door de jungle van online dating navigeert.

Dat valt nog niet mee. Elferink voelt de druk van de generaties voor haar: van haar moeder, die op haar 28e al kinderen had, en haar oma, die altijd bij de ware is gebleven. Daarnaast is ze opgegroeid met haar naamgenoot prinses Fiona, die in haar hoge toren op een prins zit te wachten, of Bridget Jones, die blijkbaar geen gelukkig leven kan leiden als vrijgezelle vrouw van middelbare leeftijd. Allemaal weinig hoopgevende figuren, die impliceren dat het leven alleen compleet is met een leuke man aan je zijde.

Tinder belooft de ideale match, maar laat je eeuwig doorswipen, constateert Elferink. Een voor een richt ze zich tot de mannen die een naambordje gekregen hebben, en vertelt hen de beschamende datingverhalen die daar achter schuilen. Meerderen begrepen niet dat de zin ‘Ik ga je nu drie kussen geven’ het einde van de date was. Een ander nam Elferink mee op drie romantische dates, om vervolgens via voice-mail te laten weten dat er ‘ geen sparkle’  is. Het alter-ego van ondergetekende bleek aanvankelijk een prima match, totdat Elferink zijn echtgenote ontdekte.

Zo laat Elferink mooi zien hoe complex het datingleven van millennials is geworden, en hoeveel onrealistische verwachtingen daar nog bijkomen voor vrouwen. Juist door iets wat normaliter anoniem en digitaal plaatsvindt in een fysieke ruimte te zetten, wordt duidelijk hoe overweldigend de Tinder-ervaring kan zijn. Er is een zolderkamer vol potentiële matches, maar de prins op het witte paard zit er nog steeds niet tussen.