Buiten is het typisch herfstweer, maar in het Bijlmer Parktheater hangt de kerstsfeer al. In Decemberdagen komen twee volwassen zussen samen in hun ouderlijk huis om hun moeder te verhuizen en samen kerst te vieren.

Oudste zus Hanna (Manoushka Zeegelaar Breedveld) is overgevlogen uit Suriname, het moederland waar de familie ooit uit weggevlucht is en Hanna inmiddels weer naar is teruggekeerd. Onder het genot van Surinaams kerstbrood en kerstliedjes in een steeldrum-uitvoering halen de drie vrouwen herinneringen op en komen pijnlijke familiegeheimen op tafel.

Het verloop van het plot, waarin de familiegeheimen geleidelijk uit de doeken worden gedaan, is heel sterk gestructureerd. De plotwendingen verrassen, maar komen niet uit de lucht vallen. Als toeschouwer voel je de spanning van alles wat nog onbesproken is tussen de vrouwen steeds verder opbouwen. Echt gevaarlijk wordt het echter niet: de voorstelling eindigt op het moment van ontknoping, dus het publiek ziet de gevolgen van het barsten van de bom niet.

De tekst van Esther Duysker is met vlagen poëtisch, maar zit ook vol scherpe en snelle dialogen die de typische relatie tussen moeder Ivy en haar dochters, en de twee zussen onderling, heel geloofwaardig maken. De vrouwen praten met elkaar als een hecht gezin: soms begrijpen ze elkaar even niet, maar meestal hebben ze aan een half woord genoeg. Snelle een-tweetjes zorgen voor een driehoeksverhouding waar steeds twee van de vrouwen het voor elkaar opnemen, ten koste van de ander.

Ook het vakmanschap van de drie actrices draagt bij aan de realistische gezinsdynamiek. Alle drie spelen ze hun rol met veel overtuiging en humor. De komische noot ligt vooral bij Helen Kamperveen, als eigenwijze moeder die uit een conservatiever tijdperk komt, maar toch schaamteloos durft te vragen naar het seksleven van haar dochters.

De vader van het gezin is recentelijk overleden. Af en toe wordt er gesuggereerd dat zijn aanwezigheid nog wel rondwaart in het huis: een plotselinge windvlaag of een hert dat buiten staat lijken de geest van vader Harvey te representeren. De kleine hints naar het spirituele zijn spannend, maar hadden nog meer voelbaar mogen worden door de hele voorstelling, in plaats van op een paar momenten. Het is nu ook niet helemaal duidelijk hoe de vrouwen zich voelen bij deze spirituele aanwezigheid. Is de aanwezigheid van hun geliefde vader fijn, of voert het ook de druk op om familiegeheimen op tafel te gooien?

Terwijl de drie vrouwen de huisraad inpakken en zo steeds stilstaan bij hun verleden, wordt steeds duidelijker hoe de politieke situatie in Suriname vervlochten zit in hun levensverhalen. In de jaren ’80, toen het land de directe gevolgen van de Sergeantencoup moest ondervinden, vluchtte het gezin naar Nederland. Politieke meningsverschillen stonden de liefde toen in de weg en zorgen ook nu nog voor spanning binnen het gezin. Hanna zou haar moeder en zus het liefste meenemen naar Suriname. Ze kan niet begrijpen waarom haar familie in de kolonisator wil blijven wonen. De andere twee vinden haar ideeën, dat het in Suriname op dit moment goed leefbaar zou zijn, naïef. Bovendien durft jongste zus Philomena (Noah Blindenburg) niet naar Suriname te komen uit angst voor roddels over haar seksuele identiteit, die ze verborgen houdt voor haar gelovige familie.

De schrijnende voetafdruk die kolonisatie en een verdeelde cultuur achterlaat op het gezinsleven is heel voelbaar gemaakt. Regisseur Jette Derlagen slaagt erin steeds te balanceren tussen de warmte die de drie vrouwen voor elkaar en hun gedeelde herinneringen voelen, en de pijn die hieraan verbonden zit.

Foto: Ben van Duin