In 1596 komt de slavenhandel Middelburg binnengevaren, in de vorm van een geroofd Portugees schip met zwarte slaven. De stad komt gefascineerd en huiverend kijken naar dat wonderlijke volk. Eén slaaf ontsnapt. Een Zeeuwse moeder baart een zwart kind. Het zwarte gen duikt vaker op in de familie, tot in 2014. De omgeving kan dat nog steeds niet aan. Voor het Zeeland Nazomerfestival vlocht Herman van de Wijdeven de gebeurtenissen en emoties van 1596 en 2014 door elkaar.

In de achthoekige Oostkerk speelt De Zwarte van Walcheren op een schuine baan door de overkoepelde ruimte. Het publiek zit daaromheen in het rond. De flauwe smalle helling biedt maar weinig ruimte voor interactie, en regisseur Stefan Perceval (inmiddels artistiek leider van Het Gevolg in Turnhout) presenteert het stuk dan ook op een tamelijk abstracte manier. De tekst van Herman van de Wijdeven werd opgeschud en lyrischer gepresenteerd. De hoofdrol is voor Bram Kwekkeboom als oude verteller, die ook nog een rol in de geschiedenis van het jonge stel speelt. Hij wil nog wel eens overmatig uitpakken, maar speelt hier ingetogen mijmerend, en dat is wel zo prettig.

De tekst van de jonge man (Willem Schouten) is beperkt. Hij is daardoor vaker overgeleverd aan stil spel, en vult dat bijvoorbeeld in met ongeduldig gedribbel. Arend is in zichzelf opgesloten en verlegen met de situatie. Als zijn vriendin Marie (Marit Stocker), die het donkere kind in 2014 kreeg, herhaaldelijk op hem afrent en hem omhelst, reageert hij daar aanvankelijk niet op.

Anders dan de mannen kiest de vrouw voor communicatie. Zij zet de mannen voor het blok, maar het lukt haar niet om ze uit hun isolement te halen. Misschien is zij, met haar zelfbewuste houding, in staat om te ontsnappen aan de doem van de exotische genen, maar daarvoor moet ze breken met haar verleden. De vermenging van zwart en wit leidt hoe dan ook nog steeds tot persoonlijke moeilijkheden.

De Zwarte van Walcheren is een van de drie locatievoorstellingen van het Zeeland Nazomerfestival. Vroeger waren dat er vier, maar ook in deze theatraal bepaald niet overladen provincie trekken de bezuinigingen hun spoor. Om aan de eigen kwaliteitsnormen te kunnen blijven voldoen, heeft het kleine team van Productiehuis Zeelandia onder leiding van Henk Schoute en dramaturg Alex Mallems sinds vorig jaar een locatievoorstelling geschrapt. De gekozen stukken hebben altijd een link met Zeeland.

Ook De Zwarte van Walcheren staat dankzij de vormgeving van Jan Strobbe en het licht van Marcel Visser prachtig in de ruimte; de locatie ondersteunt sfeer en inhoud van het stuk. De ingetogen, gestileerde, tamelijk trage voorstelling is een keuze met lef. Het lukt niet helemaal om iedereen in het publiek te betrekken bij de heftige emoties, de toegevoegde bewegingen zijn niet altijd trefzeker en de dramatische rol van de oude man is er nogal bijgesleept. Maar de taal is mooi en de soundtrack (ook samengesteld door Perceval) doet goed werk. Het speciaal geschreven stuk is een interessante aftrap van het Zeeuwse festival.

Foto: Lex de Meester