Je zou misschien denken dat kinderen zich nog niet het hoofd breken over filosofische vragen. Maar niets is minder waar. Ook een kind van een jaar of acht kan al duizelig wakker liggen vanwege de vraag of het heelal eindig of oneindig is. In de gedurfde vertelvoorstelling De zoon van de Gazelle proberen twee vrienden de zin en onzin van het leven te doorgronden. Soms is het haast een donderpreek, maar dat vinden de kinderen helemaal niet erg.

Verteller Karim Amghar (Hayy) en muzikant Hamza Amrani (Azal) nemen hun jonge publiek mee naar de oorsprong van alles. En waar kun je dat beter doen dan op een onbewoond eiland? Hayy is daar als het enige mensenkind opgegroeid tussen de kinderen van een gazelle en gevoed met melk en dadels. Hij spreekt de taal van de dieren om hem heen: van het piepkleine torretje tot de grote grommende dieren met klauwen.

Als hij opgroeit, ontdekt hij dat hij de enige is die kan nadenken over wat hij doet en hoe hij dat doet. Of hij wel of niet de baas wil spelen. Of hij wel of geen dieren wil doden. En hoe hij verder moet leven als zijn gazelle-moeder doodgaat. Zijn nieuwe vriend Azal komt met zijn boot van de bewoonde wereld en leert hem de mensentaal.

De zoon van de Gazelle is ontleend aan een beroemd verhaal uit de Arabische literatuur. Hayy ibn Yaqzan is geschreven door de islamitisch filosoof en wetenschapper Ibn Ṭufayl, die in de twaalfde eeuw in het zuiden van Spanje leefde. Met de vertelvoorstelling brengen het Storytelling Centre en Amsterdams Andalusisch Orkest de muziek en verhalen uit deze bloeitijd van de Arabisch-islamitische cultuur fantasierijk tot leven. De productie past dan ook perfect in het Eid al-Fitr Theaterweekend waarmee Theater De Krakeling het einde van de Ramadan viert.

Hamza Amrani speelt luit, keyboard en tovert ook muziek uit de spullen om hen heen. Die zijn vooral van plastic, want dat spoelt nu eenmaal aan op een onbewoond eiland. Vooral de berg gerafelde lege waterflessen vormt een prachtig multifunctioneel decor. Nu eens verbeelden ze de zee, dan weer een klaterende waterval of een sprankelend verlichte sterrenhemel.

Karim Amghar is een sterke verteller die het publiek met zijn stevige stem direct aanspreekt en de kinderen geen moment loslaat. Hij stelt indringende levensvragen, die de nieuwsgierigheid prikkelen. Zoals de vraag of er een geheimzinnige macht achter de wereld schuilt.

De tekst van de voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige jeugdboek van Kamel Essabane en Sabine Wassenaar. Maar soms ontsnapt de monoloog van Amghar aan de poëzie van het verhaal en zijn de zinnen een beetje uitleggerig of al te moralistisch.

In de loop van het verhaal, gaat Hayy naar de bewoonde wereld om de mensen toe te spreken. Zijn betoog ontwikkelt zich dan tot een ware donderpreek. Over rijkdom en armoede, macht en onrecht, diepgang en domheid. Hij vraagt de ouders en kinderen in de zaal waarom ze niet beter nadenken. Waarom ze zich zinloos regels laten opleggen, zonder de diepere betekenis ervan te kennen? Een jongetje op de voorste rij staat dan plotseling op en roept: ‘Maar zonder regels kunnen we toch niet léven?’

Andere kinderen steken hun vingers op en willen ook iets zeggen, want regels en wat er wel of niet mag, dát kennen ze van school. Na afloop – mét muntthee en schalen vol koekjes – spelen de muzikanten van het orkest door in de theaterfoyer. Sommige kinderen dansen met ze mee.

Foto: Raymond van Mil