Je hebt cabaretiers die zonder omhaal en poespas recht voor zijn raap hun ding doen. En je hebt Daniël Arends. Een niet al te groot, beetje gezette man van Indonesische afkomst. Lacht je vriendelijk toe, maakt contact, ziet er vrij ongevaarlijk uit. Zo iemand die overal mee weg komt. Onweerstaanbaar.

Maar terwijl hij zo onbevangen de gladde prater uithangt, besluipt zijn alter ego je in De zachte heelmeester voortdurend van achteren. Want hij mag verbaal dan behoorlijk agressief zijn, zijn rustige, weloverwogen en zachte stem zorgt ervoor dat je het gevaar niet altijd ziet of voelt aankomen. En dan heb je een spannende avond.

Nog veel spannender is het als je niet tegen foute grappen kunt die hij ten koste van alles en iedereen maakt. Zijn incorrecte meningen en oordelen zijn zeer geestig en zitten op de meest onverwachte plekken verstopt. Zelf probeert hij uiteraard zoveel mogelijk buiten schot te blijven. Een licht afstandelijke houding, egocentrische trekjes en wat misprijzende blikken zijn wapens die hem in het theater goed van pas komen. Daarbuiten werken ze niet.

Arends beoefent ook een geheel zelf bedachte ‘Japanse’ vechtsport, die tot doel heeft nooit in de praktijk te worden gebracht. Hij is namelijk tegen lichamelijk geweld. Dat is een makkelijke, comfortabele mening voor iemand met zijn postuur. De meeste meningen zijn altijd in het voordeel van de mensen die ze hebben. ‘Geld maakt niet gelukkig’ hoor je alleen van mensen die dat helemaal niet kunnen weten, omdat ze geen rooie cent hebben. Arends vindt dat het ‘geschreeuw’ maar eens moet ophouden: ‘Laten we afspreken dat een mening niet telt als deze in je voordeel is.’

De zoektocht naar het nut van de mening is een belangrijke rode draad in dit programma. Maar er lopen vele lijntjes door zijn stortvloed aan verhalen, die veelal zijn eigen belevingswereld als uitgangspunt hebben en alle kanten op lijken te waaien.

Onder regie van Ruut Weissman is De zachte heelmeester een heel mooi opgebouwd programma geworden. En om nog even terug te komen op dat ‘onweerstaanbaar’: een rawit kan er ook onweerstaanbaar uitzien. Pas als je erin bijt, merk je dat het het heetste pepertje ter wereld is.