Het licht is elektrisch, de muziekband digitaal, maar de poppen en het decor zijn nog authentiek mechanisch. Juist die met de hand bespeelde onderdelen maken de voorstelling De wijde wereld spannend. Houtje-touwtje, met veel menskracht, inventiviteit en humor wordt een wereld geschapen die de muziek van de liederen van Schubert recht doet.

Het moet gezegd, de marionetten zelf blijven wat houten-klazerig, hoe er ook met man en macht aan wordt getrokken. Alsof ze nog op een draaiorgel staan. Uitgestreken smoeltjes zonder emotie of oogopslag. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de vele dieren en het decor: de forellen en libellen in en boven de kabbelende beek, een stoet van hertjes, eekhoorntjes, een das, wild zwijn, vos en vogeltjes in het prachtige woud en de beesten bij de watermolen.

Wat de marionetten ook diepte geeft, zijn de liederen van Schubert, die adequaat in het Nederlands zijn vertaald. De hoofdpersoon en flierefluiter begint met ‘Wie wandelt voelt zich frank en vrij’ de vertaling van de eerste strofe van ‘Die Schöne Müllerin’. Die vertaling is van de bedenker en de regisseur van de voorstelling, Frederieke Cannegieter. Aan die vrijheid-blijheid komt een eind als hij verstrikt raakt in zijn vergeefse pogingen om een kusje van de knappe molenaarsdochter te bemachtigen.

Zijn concurrent, de jager, lijkt daar wel in te slagen. De teleurstelling is groot en hij roept de jager na: ‘Zou je nu werkelijk een held willen zijn/ val dan eens op een beer of een zwijn!’ Zoals gezegd, de vertaling is adequaat, daar zit geen woord Spaans bij. Onderuitgezakt verzucht hij: ‘Al oefen ik naar hartenlust/ een meisje heb ik nooit gekust’. Zijn hondje en trouwe metgezel komt dan troostend zijn hand likken. Een vogeltje komt aangevlogen met een zakdoekje voor zijn tranen. We voelen allemaal met hem mee.

Het is natuurlijk een uitdaging om deze ogenschijnlijk ongekunstelde kunstvorm van liederen, recht uit het hart, over bosbeekjes en eenvoudige plattelandsdochters, op het toneel te brengen in zo’n gekunstelde vorm. Het Amsterdamse Marionettentheater heeft het aangedurfd. En dat is niet alleen erg leuk of een nieuwe kans weer van de muziek van Schubert te genieten, het toont ook weer eens aan dat de wereld van de Wanderlieder, van de gevoelige jongeman met knapzak die de wereld intrekt, niet meer is dan een optelsom van de drie grote thema’s natuur, vrijheid en liefde. Thema’s die wel heel specifiek worden ingevuld.

Het is spannend om te zien hoe het Amsterdams Marionettentheater telkens weer nieuwe kunstperioden opzoekt om de tanden in te zetten. En ook nog steeds nieuw ‘kunst-en vliegwerk’ weet uit te vinden. Grote kracht is daarbij een enorm aantal poppenspelers, muzikanten en medewerkers op het atelier, voor onder meer de lichttechniek, audio-opnamen, montages, rekwisieten.

Sinds een jaar krijgt het Amsterdamse Marionettentheater geen gemeentesubsidie meer voor de huur van de voormalige smederij. Het voert nu actie voor extra middelen. Zo kun je vriend van het theater worden. Ook kun je een marionet adopteren. Van De Koningin van de Nacht tot een eekhoorntje.

Foto: Frederieke Cannegieter