Het ontbreekt Sytze Schalk, de bedenker, schrijver en regisseur achter De Werelden Van Schalk, zeker niet aan ambitie. Met De Wentel: revolutie presenteert hij de ‘eerste theatergame van Nederland’, een voorstelling waarvan het publiek mede het verloop bepaalt. Maar dat is niet alles: om de wereld waarin de game zich afspeelt tot leven te brengen zijn er een begeleidende website, een simpele online game en een heus kaartspel ontwikkeld. Ondanks de wisselende kwaliteit van de verschillende onderdelen levert deze transmediale aanpak een fascinerend geheel op.

De stad Lida staat op de rand van de revolutie. Na decennialang zwoegen onder de tirannie van een koninklijke dynastie heeft het volk er genoeg van. Dit is uitermate slecht nieuws voor de hoofdpersonen in De Wentel: revolutie: vier medewerkers van het schimmige Bureau Van Informatie, het soort veiligheidsdienst dat je zou verwachten bij een autocratisch regime. Op de avond waarop de pleuris uitbreekt zitten ze verschanst in hun kantoor. Het is aan ons, de Dingen (mindere goden die alleen invloed op de realiteit kunnen uitoefenen door de mensen van de stad bij persoonlijke dilemma’s een duwtje in de goede richting te geven), om hen te helpen het er levend vanaf te brengen.

Het getuigt van de doortimmerdheid van Schalks concept dat er een narratieve (doch bovennatuurlijke) rechtvaardiging is voor de publieksinmenging – we zijn de letterlijke dei ex machina van het verhaal. Op bepaalde momenten wordt het spel stilgelegd, en wordt er een dilemma van een van de personages aan het publiek gepresenteerd. Laat ik mijn persoonlijke wraak voorgaan op de veiligheid van de burgers? Laat ik een oorlogscrimineel vrijuit gaan om mijn eigen leven te redden? Om de juiste afweging te maken mag per groep tijdens dit zogenaamde ‘avontuurgedeelte’ een afgevaardigde de scène oplopen om aanwijzingen te zoeken in het kantoor: geheime correspondentie, een geschiedenisboek, een opgenomen telefoongesprek…

In eerste instantie nemen mijn collegagoden hun taak niet erg serieus. Vermoedelijk heeft dit te maken met de grootste zwaktes van De Wentel: de spelregie en de tekst. In uitleggerige dialogen en met groot en illustratief spel worden de personages aan ons geïntroduceerd. Je krijgt het gevoel dat je naar oppervlakkig jeugdtheater zit te kijken, een gevaar dat sowieso al op de loer ligt vanwege de sprookjesachtige setting en de grote hoeveelheid rare namen en jargon. Schalk heeft duidelijk goed naar het fantasygenre gekeken, maar de meest succesvolle voorbeelden (zoals Game Of Thrones) laten zien dat een naturalistische benadering van personages het beste werkt – zij verschaffen het publiek immers de toegang tot een wereld die hen verder vreemd is.

Het is natuurlijk een moeilijk probleem voor iedere schrijver die een nieuw universum moet introduceren: hoe zorg je ervoor dat het publiek voldoende informatie over de wereld krijgt zonder dat je je personages informatie laat opdreunen die bij henzelf al lang en breed bekend is? Schalk tracht dit zowel binnen als buiten de voorstelling te ondervangen. Het kaartspel Kaptka, dat een belangrijk cultureel gegeven is binnen de wereld van De Wentel, is zowel online als fysiek speelbaar en biedt een inkijk in de politieke geschiedenis van Lida. Er is een uitgebreide website die als Wikipedia voor het verhaaluniversum fungeert. Én er is een interactieve preview, een kort online verhaal (dat helaas vol staat met taalfouten) waarin je tussendoor vragen correct moet beantwoorden om verder te komen.

Schalk kan echter niet alleen op deze uitingen vertrouwen: zoals te verwachten viel blijkt tijdens de voorstelling dat het grootste deel van het publiek zijn huiswerk niet gedaan heeft (wat het interessante gevolg heeft dat er goden met meer of minder dossierkennis over het lot van de stervelingen beschikken). Een interessante ingreep tijdens de voorstelling zelf is dat er tijdens het ‘avontuurgedeelte’ krantenknipsels worden geprojecteerd en audiofragmenten worden afgespeeld die meer inzicht bieden in de bredere context van de stad. Hoewel het stemacteren behoorlijk te wensen overlaat (met als dieptepunt een opname van een ontvoerder die wel heel erg zijn best doet om als een onvoorspelbare psychoot uit de hoek te komen) is het idee zeer sterk: dit soort indirecte narrativiteit, dat in videogames zeer bekend is, ben ik nog niet eerder in het theater tegengekomen.

Sowieso is het razend interessant om te zien hoe Schalk heeft gepoogd om de kracht van live theater en de kracht van het medium games met elkaar te combineren. Naast de indirecte informatievoorziening en het feit dat het publiek zelf naar aanwijzingen op zoek moet, is het beantwoorden van de dilemma’s van de personages het belangrijkste onderdeel hiervan. Het verandert de relatie tussen toeschouwer en personage: plotseling moet je voor het personage denken en word je medeplichtig aan zijn of haar beslissingen. Het levert onder de verschillende godengroepen veel vertwijfeling op: niet alleen over de morele dilemma’s zelf, maar ook over de vraag of er vanuit het personage gedacht moet worden of dat er moet worden gekozen voor de beste uitkomst voor iedereen. Of misschien moeten we kiezen voor de uitkomst waarvan we denken dat die het interessantste verhaal oplevert? We krijgen de gevolgen van de andere keuze namelijk nooit te zien – in tegenstelling tot videogames, waar je de niet gekozen weg altijd even op YouTube kan opzoeken. Zo neem je als publiek eigenlijk eventjes de rol van schrijver, regisseur en/of dramaturg over en verbind je je aan het stuk op een manier die bij traditioneel theater onmogelijk is.

Om de keuzes van het publiek van het nodige gewicht te voorzien, is het na het enigszins jolige begin goed dat Schalk ervoor kiest om de vaak bloedige consequenties meteen duidelijk te maken. Nadat een van de personages het leven laat vanwege een ondoordacht godenbesluit wordt het goed duidelijk dat ons stemgedrag grote gevolgen heeft voor het verloop van het verhaal. De sfeer wordt steeds grimmiger en leidt tot een ijzingwekkend einde; het siert de maker dat hij er geen al te rooskleurig beeld over revoluties op nahoudt. Tegen het slot is Schalk er op meesterlijke wijze in geslaagd om het publiek medeplichtig te maken aan de fatale gebeurtenissen in zijn stuk; door de vorm zo goed op de inhoud aan te laten sluiten weet hij ons uitstekend mee te nemen in het gevoel van een revolutie die alles en iedereen met zich meesleurt.

Het is een fikse uitdaging om een verhaal te vertellen waarop het publiek invloed kan uitoefenen: eigenlijk heeft Schalk zestien permutaties van een verhaal geschreven, met alle dramaturgische uitdagingen vandien. Dat de willekeurige versie die ik te zien kreeg zo goed in elkaar steekt en nergens geforceerd aanvoelt strekt niet alleen hem tot eer, maar zijn hele ploeg – ook de acteurs, de dramaturg en de technische staf moeten immers over grote flexibiliteit beschikken om al die verschillende mogelijkheden telkens als de enige logische versie te laten aanvoelen. De onvolwassenheid in tekst en spelregie speelt de theatergame nog parten, maar De Wentel: revolutie is desondanks een indrukwekkend visitekaartje van een unieke maker.

Foto: Seila Malo & Milan Tettero