Het is een vriendenclubje, de vier mannen van theatercollectief Illustere Figuren uit Leeuwarden. In hun voorstellingen mogen ze elkaar graag aanspreken met hun werkelijke namen en ze nemen regelmatig hun persoonlijke sores als uitgangspunt. De eerlijkheid die ze daarbij etaleren maakt dat hun werk een grote gunfactor heeft.

Je vergeeft ze gemakkelijk hun soms wat voor de hand liggende observaties of ingetrapte open deuren. Want altijd zie je met hoeveel hartstocht en inzet er aan een voorstelling is gewerkt. Daarnaast zijn het vier bijzonder prettige acteurs in wiens woordenboek het woord schmieren niet voorkomt.

En ze geven elkaar de ruimte. Zo heeft hun jongste voorstelling De weldoener geen collectief gevoelde noodzaak maar is het vertrekpunt de wankelmoedigheid van een van hen. Tim Verbeek is een twijfelaar, iemand zonder standvastigheid. Zegt hij zelf. In tegenstelling tot iemand als Bonifatius, de in 754 bij Dokkum vermoorde prediker. Dat was pas een wél-doener! In tegenstelling tot Verbeek.

Illustere Figuren doet met deze voorstelling een erg groot beroep op onze welwillendheid. Waarom spiegelt Verbeek zich aan een Engelse missionaris uit de 8e eeuw? Enig inzicht in de motieven van Bonifatius wordt er niet geboden. Feitelijk gaat de voorstelling ook niet over hem, maar over de moord die op hem is gepleegd. De keuze voor Bonifatius lijkt vooral ingegeven om De weldoener in kerkjes te kunnen spelen en fraai meerstemmig Gregoriaans te mogen zingen.

In de voorstelling speelt de eeuwige twijfelaar Verbeek een talkshowhost die drie getuigen aan het woord laat komen over de moord. Verbeek is gestoken in een paars glitterpak waarmee de eerste hobbel al is genomen: kleren maken immers de man en dit uitbundige kostuum helpt hem wellicht over zijn eerste schroom heen.

Hij heeft er helaas weinig aan. Zijn drie gasten komen elk met een eigen versie van de moord, die voor de een ‘een rechtmatige terechtstelling’ was en voor de ander ‘een brute roofmoord’. Over de eventuele doortastendheid van Bonifatius komt hij, en dus wij, niets te weten. De enige zekerheid die er rest is dat niets zeker is. Elk verhaal kent verschillende versies, afhankelijk van de positie van de verteller.

Dat lijkt het grote thema van De weldoener. Lijkt, want nadat Verbeek teleurgesteld is afgedropen, wordt het wat rommelig. Het is alsof de twijfel van Verbeek de hele groep heeft besmet en de andere drie acteurs (Joeso Peters, Raymond Muller en Zen Roorda) nu ook geen keuzes meer durven te maken. Ze vertellen iets over Verbeeks fascinatie voor geschiedenis en de podcasts die hij erover maakt, er klinkt iets over twijfel die tot wijsheid zou leiden en er wordt een liedje gezongen.

Als Verbeek terugkeert wordt hij zo geschminkt dat hij een diabolisch uiterlijk krijgt en moet hij een aantal vragen beantwoorden waaruit zijn standvastigheid moet blijken. Maar de twijfelaar in hem is geen spat veranderd. Als hij ten slotte uitgedaagd wordt de kansel te betreden voor het bevrijdende slotwoord zijn we weer helemaal terug bij af: hij is geen steek veranderd.

En zo dooft De weldoener als een nachtkaars uit, ons allen in grote twijfel achterlatend. Een twijfel die helaas niet leidt tot wijsheid maar tot een achteloos schouders ophalen.

Foto: Nienke Maat