‘Ik weet niet waar ik moet beginnen.’ Met deze bekentenis richt Ilke Paddenburg als de jonge filosofiestudent Marie zich tot het publiek. Ze sluit een verbond met ons: ze spreekt de toeschouwers met ‘U’ aan, en behoudt daardoor afstand. (meer…)
Het ijzersterke toneelbeeld voor De wand, gisteren in première gegaan in ITA, is een ferme tegenspeler voor actrice Chris Nietvelt. Het afgebakende veld zwarte aarde, zwaar om in te lopen, zwaar om te bewerken, maar leven gevend, is een raak symbool voor het plotselinge einde aan het antropoceen in dit verhaal.
De wand is een theatermonoloog gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1963 van de Oostenrijkse schrijfster Marlen Haushofer. Hierin maakt een plotselinge gebeurtenis een einde aan het primaat dat de mens zich heeft toegeëigend: op een dag staat aan het eind van de bergkloof waar de hoofdpersoon is komen logeren een onzichtbare, ondoordringbare muur. Daarbuiten is alle menselijke activiteit tot stilstand gekomen. De vrouw is alleen. Dat maakt zonneklaar: er zijn meer dieren en planten dan mensen. Het is de mens die zich moet aanpassen.
Dag na dag daalt dat besef bij de vrouw in en handelt ze ernaar. Soms handelt ze voordat er besef is. Ze maakt vuur, ze wordt landbouwer en veehouder. Ze zorgt voor het land en de dieren erop. En intussen probeert ze haar menselijkheid niet te verliezen, dus ze schrijft een verslag. Als haar papier opraakt, raakt zij dan haar taal kwijt, haar ordeningsmethode, haar menselijkheid?
Terug naar dat toneelbeeld (een ontwerp van Eline Arbo en Django Walon). In het midden van de ruimte ligt een kleine vierkante speelvloer volgestort met rulle zwarte aarde. Daaromheen, op vier tribunes langs de vier zijden, zit het publiek. Deze aarde is dé aarde. Met de aardappelen die de vrouw voeden en het gras dat koe en stier voedt, geeft ze leven. Wat sterft, wordt erin begraven om te worden verteerd door micro-organismen – en werkt zo mee aan de cyclus van leven en dood.
Maar de aarde vormt ook de hond die de vrouw gezelschap houdt, telkens als Chris Nietvelt even gaat zitten, een hoop aarde tegen haar been veegt en er zacht overheen aait. En waarom ook niet, want de moleculen waaruit levende wezens bestaan zijn dezelfde als die waaruit de aarde en de planten zijn opgebouwd.
De trukendoos van het theater wordt soms kort, maar met groots effect, ingezet om de ruimte reliëf te geven; wanneer een zware, dichte mist niet hoger dan twee, drie centimeter over de aarden vloer trekt, zie ik wat de vrouw bovenop de berg ziet. Bergtop na bergtop zover het oog reikt.
Het is ook een ruimte, kaal, weerbarstig, maar vol onvermoede ontdekkingen, die als ferme tegenspeler fungeert voor de krachtige Chris Nietvelt. De ruimte vormt mee haar personage, haar stem vormt mee de ruimte. Hij put haar uit en dwingt tot aardsheid in spel. Haar lijf toont hoe de relatie van haar personage met die aarde zich verdiept.
Haar aanleiding om te spreken is het verslag dat haar personage schrijft van de afgelopen tweeëneenhalf jaar sinds de wand er staat. Eerst gaat dat beheerst, maar al gauw wordt dat een fysieke herbeleving van de rauwe emoties die ze in haar ongekende situatie doormaakt.
De vrouw die Nietvelt neerzet slaapt kort, letterlijk ter aarde stortend, en springt op zodra de zon haar gezicht raakt. Ze werkt zich de blubbers op het veld – dagen achtereen breekt ze grommend de grond. Ze kent totale verrukking als de moederkat het wonder van haar kitten komt tonen. Bij de bevalling van de koe is ze lijfelijk betrokken en met volle empathie moedigt ze het dier aan, glimmend van trots op het kalf, uitgeteld als de kersverse moeder die ze zelf ooit was. Dier en mens zijn gelijkwaardig tegenover het geweld van de bevalling en delen hetzelfde belang. Nietvelts zwoegende, zorgzame, aan de aarde gebonden mens neemt je mee tot de drempel van een nieuwe tijd.
Foto’s: Fabian Calis