Op het Marineterrein op het Amsterdamse Kattenburg staan we bij een gebouw dat ooit het officiersverblijf was. In 2017 heette het Pension Homeland en in het jaar 2117, waarin we ons nu bevinden, is de plek het startpunt voor een toeristische rondleiding door het laatste stukje origineel Amsterdam. Theatermaakster en actrice Hedwig van Leuven neemt ons als reisleidster mee door de stad van honderd jaar geleden; de tijd dat mensen nog naar het theater gingen.

Voor de vijfde keer brengen Over het IJ Festival en het Grachtenfestival jonge theatermakers en musici samen om korte performances op locatie te maken. De eindregie is in handen van Annechien Koerselman. Drie losse voorstellingen worden verbonden door een vierde performance: een theatrale wandelroute over de Oostelijke eilanden Kattenburg en Wittenburg. Hierin kijken we met onze reisleidster vanuit de toekomst naar 2017. Onderweg komen we objecten tegen als een prullenbak (“Nog van voordat we alles konden ‘deleten’”) en krijgen we de functie van een zebrapad uitgelegd (“In 2017 ook al regelmatig genegeerd”). Van Leuven improviseert er lekker op los en duidt elementen uit het straatbeeld die we tegenkomen als rariteiten van honderd jaar geleden. We lopen door de stad als door een museum.

De eerste performance op de route is getiteld Klauter en is niet de sterkste. Noor Nitzche, fysiek theatermaakster, en Joep Bollinger, muzikant, bewegen samen over een klimtoestel met glijbaan dat op een grasveldje tussen flats staat. Met glijden en slaan op het metaal creëren ze samen de minimalistische klankmuziek van een speeltoestel. Theatraal valt er alleen weinig te beleven. Het thema van de performance – idealen – is slechts vaag te herkennen in een scène waarin de twee elkaar achterna jagen met een rode vlag.

De tweede performance Een klein stukje liefde is van Liza Kollau en Lusanne Arts en voert naar een liefelijk prieeltje op het Windroosplein. De twee makers brengen een ode aan de liefdesbrief en de kleine simpele poëzie. Ze wijzen om zich heen naar de huizen op het plein en vertellen over hoe de bewoners kleine daden van (naasten)liefde aan elkaar bewijzen. Bij de lyrische vioolklanken van Tijmen Veelenturf, een mooie compositie van Kim Spierenburg, komen aandoenlijke verhalen voorbij over een vrouw die bij de Albert Heijn ineens een liefdesbrief krijgt, of een man die altijd thee komt brengen aan de mensen die de gemeenschappelijke tuin bijhouden.

De laatste stop is de Oosterkerk. Dit gebouw uit de 17e eeuw stond er al toen de Oostelijke Eilanden nog een belangrijke schakel in de scheepsbouw en handel van de VOC vormden. Pianiste Sylvie Klijn en acteur Bram van Helden maken die rijke geschiedenis onderdeel van hun voorstelling Galm. Dit zorgt ervoor dat hun muzikale en poëtische performance verder reikt dan wat we eerder zagen. Verleden, heden en toekomst worden verbonden. In een mooi poëtisch samenspel van tekst en muziek vertellen Klijn en Van Helden de geschiedenis van het water op die plek en de galm van vroeger die doorklinkt tot in het heden. Met behulp van minimale middelen verbeelden ze de geschiedenis van de Oostelijke Eilanden: van de golven in de zee en het land dat door mensenhanden geschapen werd, tot de VOC-schepen van toen en het vertier dat Amsterdammers nu op het water zoeken.

De Vijfde Variaties is een avond vol afwisselend (muziek)theater, maar de samenhang tussen de verschillende onderdelen ontbreekt nog te veel. Het geheel wordt een hink-stap-sprong door de geschiedenis. Waar bevinden we ons in de tijd en wat hebben de verschillende gebeurtenissen en performances met elkaar te maken? De voorstelling is zo een leuke presentatie van jonge makers op locatie, maar is als geheel wat chaotisch.

Foto: Moon Saris