Hoewel er al bijna honderd opera- en toneelbewerkingen bestaan van de Don Quichot, het tweedelige meesterwerk van Miguel de Cervantes, vonden OPERA2DAY en de Italiaanse librettist en regisseur Stefano Simone Pintor het tijd voor weer een compleet nieuwe versie. Pintor was van mening dat de bestaande opera’s te weinig recht deden aan de bijna 1200 pagina’s tellende roman, die in twee delen verscheen in 1605 en 1615.

Het was een roerige tijd. In 1609 moesten alle moslims Spanje verlaten. Het land was destijds een wereldmacht die in de eeuw ervoor Latijns-Amerika had veroverd en die strijd leverde met de Turken in de Middellandse Zee en de protestanten in het noorden. Cervantes zelf was bij de Slag bij Lepanto gewond geraakt en had een aantal jaren gevangengezeten in Algiers. Het was een multiculturele samenleving waarin nieuwe ontdekkingen iedereen in de ban hielden.

De vernuftige constructie van het boek en die multiculturele samenleving die Cervantes beschrijft kwamen niet voldoende tot hun recht in de bestaande opera’s, vond Pintor. OPERA2DAY was het met hem eens en het idee voor een nieuwe opera was geboren. Hoewel componist Vanni Morreto en Pintor een mix van bestaande middeleeuwse muziek en nieuwe composities gebruiken, hebben ze het verhaal naar het nu gehaald en er een karakter aan toegevoegd: Mr. Freestone, een soort Elon Musk die de maan wil veroveren, sterk gespeeld door Jeremiah Fleming. Hij werkt voor de multinational La Mancha, waar ene Mr. Benengeli – in het boek van Cervantes de Arabier die de echte schrijver van de Don Quichot zou zijn – de touwtjes in handen heeft.

Benengeli (net als Don Quichot vertolkt door bariton Mattijs van de Woerd) heeft het gehad met het geblaaskaak van Mr. Freestone. Hij raakt onder de invloed van ridderromans en besluit dat hij ridder wil worden. De wat stoffige archivaris Miguel (een mooie rol door de Argentijnse tenor Manuel Nunez- Camelino) lijkt hem de perfecte schildknaap Sancho Panza. Een rijdend theetafeltje en een bureaustoel die ze op het kantoor vinden veranderen in Rocinante en Grauwtje, het paard en de ezel van Don Quichot en Sancho Panza.

Net als in het boek is een van de eerste avonturen de onvermijdelijke strijd tegen de windmolens die Don Quichot voor reuzen aanziet en te lijf gaat. Hier zijn het grote windturbines die de airco van het kantoorpand aansturen. In het volgende hoofdstuk verandert de bedrijfskantine in een kasteel, zoals in het boek de herberg een burcht wordt. De kok wordt de koning die Don Quichot met zijn pollepel tot ridder slaat. Waar Sancho in het boek pas in het tweede deel zijn eiland krijgt, gebeurt dat nu al in het eerste deel. Het verhaal wordt samengevoegd met de passages over de herders van het eerste deel.

Jammer genoeg wordt de feministe avant la lettre, de beeldschone herderin Marcela, daarbij geen rol toebedeeld. Marcela wordt in het boek verweten dat ze de dood van Grisóstomo op haar geweten heeft omdat ze zijn liefde niet beantwoordde. Daarop betoogt de herderin dat ze vrij is om zelf te kiezen, een onafhankelijke geest heeft en geen zin heeft om zich te onderwerpen. Het is een van de hoogtepunten van de Don Quichot, die toont dat Cervantes zijn tijd ver vooruit was. Vertaalster Barber van de Pol noemt Marcela’s woorden in haar boek Cervantes & Co zelfs ‘de eerste volwaardige feministische rede uit de literatuur’. Een gemiste kans om deze episode in deze tijd van #metoo niet op te nemen in de nieuwe opera.

De makers hebben met de prominente rol voor Mr. Benengeli en de vele talen die door elkaar worden gebruikt vooral voor de multiculturele boodschap gekozen en met Mr. Freestone tonen ze het contrast tussen de waanzin van mensen die dromen omdat ze uit zijn op eigen gewin, en die van mensen die zoeken naar echte vrijheid. De vrouwen zijn gereduceerd tot schoonmaaksters en andere bijrollen. Daar komt nog bij dat moeders in hoofdstuk 6 van het eerste deel worden afgeschilderd als de bron van alle kwaad: ze slaan hun kinderen, geven ze te veel speelgoed, maken er boulimische monsters van. Een vreemde toevoeging die indruist tegen het grote respect dat Cervantes steeds toont voor vrouwen. Pintors Don Quichot zit op de apenrots van de Zuidas, waar vrouwen nauwelijks een rol lijken te spelen.

Dat is mede jammer omdat de vrouwelijke zangpartijen de opera veel meer kleur en diepte kunnen geven. Je vraagt je af of Pintor en Moretto, die tijdens de lockdown het boek samen lazen en belden over hun bevindingen, met opzet deze keuze hebben gemaakt of dat ze de vele sterke vrouwen die de wereld van Don Quichot bevolken, zoals Marcela, de als man verklede Dorotea, de grappige en doortastende hertogin en de mysterieuze en krachtige vluchteling Soraja, gewoonweg over het hoofd hebben gezien, zoals Van de Pol in Cervantes & Co opbiecht dat ze de vrouwen bij eerste lezing geijkt en bleek vond en pas later ontdekte dat Cervantes een fraai en bont gezelschap creëerde van slimme vrouwen die het heft in eigen hand nemen.

Het tweede deel van de voorstelling begint sterk met een scène waarin Don Quichot in een bejaardenhuis zit waar mensen in pyjama zich in rolstoelen en met looprekken kermend en steunend voortbewegen. Een aantal van hen speelt monopolie. Zelfs op hun oude dag gaat het over kopen en verkopen, winst en verlies. Don Quichot zit er uitgeblust bij en Cervantes moet hem weer aansporen tot nieuwe avonturen omdat er kapers op de kust zijn. Andere schrijvers liften mee op het enorme succes van het boek. Er wordt voorgelezen uit hoofdstuk honderd-en-zoveel, geschreven door een van de mensen uit het publiek die een aantal dagen voor de voorstelling samen met OPERA2DAY verhalen hebben gemaakt over Don Quichot. Die verhalen zijn uitgedeeld in de pauze en spelen nu ook een rol in de voorstelling.

Om alle vervalsers de pas af te snijden vindt Cervantes dat er een tweede deel moet komen, een deel waarin de held sterft zodat niemand nog met hem aan de haal kan gaan. Dit metanarratief is een andere belangrijke rode draad waar Pintor voor heeft gekozen. Net als Cervantes haalt hij grapjes uit waardoor fictie en werkelijkheid door elkaar gaan lopen. Zo is Pintor zelf even te zien op de beeldschermen als interviewer van Mr. Freestone. En als Sancho en Don Quichot de gevangenis mogen verlaten, worden ze omgeroepen als gevangene 1605 en 1615, een knipoog naar de verschijningsdata van beide boekdelen.

Uiteindelijk lukt het Cervantes om Don Quichot nieuw leven in te blazen. In het tweede hoofdstuk van deel 2 kijken Sancho en hij vanachter een deur naar Dulcinea (prachtig vertolkt door sopraan Alena Dantcheva), die Già da rete d’amor zingt, een lied van de 15e-eeuwse Italiaanse componist Matteo da Parrugia over de verblindende schoonheid van een vrouw. Ideaal om te linken naar Marcela, zou je denken. Maar er volgt een heel andere wending. Opeens is Don Quichot tot zinnen gekomen. Terwijl Sancho hem er nog van probeert te overtuigen dat daar de aanbeden vrouw uit zijn dromen staat, ziet Don Quichot de vrouw alleen nog als de schoonmaakster die ze is.

Daarna volgt een rommelig geheel. Net als bij het boek en bij de meeste Netflixfilms is ook hier het eerste deel het beste. Er zijn zo veel onverwachte nieuwe wendingen dat je de kluts kwijtraakt. Want als Don Quichot weer bij zinnen is, waarom bindt hij dan aan het eind de strijd aan met ‘the knight of the white moon’, een man in een astronautenpak? Is het wellicht een strijd die er wel toe doet? Een reële strijd tegen mensen als Mr. Freestone die dromen verwarren met de wereld beheersen?

Ondanks de soms opmerkelijke keuzes valt er veel te genieten in de 80 minuten van de eerste en 60 minuten van de tweede helft. OPERA2DAY betrekt bijna altijd scholen en publiek bij zijn voorstellingen en ditmaal is het echt een schot in de roos. Ze verjongen hun publiek op deze manier en laten zien dat Don Quichot nog steeds relevant is in deze tijd. Juist nu, in onze tijd, waarin financieel gewin weer zoveel belangrijker is geworden dan idealen en Elon Musk rondloopt met een T-shirt met de tekst Occupy Mars.

Het is ook genieten van de muziek, een mix van middeleeuwse composities en modern werk, met een vleugje Spanje en Noord-Afrika, prachtig live gespeeld door New European Ensemble en het middeleeuwse ensemble La fonte musica onder leiding van Hernán Schvartzman. En dan het decor van Herbert Janse, waarin bureaustoelen veranderen in paarden, een gigantische clubsandwich in een bed en een eiland en de archief- en boekenkasten vol geheimen blijken te zitten. Een lust om naar te kijken.

Pintor toont met deze opera zijn enorme talent, eruditie, gedrevenheid en veelzijdigheid. Maar een opera van ruim twee uur maken van een boek van meer dan duizend pagina’s dat al vijf eeuwen mensen begeestert en niet aan zeggenschap heeft ingeboet, blijft hoe dan ook een hachelijke onderneming en een kwestie van keuzes. En waar flink wordt gehakt vallen onvermijdelijk spaanders.

Foto: Bart Grietens