Oorspronkelijk heet het stuk The smell of the kill en beleefde het in 2002 op Broadway de première. Maar voor de Amerikaanse toneelschrijfster Michele Lowe werd het geen succes: terughoudende en bepaald negatieve recensies zorgden voor een zeer kortlopende speelperiode.

De afwijzende teneur vond vooral zijn oorzaak in het zwarte vrouwbeeld dat Lowe schetst: drie vrouwen, gekweld in een slecht huwelijk, komen eens in de maand bijeen. Dan koken ze voor elkaar. De mannen spelen golf in de naastgelegen woonkamer. We horen alleen hun stemmen, verder zijn ze uit beeld. De vrouwen zijn vervuld van haat jegens de mannen.

Aanvankelijk zou musicalregisseur Caroline Frerichs de regie doen, nadat ze ook de vertaling had gedaan: De verleiding van een moordvrouw. Een nogal dubbelzinnige titel. Bovendien moeten we het woord ‘moordvrouw’ niet figuurlijk nemen, in de betekenis van een fantastische vrouw maar als een vrouw die een moord pleegt, moordenares dus. In het stuk treden echter drie moordenaressen op, drie moordvrouwen dus. De samenwerking met Frerichs bleek niet helemaal goed te werken, waardoor kort voor de première in goed overleg werd besloten dat Aus Greidanus sr., tot voor kort artistiek leider van Toneelgroep De Appel, de regie van Frerichs overnam.

Dat deze ‘verrassende toneelkomedie’, zoals Rick Engelkes Producties met een vreemde term de voorstelling aanprijst, op Broadway heeft gestaan, is niet per se een aanbeveling. Een moderne keuken overheerst het decor; daar komen ze samen, Deborah, Nicky en Molly. Opvallend staan de geslepen messen in het messenblok te wachten. Actrices Nienke Römer (die de rol deelt met Sanne Vogel), Camilla Siegertsz en Sarah Chronis vertolken de drie vrouwen.

Aanvankelijk komt de voorstelling moeizaam op gang. De dialogen tussen de vriendinnen draaien nogal eentonig rond gefnuikt liefdesleven, overspelige mannen, mannen die hun vrouwen het werken verbieden, mannen die niets zelf kunnen behalve andere vrouwen verleiden, afijn, het bekende en al zo vaak opgediste scala. Kijk maar eens naar Sex and the city. Gaandeweg komt er meer spanning als blijkt dat zich onder de keuken een vrieskast met dode dieren bevindt, geschoten door Nicky’s man die opgewonden raakt van jacht en dode dieren. Het is een macabere combinatie van seks en dood. Ondertussen tonen de dames elkaar hun lingerie.

Op de een of andere manier zijn het de actrices die de voorstelling redden, mede dankzij de regie van Greidanus. Opmerkelijk is de rauwheid die Camilla Siegertsz inbrengt; gaandeweg krijgt haar rol van Nicky contour en toont ze een mooie dramatiek als vereenzaamde vrouw. Nienke Römer als Deborah probeert koste wat het kost haar huwelijk te redden, maar daarin slaagt ze ternauwernood. Fraai gespeeld evenwicht tussen wanhoop en optimisme maken haar spel. IJzersterk is Sarah Chronis, die nog studeert aan de Toneelacademie in Maastricht. Haar rol heeft de meeste kanten: ze zou moeder willen zijn, maar aangezien ze geen kinderen heeft en die zeker niet van haar man zal krijgen, heeft ze niets omhanden. Ze toont perfect de wanhoop van een vrijgestelde vrouw uit rijke kringen, die uit verveling verlangt naar wat onbereikbaar is.

Zonder veel te verklappen krijgt het stuk naar het slot vaart en snelle plotse wendingen, grimmig en absurd. In de rechtbankscène waarmee het besluit, tonen de drie vriendinnen zich volkomen onschuldig aan hun diepste wezen, een ‘moordvrouw’ te zijn. Dat The smell of the kill geen hit werd op Broadway is begrijpelijk: het is een erg gemaakt stuk, geheel volgens het boekje, het staketsel van de school voor creative drama writing steekt er aan alle kanten doorheen. Het is eerder schematisch dan geïnspireerd. En beslist niet vinnig en gemeen als een Ayckbourn, een Albee of Coward. Het wil raadselachtig zijn, maar is dat niet echt. De voorgeschreven scène met het geweer aan het slot werkt niet. Het is ondanks alle perikelen die kennelijk in het repetitieproces voor vielen aan de actrices te danken dat de première met volle inzet werd gespeeld, en met kwaliteit. Daarvoor is alle lof op zijn plaats.