‘Welkom, heeft u de notulen gelezen?’ Bij binnenkomst in Klein Bellevue, voor de gelegenheid de vergaderzaal van dienst, wordt er al druk handjes geschud. ‘Leuk dat je er weer bent.’ Er zijn colbertjes, aktetassen en smalltalk onder een bak tl-licht, er is kortom geen twijfel mogelijk: we zijn in een inwisselbaar kantoor op een inwisselbare personeelsbijeenkomst.

De kantoorparodie is de laatste jaren een populair subgenre bij de jonge generatie theatermakers. Alleen het afgelopen jaar al zag ik De opzegtermijn van Koos van Kollektief Op Kracht, De dag dat we afspraken dat jij bestaat van Collectief De Garde en V&D agenda’s en andere essentiële levensbehoeften van theatermaker Lizzy van Vleuten. Blijkbaar fungeert de vastgeklonken, uitzichtloze routine van een 9 tot 5-baan als een behoorlijk schrikbeeld voor nieuw theatertalent. Ik kan me er wat bij voorstellen.

De leden van het jonge theatercollectief Studio Dooie Mus kiezen voor een wat pragmatischere titel dan hun collega’s: De vergadering is een bijzonder geestige fysieke kantoorslapstick, waarin ze de mensheid vormgeven op het vrolijk verwarrende snijvlak van tenenkrommend en aandoenlijk. De voorstelling was in 2023 al te zien op het Amsterdam Fringe Festival en beleeft nu een bescheiden tournee langs zalen en festivals.

De vergadering is opgebouwd uit een verzameling autonome scènes op het kantoor: noem het agendapunten, losvaste hoofdstukjes met titels als ‘Gezellig’, ‘Polderen’ of ‘Dutch politeness’. Die titels worden, zoals dat hoort op kantoor, op een projectiescherm gebeamd.

Spelers Lindsay Zwaan, Sjef van Schie en Brent de Vries en regisseur Jelle Stiphout hebben een goed oog voor de belachelijkheid van de mens. Kleine, herkenbare kantoorroutines – begroeten, koffiezetten, sorry zeggen, de ruimte verlaten – trekken ze door middel van uitvergrotingen en/of tergende herhaling ver in het absurde. Elke onbeduidende handeling wordt met volle overgave uitgevoerd of uitgesteld, en onder de oppervlakte woekeren sluimerend ongemak, toenemende ergernis, en, als je wilt, regelrechte zelfhaat.

Door kleine, mooi gevonden details (zoals een theekopje dat nog even snel rechtgezet wordt) vinden ze ook ontroering in alle hilariteit. En schoonheid bovendien: in symfonieën van klapperende aktetassen en rinkelende sleutelbossen bijvoorbeeld, of meerstemmig rochelend bij de watercooler.

Decorontwerper Esther Eveline Sloots heeft goed gekeken naar (visuele) poëzie die in de eenduidige kantoorarena verscholen kan liggen: van de dramaturgie van een koffiezetapparaat (stilte, verwachtingsvol gesputter, bittere catharsis – een heuse heroes journey, althans: voor wie niets beters te doen heeft op kantoor) tot stapels papieren die dansen in de lucht.

Na een klein uur wordt deze theatrale vergadering weer afgehamerd, en dat is inderdaad ook een uitstekende tijdspanne. Want hoe vindingrijk de vorm steevast ook is en hoe treffend de vertolking, per saldo zien we in alle scènes varianten van dezelfde, in routines vastgeklonken mens, die zelfs in de meest vastomlijnde context nog verloren en dolend is.

Ook qua dynamiek is de voorstelling over de linie even statisch als een gemiddelde kantoordag, die zich weliswaar voltrekt met kleine pieken en dalen, maar zonder echte hoogte- of dieptepunten. De stapel papieren die om vijf uur is weggewerkt, ligt er de volgende ochtend om half negen opnieuw. Dat geldt in meer of mindere mate ook voor deze voorstelling: het werkt nergens naartoe.

Er zijn dus nog wel slagen te slaan voor Dooie Mus, maar dat laat allemaal onverlet dat De vergadering een bijzonder vrolijkmakend theateruurtje is, dat de meest geestdodende context toch volop leven inblaast.

Foto’s: Wieke van Rosmalen