De banden tussen het Zeeland Nazomerfestival en het productiehuis voor muziektheater Transparant zijn hecht en hebben al veel mooie voorstellingen opgeleverd. In De vallei (een apocalyps) spelen de saxofonisten van Bl!ndman samen met sopraan Lore Binon en acteur Dirk Roofthooft, die een verhaal vertelt van Hans Op de Beeck.

Zoals vaker combineert Transparant bestaande en nieuw gecomponeerde muziek. Dit keer zitten er vijf eeuwen tussen uitgangspunt en moderne verwerking. Componist en oprichter van saxofoonkwartet Bl!indman Eric Sleichim liet zich inspireren door de Missa Gaudeamus van Josquin des Prez (1450? – 1521), een van de componisten uit de Lage Landen die destijds toonaangevend waren in het muzieklandschap. Des Prez werkte onder meer aan Italiaanse hoven en de Notre Dame. Zijn etherische klanken vult Sleichim aan met eigen klanken, waarin elektronica en boventonen een belangrijke rol spelen.

Als Dirk Roofthooft vertelt, schrijdt Lore Binon om hem heen. Ze heeft zwarte vleugels op haar rug. ‘Is zij zijn bewaarengel, zijn geweten of zijn verloren gewaande dochter’, vraagt de website zich af. Ik weet het ook niet, maar ze zorgt voor enige troost in het zwarte verhaal. Binon zingt als een engel, heeft een ideale stem voor deze oude muziek en beweegt zich comfortabel op het bedje van de saxofoonklanken van Bl!indman. Binon vervangt in Zeeland alleskunner Claron McFadden. Haar interpretatie is nog te horen in Rome en Amsterdam.

In De vallei dwaalt de twintigjarige ik-figuur af in een krater waar hij met moeder en hond op vakantie was. Hij overleefde de brand waarbij zijn gezelschap omkwam. In het eilandje in het meer vindt hij Jara, die zijn geliefde wordt. Ze krijgen een dochter, die zoals het gebruik voorschrijft na een paar jaar op het meer in een kano wordt gezet om haar eigen weg te vinden. Jara sterft en hij blijft alleen over. Voor de volwassenen is de vallei een uitgestelde dood: het water stijgt en om de een of andere reden verlaten ze de fatale plek niet.

De internationaal vermaarde kunstenaar Hans Op de Beeck schreef de tekst; een sterk beschrijvend verhaal met neosymbolistische trekken, met een overdaad aan zintuiglijke indrukken en bijvoeglijke naamwoorden. Neem de eerste zinnen: ‘Het meer is als een spiegel, en alles er omheen roerloos. Windstil, als in een schilderij. Fluisterzacht, als was het hele landschap overdekt, een zwijgend interieur.’

Drie keer ‘als’ in drie zinnen is tekenend. Intussen kom je niet genoeg te weten over de man om met hem mee te leven. Natuurlijk is het erg als je moeder op een vakantie verbrandt in een caravan, maar in zijn algemeenheid, niet voor dit specifieke geval. Dirk Roofthooft zet zijn grote kwaliteiten in om deze tekst tot leven te brengen, maar het blijft zwaar werk om de zich voortslepende gebeurtenissen te volgen.

Op de Beeck tekent ook voor het decor. De spreker zit frontaal vooraan met zijn voeten in het water. Verhoogd, in een halve cirkel om hem heen, zitten de saxofonisten Raf Minten, Koen Maas, Pieter Pellens en Piet Rebel. Centraal achter een accordeon met afstandbediening. Daaromheen een gouden stralenkrans en langs de halfronde tribune een rij lichtjes, als in een amusementspaleis. Dat botst met de verheven muziek, die prachtig is. Jammer van de tekst.

Foto: Koen Broos