De grote zaal in kunstencentrum Ter Vesten in Beveren (zo’n 30 kilometer buiten Antwerpen) zat goed halfvol met kinderen tussen acht en twaalf voor de voorstelling De torens van Beiroet van Muziektheater Transparant & Moussem Nomadisch Kunstencentrum. Het rumoer was bijna niet te harden –  ik zat er middenin – en ik bedacht al dat grote schouwburgen beslist niet voor jonge kinderen gemaakt zijn. Tot actrice Aline Goffin met overmoed van wal stak, en de zaal compleet stil werd. Magisch!

Zo’n tweehonderd leerlingen luisterden gefascineerd naar het verhaal van de roekeloze Nabila, een plattelandsmeisje uit Libanon dat persé naar Beiroet wilde. Klandestien rijdt ze mee met de taxi van haar oom vanuit haar vredig en saai dorp tot bij de eerste drukke straten van de Libanese hoofdstad. Haar oom betrapt haar algauw, maar ze weet te vluchten en staat er plots moederziel alleen voor. Een jong kind in de anonieme grootstad: dat spreekt tot de verbeelding – al zeker als je zelf op een dinsdagnamiddag in een donkere schouwburg op het platteland zit.

Het verhaal werd geschreven (en in boekvorm geïllustreerd) door auteur en tekenaar Paul Verrept. Hij ging er zelf voor naar Beiroet, waar hij zich onderdompelde in de uit haar voegen barstende metropool. De avontuurlijke omzwervingen van het meisje worden verteld met op de achtergrond (film)beelden van de grootstedelijke atmosfeer: een overdonderende wereld waar Nabila eerst met alle plezier straatkind wordt, de zee ontdekt en een boezemvriendin vindt in lotgenote Zhirah uit een vluchtelingenkamp vlakbij.

Haar pret kan niet op, maar langzaamaan komt de sombere realiteit boven van stinkende lucht, moordend verkeer, hekken die haar beletten bij het strand te komen. De beelden van haar ontdekkingstraject worden geprojecteerd op twee schermen die achter elkaar staan opgesteld en een soort diepte-effect geven dat doet denken aan een reuze viewmaster. De protagoniste speelt ervoor, -tussen, -achter. Het werkt erg goed: je krijgt een gevoel van diepte en ondergaan in de omgeving.

Inmiddels ontdekken Nabila en Zhirah de wereld met gulzigheid en ontzetting. Ze weten zich te redden in de stadsjungle, duiken van het zwembad in het casino, slapen in verlaten huizenblokken, en genieten van elkaar. Lieve, speelse, nieuwsgierige wezentjes in een onvatbare wereld. Zolang ze elkaar hebben houden ze het vol.

De muzikale effecten komen van het HERMESensemble: Karin de Fleyt speelt fluit, en Elias Bartholomeus contrabas. Geen makkelijke muziek om kinderen mee te bekoren, al zeker niet als de melodie zich ontpopt in een hedendaagse grillige soundscape met knarsende klanken en een spooky-stem. Het spoort wel met de steeds onheilspellender beelden op het scherm.

Want inmiddels breekt er een oorlog uit. Of is het een aardbeving die de stad teistert? Beelden en verhaal maken dat niet duidelijk. En als er opeens hoge torens uit de grond oprijzen die de hele stad overschaduwen en de tere meisjes bedreigen, raakt de verhaallijn ook voor mij zoek. Het werk van de projectontwikkelaars allicht, die zich de oude, vertrouwde stad toe-eigenen zonder de mensen erin te ontzien. Overweldigende tekeningen en dissonante noten maken het dreigend onheil en de ontreddering tastbaar.

Ook bij het kinderpubliek breekt nu langzaam de chaos weer door. Vanuit een lach her en der groeit een steeds luider geroezemoes. De ingewikkelde plotwending zorgt ervoor dat ze afhaken. Zo jammer om te ervaren als je de stille aandacht van ervoor meemaakte. Dat de wereld geen sprookje voor ze is of kan blijven, betekent nog niet dat prille toeschouwers klaar zijn voor een onduidelijk verhaal (laat staan voor de vraag hoe het daarna verder moet met de wereld). In groot tumult stormde een bende de zaal uit.

Foto: Koen Broos