‘Welkom in The Peoples Temple!’ In deze coproductie van Firma MES en Bruckman Projecten is sekteleider Jim Jones springlevend en word je meegenomen naar Jonestown, een commune waar je veilig bent, en beter af bent dan in de Verenigde Staten van de jaren zeventig.

Het was in de Verenigde Staten lange tijd de recordhouder voor doodsoorzaak met het hoogste aantal slachtoffers: de 922 mensen die onder leiding van predikant Jim Jones vrijwillig limonade met gif dronken en zodoende massazelfmoord pleegden, in Guyana in 1978. Jonestown is sindsdien dan ook het schoolvoorbeeld van sektes en sekteleiders.

Firma MES en Bruckman Projecten zetten onder regie van Thomas Schoots een nauwkeurig uiteengezet verhaal neer (tekst: Nic Bruckman). Het publiek wordt door Jim Jones, zijn vrouw Connie en volgelinge Rose (Jip van den Dool, Rochelle Deekman en Tara Hetharia) welkom geheten tijdens een kerkdienst. Meerdere ‘toeschouwers’ worden uit het publiek geplukt en bekeerd (Daan van Dijsseldonk, Lindertje Mans en Femke Brinksma). Terwijl de twijfels groeien over Jones, groeit ook de toewijding. Van buiten sijpelt het gevaar naar binnen, geroezemoes over een vijandige overheid die hen onderdrukt, en de commune zondert zich verder af, alles escaleert, en dan die limonade.

De voorstelling speelt zich af in de tempel. Met een linoleum vloer en papieren pilaren, oranjebruine kleding en bandana’s, wanen we ons in de woelige jaren zeventig. Het frame – het publiek als publiek bij een kerkdienst van The Peoples Temple – werkt uitstekend. Zeker in het begin geeft het de personages de kans om hun liefdevolle, geweldloze maar toch ook dwingende overtuigingen over ons uit te strooien. Met name Van den Dool als Jones is heerlijk op dreef: in stem en lijf roert hij de juiste combinatie van charisma, agressie en groeiende desillusie aan. Wat een verschrikkelijke man, maar wat moet het heerlijk zijn om hem te spelen.

Het is gemakkelijk om te denken dat jij als objectieve toeschouwer nooit zo’n meeloper zou zijn, maar ja, wanneer de acteurs je vragen om te klappen of om op te staan, doet iedereen dat. Natuurlijk, dit is een fictief verhaal met acteurs, maar de korte momenten van publieksparticipatie maken de groepsdruk én de saamhorigheid op kleine schaal wel invoelbaar, wat een pittige, fijne keuze is.

Wat de voorstelling indringend en bijtend maakt, is niet alleen het joviale charisma van deze predikanten, maar ook de wijsheden die ze gedurende de voorstelling verkondigen, tegen ons en tegen elkaar. Liegende overheden, big pharma, bioindustrie, zinloos geweld, de belofte van pacifisme, socialisme, communisme… Het zijn teksten uit de jaren zeventig en het zijn tegelijkertijd krantenkoppen van nu. Jim Jones stond niet op zichzelf, hij leefde in een tijd waarin veel culturele en maatschappelijke veranderingen plaatsvonden, en waarin veel mensen zochten naar houvast. Dat is nu niet heel veel anders.

Firma MES en Bruckman Projecten beginnen bij het begin en nemen ons helemaal mee, van de oprecht overtuigende preken en saamhorigheid, helemaal tot aan de jungle en de limonade. Het is een boog van jewelste, die door de precisie in tekst en narratief zorgvuldig wordt afgelegd. Door steeds meer in te zoomen op de Jim Jones achter de schermen in plaats van achter de preekstoel, zie je stukje bij beetje meer van de duisternis achter die saamhorigheid. Exemplarisch is de scène waarin Jones een van zijn volgers om een grensoverschrijdende gunst vraagt: Van den Dool en Van Dijsseldonk, naast elkaar op twee stoelen, belichamen de sekteleider en de onzekere volgeling perfect. Als een roofdier die zijn prooi insluit, kantelt Jones het gesprek vloeiend van suggestief naar kant-en-klaar machtsmisbruik.

De voorstelling maakt de slimme keuze om het geweld echter niet alleen van Jones te laten komen. De sekteleden doen elkaar net zoveel geweld aan, tot op het punt dat de verschillende leden elkaar ten gronde richten, terwijl Jones tussen de pilaren slentert, bijna naar de achtergrond verdwenen. Bijna, maar toch niet helemaal. Op cruciale punten blijft hij de beweging sturen. Wanneer er toch twijfels komen, blijft hij degene die mensen net dat ene zetje richting de afgrond geeft. Het verhaal haakt daarin mooi terug op zichzelf. Elk personage dat aan het begin een onzekerheid onthult, wordt eerst overtuigd dat zij in The Peoples Temple veilig zijn, en krijgt diezelfde onzekerheid op het einde terug in het gezicht gesmeten.

De tempel slaagt er met succes in de verleiding op te roepen om een figuur als Jones te wíllen geloven en te wíllen vertrouwen. Natuurlijk weten we dat dit fout gaat. De spanning is vanaf het begin aanwezig en bouwt gedurende de voorstelling alleen maar op, tot aan de onvermijdelijke explosies van geweld. We weten het, we wéten dat het komt, en toch blijft de verleiding aanwezig tot het te laat is.

Foto: Bas de Brouwer