Nathan de wijze van de Duitse auteur G.E. Lessing uit 1779, is de Gijsbrecht van Aemstel van Duitsland. Het staat te boek als een min of meer onspeelbaar toneelstuk. Niettemin brengt Het Zuidelijk Toneel momenteel Heilig Vuur, een bewerking van Bouke Oldenhof als locatievoorstelling in Tilburg. Ook Helmert Woudenberg is nu in de theaters met De sultan en de jood, eveneens gebaseerd op Lessings toneeltekst, maar door hem versneden met Antigone van Sofokles.

De belangrijkste personages zijn een christelijke kruisridder, een islamitische sultan en een wijze jood. De Christenen willen de stad veroveren. De rijke Joodse koopman Nathan heeft Recha, zijn christelijke pleegdochter, alleen opgevoed wat een goed bewaard geheim is. Bij een brand in het huis wordt zij gered door een jonge tempelier die direct daarna gevangen wordt genomen door Sultan Salladin. De tempelier wordt verliefd op Recha wat vanwege de vermeende geloofsverschillen een onmogelijke liefde lijkt. Na een wonderbaarlijke carrousel van verwikkelingen blijkt iedereen met iedereen bloedverwantschap te hebben. Dit leidt uiteindelijk tot dramatische gevolgen waarbij iedereen verliest. Frappant is de situatie van de sultan die alleen achterblijft aan het einde. Van alle personages is hij degene die de meeste weerstand, maar tegelijkertijd ook het meeste mededogen oproept.

Het toneel is leeg waardoor alle nadruk op tekst en spel ligt. Die tekst is helder en de manier waarop Woudenberg de dood van Antigone’s broer Polynikes in Lessings verhaal heeft vervlochten, is bepaald ingenieus. Woudenbergs acteren is technisch verfijnd. Zijn dictie en tekstbehandeling zijn prachtig maar ontsnappen niet aan een zekere voorspelbaarheid. Zijn belangrijkste tegenspeler is Ali Kouchiry die de rol van de sultan speelt. Hij doet dat met veel meer inleving dan Woudenberg wat een fijn contrast oplevert. Het teksttoneel van De sultan en de jood is stilistisch wat belegen, maar van degelijke ambachtelijke kwaliteit.