Met een brief als een bittere biecht pellen Char Li Chung en zijn team bij Toneelgroep Oostpool hoofdpersoon Oscar Wilde helemaal af in De Profundis | Uit de diepte roep ik. 

Je leeft voor de schoonheid, je bent de uitvinder van het dandyisme, je verheft kunst tot filosofie en andersom. De klassieken zijn je speeltuin, je spreekt in aforismen en je slentert van de ene naar de andere première. De buitenkant van de dingen is jouw biotoop, dat is waar jij de staat van de mensheid aan afleest en in je werk weet je precies daar te prikken waar er gemakkelijk een scheurtje ontstaat in die mooie gladde schil.

Dan beland je in de gevangenis waar ze je elke dag zes uur in een grote tredmolen laten lopen en waar je slaapt op een houten plank. De aanklacht is dat je homoseksueel bent, en komt van de vader van je vriend – die jij zelf had aangeklaagd wegens smaad. Je vriend laat twee jaar lang niets van zich horen.

Het overkwam Oscar Wilde in 1895. Zijn geaardheid zou nog tot 67 jaar na zijn dood strafbaar blijven in Engeland. Wilde mocht niet schrijven in de gevangenis, tenzij het brieven waren. De Profundis is een brief, aan zijn vriend Bosie, waaraan Wilde in 1897 vier maanden elke dag schreef. Wat zou jij schrijven? Een beschrijving van je dagen? Een gedicht over een roos? Al schrijvende daalde de meester van de oppervlakte af tot in zijn eigen geschokte kern. Een bittere reis.

Ludwig Bindervoet begint als Wilde dan ook woedend aan de monoloog die Bart van den Donker en Char Li Chung maakten op basis van de brief. Gestoken in een flamboyante zwart-witte outfit, met hakjes, sokophouders en witte pofmouwen (van Femke van Neerven en Jessica Helbach) spuugt hij de woorden ‘Lieve Bosie’ uit en begint verwijtend te razen. Het is een logische keuze om Wilde in de aanval op te stellen bij zijn eerste zinnen. Je vraagt je af waar Bindervoets razernij heen gaat, maar met af en toe een terzijde voor wat lucht stuurt hij die langzaamaan naar buiten, op de ander gerichte emotie naar binnen. Tot het verpletterend kleine einde van zijn tekst.

Om Wilde heen staan en liggen de brokstukken van een klassieke zuilentempel (een scenografie van Koen Steger), alles in het wit. Mannelijke beelden en busten liggen plat op hun gezicht. Twee campy muzen bewegen daar nu eens verleidelijk, dan weer melancholisch tussendoor, danser Ivan Montis en performer Ariah Lester. Montis zwijgt en gebruikt de gebaren en gezichtsuitdrukkingen uit het klassieke ballet om liefdesverdriet uit te beelden. Lesters countertenor en plexiglas hakken vermorzelen de brokstukken.

Chung, deel van de artistieke kern van Oostpool, werkt aan een drieluik over historische queer (anti-)helden. Na het lekker scherpe Don Caravaggio bij Frascati Producties in 2019, is De Profundis het tweede deel van zijn herschrijving van de geschiedenis. Zo claimt Chung de ruimte terug voor een groep die te lang onzichtbaar is gemaakt en gedenormaliseerd. Maar iedereen heeft helden nodig waarmee je je kunt identificeren. Het is uitkijken naar het derde deel, dat zal gaan over Edward II, de Engelse koning die in Piers Gaveston zijn soulmate vond.

Foto: Bas de Brouwer