‘Wie bepaalt of ik ’s ochtends mijn bed uitga?’ Het antwoord op de vraag lijkt eenvoudig: jijzelf. Erik van Muiswinkel probeert in De oplossing echter een groter verband te vinden. Wie is verantwoordelijk voor zijn handelingen? Een filosofische vraag, die de aanleiding vormt voor een onsamenhangende zoektocht.

Het gaat er kalmpjes aan toe in zijn voorstelling. Het is aangenaam vertoeven te midden van kabbelende verhalen, die de belezen Van Muiswinkel intrigerend over het voetlicht brengt. Hij zoekt zijn oplossing in het oudste boek (De odyssee), het meest vertaalde boek (De kleine prins), het dierenrijk (Artis’ gorilla Akili) en het boekje Free Will van Sam Harris. Alles om de verantwoordelijkheid voor zijn eigen acties van zich af te kunnen schuiven. Omdat het antwoord ‘hijzelf’ nog moeilijker is. Want wie hijzelf is, daar is hij nog altijd niet achter.

Loshangende houtjes vormen een gammele triomfboog over het podium, met als spotjes een paar sterren erin. Een bankje, een tafeltje en een stoel. Een decor passend bij de voorstelling, die van losse anekdotes aan elkaar hangt. Een symbool voor de versplinterde persoonlijkheid van alfaman, vader, ouwe lul, kind, leerling en meester Erik van Muiswinkel.

Van Muiswinkel merkt direct op dat humor is veranderd in de loop der jaren. Mensen in de zeik nemen is niet van deze tijd, ironie wordt vaak verkeerd begrepen. Zo langzamerhand is alles verboden en kun je nergens meer onbezorgd over praten. Zijn slimme verhandeling over ironie zet al zijn opmerkingen over #MeToo, zwarte piet en vlees eten in een interessant, twijfelachtig schemerlicht. Want ondertussen zegt hij wél alles, mokkend, maar dat kun je ironisch interpreteren. Wie zet hij nu precies te kijk met verwijtende uitspraken als ‘je kunt nergens meer over praten, vooral niet over slavernij’?

Met al die ironie sijpelt ook de pit uit de voorstelling. Het commentaar is onduidelijk en dubbelzinnig en dat biedt weinig houvast. Van Muiswinkel vervalt in de ene uiteenzetting na de andere. Hij heeft veel inspiratie en vertelt op intelligente en beeldende wijze, maar komt met weinig spitse humor en heldere conclusies. De introductie van een glamour-zwerver die hem naar zichzelf dwingt te kijken voelt haast als een noodgreep, een ouderwets theatertrucje voor cabaretiers die op zoek zijn naar diepgang.

Al pratend met zijn denkbeeldige zwervervriend, gaat Van Muiswinkel op zoek naar een prullenbakje voor zijn bananenschil. Dit is een van die sterke, sprekende beelden die de voorstelling kracht verlenen. Wandelend van de ene naar de andere kant van het podium, biedt hij een vertederende, ironische weergave van de linkse, cultuurminnende blanke man van middelbare leeftijd in zijn natuurlijke habitat, het podium. Jaloers mopperend op de schoonheid van de jeugd, afgestraft op grapjes uit het verleden. Ongelukkig, omdat hij wordt afgeschilderd als een seksistische fascist, is hij op zoek naar antwoorden. Of een prullenbakje voor zijn bananenschil.

Daarmee heeft hij de tijdsgeest goed te pakken. De alfaman zit als een gorilla achter plexiglas, moet zijn eigen bananenschillen opruimen, en zijn natuurlijke instincten in toom houden. Maar een man is zoveel meer dan alleen een veroorzaker van #MeToo-schandalen, laat Van Muiswinkel zien in De oplossing. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen daden en moe van het verwarrende volwassen zijn. Hij neemt een van de wijsheden uit De kleine prins als motto: ‘het is voor kinderen vervelend om ze alles uit te moeten leggen’. Dat is ongetwijfeld een verwijzing naar zijn ironische commentaren, die altijd toelichting nodig lijken te hebben.

Foto: Kees van Til