Als De olieworstelaar van Erik van Muiswinkel tegen tien uur ’s avonds is afgelopen en ik door de regen op weg naar de parkeergarage snelwandel, doe ik dat op de maat van een lied van de oude rocker Peter Koelewijn: ‘Je wordt ouder papa’ (‘geef het maar toe, je wil er alles aan doen, maar je weet niet hoe, je bent nog snel maar ook eerder moe, je wordt ouder papa’).

Dat kan geen toeval zijn. Blijkbaar houd je van dit programma het gevoel over naar een man te hebben gekeken en geluisterd die zich langzaam neerlegt bij de feiten: de leeftijd, het buikje, de haargrens, de kinderen de deur uit, een kleiner huis, geen grote sportcarrière gehad, maar wel een groot theaterverleden. Daarover vertelt hij deze avond. En over zijn carrière als hoofdpiet van Sinterklaas.

Zelfs zijn pittige meningen die hij in het verleden ventileerde over mensenrechten in andere landen (China) behoeven in dit stadium enige nuancering, nu datzelfde buitenland naar ons kijkt als een racistisch en xenofoob land. Zijn lezing als Chinees leider die Nederland en Van Muiswinkel op zijn beurt de les leest over de mensenrechten hier, is een grappig staaltje zelfreflectie.

In dezelfde lijn ligt zijn pleidooi voor een ruimhartig vluchtelingenbeleid. Eigenlijk het enige moment waarop hij even bijt en cynisch vaststelt dat wij op onze beurt helemaal niet zouden kunnen vluchten als het water ons aan de lippen zou staan. Daar hebben we simpelweg gewoon te veel spullen voor. Waarop hij een schier eindeloze inventarislijst voorleest, die in elk geval één ding duidelijk maakt: onze westerse levensstijl heeft absurde vormen aangenomen.

De titel van deze opvolger van Schettino waarmee Van Muiswinkel de Poelifinario won, ontleent hij aan zijn deelname aan een Turks olieworsteltoernooi. Een sport waarin het niet alleen om winnen en verliezen gaat, maar ook over omgangsvormen en manieren. Maar ja…, als dat dan een metafoor voor het leven is, zoals de cabaretier enkele keren nadrukkelijk beweert, dan is dat wel een heel mager en matig uitgewerkt thema in deze voorstelling.

Je loopt na dik anderhalf uur toch door de regen met het gevoel naar een reeks aardige verhalen te hebben geluisterd, zonder veel onderling verband. Met weinig opzienbarende standpunten en scherpe kanten. En da’s knap teleurstellend voor een theaterman van het kaliber Van Muiswinkel.

Met een uiterst sober decor van een tafel en een stoel en wat doeken op de achtergrond – geen band deze keer, geen muziek en geen lied – gooit Van Muiswinkel het over een andere boeg: alleen het woord moet de zaal in de greep krijgen. En die greep krijgt Van Muiswinkel niet. Omdat De olieworstelaar maar wat voortkabbelt. Open haard aan, glaasje wijn erbij, papa vertelt dat het een aard heeft. En als de aandacht verslapt, gooit de geroutineerde cabaretier zijn door de jaren heen beproefd recept in de strijd: zijn imitaties en zijn typetjes. Altijd goed voor de lach, dat zeker.

Foto: Lies Geluk