Het gaat goed met de vrouw en haar positie in de samenleving. Zo goed gaat het zelfs, dat sommige mannen zich daardoor bedreigd voelen. Regisseur Ingrid Kuijpers verplaatste zich in dat soort mannen en maakte De oerclub, een voorstelling waarin een viertal mannen de grenzen van hun mannelijkheid verkent.

In de besloten setting van een soort herensociëteit, begeleid door een bediende annex sjamaan, doorlopen zij de (in toenemende mate bizarre) rituelen die bij hun geheime genootschap horen. In een soort parallel universum, een geheel eigen wereld, bewegen de vijf figuren zich op ieder hun eigen intrigerende manier. Het is onderhoudend, maar toch blijft de vraag knagen waarom Kuijpers haar publiek nu dit verhaal over nogal sneue en aan een minderwaardigheidscomplex lijdende mannen voorschotelt.

Het meest intrigerende personage in De oerclub is dat van de kamerheer slash sjamaan, gespeeld door David Eeles. Hij is de beheerder van deze klassieke ruimte die is gedecoreerd met Chesterfield fauteuils, lange zware gordijnen, een klassiek drankmeubel, een buste van Sophocles. Vol aandacht en toewijding begint hij de voorstelling door de ruimte te ‘reinigen’ met een bosje rokende salie en een veer. Ook de jonge mannen die een voor een binnenkomen, krijgen deze behandeling. Maar Eeles’ personage is meer dan alleen dienstbaar, hij manipuleert de mannen ook met voordracht, zang en drank. Op een zeker moment zien we hem als de echte mannelijke heks die hij is: met lange haren, een geweldig kostuum gemaakt van stropdassen en een mand vol grote bollen wol en breiwerken.

Die breiwerken blijken achteraf niet voor niets: ze transformeren de mannen in een soort eencellige wezens, die samensmelten tot een witte klont en elkaar bevruchten, waarna ze een voor een bezwangerd weer tevoorschijn komen. De uitkomst van die zwangerschappen laten we hier in het midden, maar liefhebbers van absurde humor en fysiek theater komen bij De oerclub zeker aan hun trekken.

Ook de andere spelers zijn leuk als de jonge onzekere machomannen die zichzelf continu tegenover de anderen proberen te bewijzen. Vooral Hali Neto verrast door zijn fysieke kunnen, muzikaliteit en humoristische spel. Maar ook Sebastiàn Mrkvicka is erg onderhoudend om naar te kijken. Vooral zijn pogingen om fouten te maskeren door te doen ‘alsof het zo hoort’ zijn hilarisch.

Het is bij De oerclub alsof je even in een compleet ander universum stapt. Dat is bijzonder in deze tijden van relativisme en realisme in het theater. Het is een wereld waarvan je bijna geen genoeg kunt krijgen, bijna… als die ene vraag maar werd beantwoord: waaròm?

Foto: Ben van Duin