Een zee van opengeslagen boeken ligt op de speelvloer. Een vrouw zit roerloos in het midden. Ze zou de boeken willen lezen, maar ze lijdt aan dementie. Een kinderboek is al te moeilijk voor haar. Haar man reddert en schenkt haar liefdevolle aandacht, soms is hij geïrriteerd.

Dementie en Alzheimer zijn in de kunsten van nu steeds meer een vast gegeven. Maatgevend is de legendarische theatersolo U bent mijn moeder (1981) door Joop Admiraal. Ook Hersenschimmen naar de roman van Bernlef werd ontroerend theater. In zijn nieuwste stuk De muurspecht geeft schrijver Willem de Vlam een nieuwe wending aan dementie: hij situeert zijn stuk op griezelige wijze op de avond dat het echtpaar heeft besloten tot euthanasie van de vrouw. Om elf uur komt de dokter.

Ze heet Emma en was in haar werkzame leven een toonaangevende journalist. De val van de Berlijnse Muur inspireerde haar tot een persoonlijke reportage: zodra ze het nieuws erover hoorde, reed ze er in haar auto heen. Daar zag ze mensen stukken steen weghakken; dat zijn de ‘muurspechten’ uit de titel. Ontroerend, soms zelfs aangrijpend en zonder enige overdrijving speelt Carola Arons de moeilijke rol van Emma. Zij weet prachtig te suggereren dat haar dementie werkelijkheid is.

De rol van echtgenoot Jakob is al even complex: hij probeert de laatste avond van haar leven en van hun beider leven glans te geven. Hij toont dia’s om haar de mooie herinneringen van vroeger terug te geven. Regisseur Paul Knieriem bewees met zijn onvergetelijke regie van Am Ziel van Thomas Bernhard dat hij relaties tussen toneelpersonages op bijna verstikkende manier kan weergeven. Dat doet hij met De muurspecht ook. Het echtpaar is tot elkaar veroordeeld. Hun verbintenis op deze avond is getekend door een diepe liefde van vroeger en de zo dichtbije, tragische toekomst.

De voorstelling opent met een wanhopige Jakob (Marcel Hensema) die vergeefs op de voicemail van hun zoon inspreekt: hij moet op deze avond echt thuis komen. Maar hij verblijft in Thailand en heeft al maanden niets van zich laten horen. Zijn vrouw kan maar niet geloven dat hij weigert enig contact met haar te zoeken. Zij is ervan overtuigd dat hij zal komen, dat weet ze ‘als moeder’. Het is een terechte keuze dat de voorstelling juist niet eindigt bij het fatale moment. Hierdoor kan de toeschouwer nog even adem halen.

Hensema toont lege, stralend witte vlakken van de diaprojector op de muur. Hij geeft uitleg. Ze zijn in Berlijn. De woorden toveren de beelden te voorschijn. Die witte vlakken staan ook symbool voor de witte plekken in het geheugen van Emma. Daar is haar geheugen gewist.

Deze voorstelling met deze twee prachtige spelers heeft me diep geraakt. De muurspecht is griezelig herkenbaar voor wie met dementie heeft kennisgemaakt. En ze biedt, voor wie dementie niet van dichtbij kent, inzicht in een van de meest schrijnende ziektes. Die combinatie van knap én aangrijpend is zeldzaam, en daarom zo bijzonder.