75 jaar na de bevrijding van Limburg voert Toneelgroep Maastricht De laatste getuigen op. De verhalen van acht verschillende Limburgse getuigen van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding die erop volgde, worden vertolkt door zeven spelers in een sobere vormgeving. Een pianist zorgt voor kleur.

Het concept voor de voorstelling is helder en effectief: op basis van getuigenissen van Limburgse ouderen schreef Journalist Wiel Beijer samen met regisseur Michel Sluysmans de tekst voor De laatste getuigen (gebaseerd op het gelijknamige boek van dagblad De Limburger). De diversiteit van de getuigenissen zorgt voor een rijker beeld van de Oorlog dan het standaard narratief van de geschiedenisboeken. De een benadrukt vooral hoe spannend het allemaal was, de ander verbaast zich over de vreemde eetgewoonten van de Amerikanen (‘Corned Beef?!) en voor de derde zijn de gevolgen existentieel: hij verloor zijn beide ouders. Het zijn de ervaringen van ouderen die de oorlog als kind of jongere meemaakten.

Een van de meest intrigerende verhalen is dat van Gertie Gerritsen-Backus. Haar echtgenoot was een in Nederland geïntegreerde man met een Duits paspoort. Tijdens de Oorlog dook hij onder om de Duitse dienstplicht te vermijden, hij gaf zelfs zijn dienstwapen aan het Nederlandse verzet. Na de bevrijding werd hij alsnog opgepakt en vastgehouden, door wraakzuchtige Nederlanders. Zijn Duitse paspoort maakte hem bij voorbaat verdacht, misschien zelfs schuldig. Ondanks die slechte behandeling probeerde hij na zijn vrijlating het Nederlandse paspoort te verkrijgen, tevergeefs. Dit soort vertellingen maakt zichtbaar dat de Oorlog complexer in elkaar zat dan achteraf te reconstrueren is. In de veelheid van perspectieven raak je de rode draad kwijt, maar als je de rode draad te pakken hebt raak je de veelheid aan perspectieven kwijt.

Het is het soort verhalen dat ikzelf nooit heb meegekregen van mijn grootouders, ze overleden toen ze me waarschijnlijk nog te jong vonden voor het onderwerp. En toch voelen de vertellingen herkenbaar en bovendien van groot belang voor ons collectieve geheugen. Een geheugen dat langzaamaan steeds meer gaten vertoont, terwijl de trauma’s (soms letterlijk) nog altijd in ons DNA resoneren. De laatste getuige die de voorstelling behandelt blijkt kortgeleden overleden te zijn. De tijd haalt de voorstelling in.

De vormgeving van De laatste getuigen is eenvoudig: Een zevental stoelen, een pianovleugel, industrieel ogende theaterlampen en een projectie op de achterwand. Op die projectie zien we melancholische clair-obscur beelden van de ouderen die hun herinneringen met ons delen. We zien hun emoties terwijl ze geconfronteerd worden met oude foto’s van henzelf, als materiële manifestaties van hun geheugen. ‘Het is zo lang geleden’, verzucht een van hen.

De keuze van Michel Sluysmans om de voorstelling aan hedendaags oorlogsgeweld te verbinden is nobel: er zijn nu meer oorlogsvluchtelingen op de wereld dan toentertijd. Toch voelt de manier waarop dat gebeurt nogal gekunsteld. De beelden van kinderen in tentenkampen en confronterende cijfers op het scherm begeleid door weeïge pianomuziek doen wel erg denken aan een reclame voor Warchild. Het wordt ons iets te veel in het gezicht geduwd dat dit ons moet raken. Subtieler is tekst als ‘vrede gaat over waar je huis toevallig staat’, die terloops wordt uitgesproken. Dat was 75 jaar geleden het geval in Limburg (Zuid-Limburg werd eerder bevrijd dan het Noorden), en zo werkt het nog altijd.

De Laatste Getuigen vertelt verhalen waar we maar weinig over spreken. Ze bieden een kijkje in de, nog levende, herinneringen aan een oorlog die tegelijkertijd ver weg en dichtbij voelt. De theatrale vorm is soms wat te braaf en heeft het risico het sentiment te nadrukkelijk te onderstrepen, maar dat neemt niet weg dat de verhalen uit de voorstelling ons beeld van de Oorlog op intrigerende wijze verrijken. Alsof het geheugen van de ouderen ons toegang verschaft tot een wereld die langzaam verandert van herinnering naar geschiedenis.

Foto: Ben van Duin