In buurthuis De Driehoek in Amsterdam-Noord wordt het publiek hartelijk begroet. Meteen vanaf binnenkomst is de grens tussen realiteit en fictie niet meer duidelijk. We zijn aangekomen op een feest, het verrassingsfeest van Lenie. Lenie wordt in het zonnetje gezet voor jaren vrijwilligerswerk bij de voedselbank. In De koningin van de voedselbank neemt ze afscheid op een avond vol gezelligheid, bedankpraatjes en lekker eten.

Lenie is geen personage, maar een echte vrijwilliger. Naast drie acteurs van theatergroep Parels voor de Zwijnen is er nog een handvol vrijwilligers van de voedselbank en een paar lokale beroemdheden uit Noord, zoals dichter Fred en operazanger Wim Beerman. We krijgen een plek aangewezen aan een lange tafel – er wordt goed opgelet dat je niet naast je eigen kennissen gaat zitten, maar naast onbekenden. Stiekem van plaats ruilen betekent afwassen. Het is meteen duidelijk dat deze avond draait om ontmoetingen.

Terwijl we samen aardappels schillen, ontstaan er gesprekken over tafelgewoontes. Ik zit naast vrijwilliger Anna, die in een verzorgingstehuis op zichzelf woont, net als ik in mijn studentenkamer. We bekennen allebei dat we voor de televisie eten omdat het anders zo ongezellig is. Anna had het nog wel eens geprobeerd met een spiegeltje op haar eettafel, maar daar kreeg ze snel genoeg van. Nu spaart ze haar toetjes op en hoopt ze dat mensen eens langskomen om bij haar een toetje te eten.

Er volgt een driegangenmenu van soep, stamppot en taart. Tijdens het eten krijgen we bijzondere verhalen te horen, soms van de acteurs maar vooral van de vrijwilligers. Zij hebben veelal zelf ook een tijd hulp gekregen van de voedselbank. Het zijn ontroerende verhalen. Dat er in Amsterdam-Noord veel armoede en schuld is, is bekend, maar nu krijgt de armoede een gezicht. Lenie, bijvoorbeeld, kwam in de schulden door de kosten die verbonden zaten aan het overlijden van haar man. Alle vrijwilligers vertellen heel eerlijk, vaak met een luchtige toon. Als Lenie soms haar tekst kwijtraakt, springen de anderen in. Het wordt niet onnodig getheatraliseerd, deze verhalen zijn op z’n mooist door de puurheid.

Daarnaast bestaat de avond uit de verhalen van de personages, geschreven (en geregisseerd) door Saskia Huybrechtse. Door deze toevoeging is er ruimte voor theatrale spanning en conflict. Zo zet yup Marie-Claire (Daphne Gakes), een ‘nieuwe Noorderling’ zoals dat heet, zich in voor gezond eten bij de voedselbank. Het valt haar op dat de chips en het snoepgoed altijd wel worden opgehaald, maar de vergeten groenten blijven zelfs bij de voedselbank vergeten. Ze probeert dit probleem aan te pakken met een grote lading energie en positiviteit, maar niet iedereen is ervan gediend dat een meisje dat zelf nooit op geld hoeft te letten ze even de les komt lezen.

De koningin van de voedselbank is een groot feest. Er is veel gezelligheid, humor, eten en muziek. Maar het is ook pijnlijk. Er zijn mensen aanwezig die van dertig euro per week moeten rondkomen. Het is mooi dat er veel aandacht is voor deze verhalen. In detail worden tips uitgewisseld over welke supermarkt de goedkoopste eieren heeft, dat nasi uit blik best te eten is en in welke buurthuizen je goedkoop kunt eten als de voedselbank gesloten is. Toch krijg je als toeschouwer geen schuldgevoel aangepraat. Er wordt je gevraagd eens naar deze verhalen te luisteren, eens met deze mensen te praten. Daar heeft Huybrechtse een hele goede vorm voor gevonden. De koningin van de voedselbank is heel oprecht en hartverwarmend. Zeker als je zelf geen armoede kent in je omgeving, ga vooral kijken.

Foto: Jonna Bruinsma